maart 2022. Zwart of wit.
Mijn moeder had een voor ons, haar kinderen, onbegrijpelijke voorkeur of afkeur van artiesten die op de radio of later op de tv verschenen. Het was of helemaal niks, maar dan ook helemaal, of het was de absolute top, maar dan ook absoluut. Zo behoorden vader en dochter Alberti (Willy en Willeke) tot het absolute nulpunt, maar waren Maria Callas en Edith Piaf de absolute top. Ik heb wel eens geprobeerd te achterhalen wat voor haar redenen waren voor nul punten of het maximum, maar ik ben daar nooit achter gekomen. Het is de vraag of ze het zelf wel wist.
Zo zei ze eens dat een zanger of zangeres met zijn of haar stem niet mocht vibreren (trillen) en dat het anders foute boel was, maar Edith Piaf was nu juist de vleesgeworden trilling, en stond bij haar toch helemaal aan de top.
Ik moest hieraan denken toen ik kennis nam van de gebeurtenissen in de afgelopen nacht bij de Oscar-uitreiking. Acteur Will Smith gaf presentator Chris Rock een stevige dreun op het gezicht op het podium, toen de laatste een opmerking maakte over de vrouw van Smith. Ik heb Will Smith nooit gemogen. Ik heb geen enkele film van hem gezien en zodra ik zijn naam bij spelers zie, kijk ik niet, ook niet als ik bij iemand anders ben. Ik heb daar geen enkele reden voor. Hij zal vast wel een goed acteur zijn, want hij gaat al jaren mee en wint daarvoor ook prijzen, zoals dit jaar nog een Oscar. Maar ik heb hem altijd gemeden, al weet ik zelf niet waarom. Van andere acteurs, zoals onder andere Morgan Freeman en Denzel Washington, ken ik zelfs alle films en heb ze vaak meerdere keren gezien. Behalve dan als ook Will Smith meespeelt, want dan zie ik die film niet, ook niet als er wel een door mij wel gewaardeerde acteur meespeelt. Die voor- of afkeur zit hem dus niet in het spel, maar moet wel in de persoon zitten, al kan ik die factor of factoren niet noemen. Dat is dus blijkbaar toch iets dat ik van mijn moeder heb geërfd.
En kort geleden kwam dan die klap van Smith. Voor mij een brug te ver, ik haat geweld, maar ook het vervolg was voor mij onacceptabel. Hij maakte excuses aan de organisatoren en zijn mede-genomineerden, maar niet aan slachtoffer Chris Rock. Als je moet slaan om je gelijk te krijgen ben je voor mij een minderwaardig mens, en als je daar geen afstand van kunt nemen, deug je niet. Ik hoef dus ook verder geen film met Will Smith te zien, maar die zag ik dus toch al niet. Nu weet ik ook waarom.
28 maart 2022. Een eigenaardig voorval.
Toen ik zondag met de bus naar Assen ging, voor zomaar een uurtje vanwege het mooie weer, kwam er in de bus na enkele haltes al, een enorme heisa op gang. Een zwarte vrouw, van rond de dertig zette een enorme keel op, met gillen en schreeuwen, waar de honden geen brood van lustten. Het gemiddelde magere speenvarken had er vreemd van opgekeken. Ik zat te ver weg om te zien wat er nu aan de hand was, maar het werd me duidelijk dat een eveneens zwarte man met haar ‘bezig’ was. Ik had eerst het idee dat deze man haar aanviel of zo, want anders zou ze toch niet zo’n enorme keel opzetten. Maar naarmate de seconden verstreken werd het me duidelijk dat hij haar juist probeerde te kalmeren. Er was ook nog een kind van een jaar of 5 bij. De chauffeur zette de bus stil langs de kant van de weg en ging poolshoogte nemen. Eerst probeerde hij de man te helpen met het tot bedaren brengen van de vrouw, maar zag blijkbaar snel in dat dat naar zijn mening zinloos was en ontfermde zich vervolgens over het kind dat er wat zielloos bij stond. Hij leidde het kind af en dat leek me een goede handeling. Hij belde ook, naar ik aannam met de politie. Maar u snapt wel hoe het dan gaat. Op de vroege zondagmiddag heeft de politie uiteraard andere prioriteiten, net als op andere dagen en momenten, en ik begreep al meteen dat die niet snel zou komen, of misschien zelfs wel helemaal niet. Met min of meer zachte hand, werkte de chauffeur samen met de man, de vrouw die maar bleef gillen en krijsen, samen met het kind en een buggy, naar buiten. Hij bleef nog even kijken naar het tafereeltje op de stoep, en het leek wel een beetje te kalmeren, maar stil en rustig heb ik het niet gezien. Na enkele minuten besloot de chauffeur dan toch maar verder te gaan rijden, want wachten op de politie is in die situatie een tamelijk zinloze bezigheid. Dan zou hier de ene na de andere bus gaan stranden, zonder dat er hulp kwam. En met alle respect voor buschauffeurs, hun specialiteit ligt toch ergens anders, dan bij het tot rust brengen van overduidelijk onrustige patiënten. Het totale oponthoud was ongeveer een kwartier en we kwamen dan ook iets te laat op de bestemming aan. Ik had een overvloed aan tijd, dus het maakte me niets uit en ik heb dus mijn wandelingetje gemaakt.
April 2022. De wolf.
Intussen las ik dat er een wolf in een woonwijk in Amersfoort is gesignaleerd, en ook eentje, mogelijk dezelfde, in Leusden. Ik ga al een tijdje niet meer wandelen op de Veluwe, wat ik zo graag deed en ook de Drentse bossen zijn voor mij taboe, om dezelfde reden: de wolf. Nu zijn ze ook al in woonwijken, mogelijk zelfs eentje waar ik af en toe kom. Het moet niet gekker worden. Kan ik straks nog veilig boodschappen doen? Wat zijn het voor halve zolen die vinden dat de wolf een dier is dat bij ons thuishoort? Dezelfde halve zolen die beweren dat roofdieren, zoals wolven, alleen doden om te kunnen eten en dat mede daarom mensen er niet bang voor hoeven te zijn. Hoe komt het dan in een weiland onlangs 26 dode schapen zijn aangetroffen? Allemaal door één wolf. Bestaat een wolvenmaaltijd dan uit 26 schapen, of uit 6 reeën, op een andere plek? Wie gelooft dat nu nog? Een ander bericht geeft aan dat in heel Europa het afgelopen jaar slechts zes mensen aan een wolvenaanval zijn bezweken. Dat valt dus ontzettend mee, zeggen dan de voorstanders. Ik wil toch echt niet graag dit jaar bij de volgende zes horen.
April 2022. Het sturen van vrouwen en meisjes.
Volgens een krantenbericht, is de laatste tijd het karten bij meisjes erg populair. Ik heb het zelf ooit ook wel eens gedaan. Het is een soort veredeld botsautootje op een binnenbaan. Mogelijk toch ook wel op een buitenbaan. Max Verstappen is ooit ook zo begonnen. Een directeur van zo’n baan vermeldde dat het hem vooral opviel dat meisjes veel preciezer kartrijden dan jongens. En dat is precies wat mijn ervaring met meisjes en vrouwen ook is. Er is hier in de buurt een rotonde, die volgens mij met de kleinst mogelijke afmetingen gebouwd is, zodat ook de grootste toegelaten vrachtauto’s en uiteraard ook bussen daar nog net precies overheen kunnen. De bus die ik regelmatig neem, moet daar dus ook overheen. Rondom het middenpleintje van die rotonde liggen langs de rand verhogingen, waarvan het niet de bedoeling is dat verkeer daar overheen rijdt. De maten van die rotonde zijn zo krap, dat het de meeste buschauffeurs niet lukt om die rotonde zonder zo’n hobbeltje met een achterwiel mee te pakken. Je voelt dat ook als je in die bus zit. Bijna elke keer dat er een vrouw achter het stuur van de bus zit, lukt het haar wel om die rotonde te passeren zonder een hobbeltje te nemen, terwijl van de mannelijke chauffeurs – inschattend uiteraard – zo’n 70 tot 80% dat niet lukt. Ik vraag me dus al lang af, hoe dat toch komt. Vrouwen rijden preciezer en mannen rijden slordiger is al lang mijn conclusie. Nu hoorde ik het ook eens van iemand anders.
April 2022. Wat schoolkinderen allemaal moeten leren.
Ik moet soms denken aan wat allemaal aan schoolkinderen zou moeten worden geleerd. Dat hangt er namelijk vanaf welke belangengroep je raadpleegt. Zo moeten kinderen op de basisschool al seksuele voorlichting krijgen, zwemles, verkeersles, emancipatieles, democratieles, maatschappijles, en voorlichtingsprogramma’s krijgen over alcoholgebruik, drugs en nog een hoop andere uiterst belangrijke zaken die kinderen allemaal moeten weten, zoals de belangrijkste feestdagen en andere zaken van alle wereldgeloven. Op een keer bleek het schoolprogramma voor basisschoolkinderen zo overbeladen, dat er helaas nog maar weinig ruimte over was om ze taal (lezen en schrijven) en rekenen te leren. Voor zaken als aardrijkskunde en geschiedenis was dus helaas echt geen tijd meer beschikbaar. En inmiddels dalen we elk jaar steeds verder af op de ladder van landen waar de taal- en rekenvaardigheid van kinderen wordt gemeten. We zitten daar bij de laatste meting al lager dan menig ontwikkelingsland. Corona speelt uiteraard hierbij ook nog een rol, maar dat probleem was er in alle andere landen ook, dus dat beïnvloedde de onderlinge verhoudingen niet zo erg. Naar mijn mening moeten kinderen naar school om te leren lezen, schrijven en rekenen. Als er tijd over is moet er enige ruimte voor aardrijkskunde en geschiedenis zijn. Voor alle overige zaken kan onmogelijk de basisschool (en andere scholen) worden ingezet. Dat moet de politiek nou eens oplossen en niet gemakshalve maar alles op het bordje van het onderwijs schuiven. Want dat brengt ons als maatschappij alleen maar achteruit.
19 april 2022. De oudste top-5 in mijn familie
Mijn vader werd 82 jaar, 11 maanden en 12 dagen. Van alle rechtstreekse voorouders van mij van de afgelopen 100 jaar had hij tot voor kort de derde plaats. In maart 2022 werd mijn oudste broer Arie namelijk 83 en die heeft nu dus het stokje van de derde plaats van hem overgenomen. Het is de vraag of hij zich dat wel heeft gerealiseerd, maar dat ga ik hem nog wel vertellen.
De tweede plaats op deze erelijst is voor onze moeder. Die bereikte de leeftijd van 93 jaar, 7 maanden en 28 dagen. Arie is nog meer dan tien jaar bezig voordat hij die tweede plaats kan veroveren, maar hij heeft uiteraard nog alle tijd.
De hoofdprijs is voorlopig nog altijd weggelegd voor onze opa van vaderskant, die de leeftijd van 95 jaar, 10 maanden en 11 dagen bereikte. Uiteraard hobbelen mijn andere broer Jan en ik nog een hele eind achter deze familie-coryfeeën aan. Hoewel Jan, die nu nog vijfde staat, begin april 2024 al de vierde plaats kan krijgen. Mijn eigen positie op deze lijst is uiteraard nu nog onbetekenend. Ik heb zelfs nog geen zin om mijn precieze plek te gaan uitrekenen. Voor de eerste plaats heb ik nog meer dan 20 jaar nodig!! Dus dat duurt echt nog wel even.
We moeten nu nog alleen voor de eerste drie plaatsen een passende onderscheiding bedenken. Goud, zilver en brons zijn wat te afgezaagd. Dat moet creatiever kunnen.
22 april 2022. Dromen van premier Rutte.
Ik zal – net als iedereen – ongetwijfeld veel dromen, waarschijnlijk zelfs elke nacht, maar het is maar heel zelden dat ik me een droom bij het wakker worden nog herinner. En al die herinnerde dromen zijn even bizar en even onverklaarbaar als onuitlegbaar. Al is het een hele bedrijfstak, die poogt aan dromenuitleg te doen, en ook al probeer ik dat zelf in voorkomend geval meestal ook.
Sigmund is er ooit mee begonnen, de dromenuitleg een wetenschappelijk sausje te geven, en ik heb zelfs nog een boek van zijn hand hierover. Uit een tijd dat ik zelf ook nog de illusie had dat dromen op wetenschappelijke wijze uitgelegd moeten kunnen worden. Dat geloof ik nu niet meer, zoals ik zoveel wetenschappelijks van Sigmund niet meer geloof.
Vanmorgen was het weer eens zover. Bij het ontwaken wist ik mijn droom in hoofdtrekken nog. Ik verkeerde in een beschaafd gezelschap, van ongeveer 35 personen. De enige andere persoon die ik hiervan – uit de media uiteraard – kende was onze premier Rutte. Het is mij in de hele droom niet duidelijk geworden wat voor soort gezelschap dit nu precies was, noch begreep ik waarom we bij elkaar waren. Een inhoudelijk onderwerp is niet besproken. We zaten in een ruimte rondom een stuk of zes of zeven tafeltjes voor elk 4 tot 6 personen. Op zeker moment wordt er door de bediening een schaal met kroketten naar binnen gedragen, alsmede een kleiner schaaltje met mosterd. Er was ruim voldoende voor iedereen. Met de verdeling van de kroketten en de mosterd over de tafeltjes liep het bijzonder rommelig. Het was mij een raadsel wie daarin wat deed en waarom. Na de verdeling hadden wij aan het tafeltje waaraan ik zat nog geen kroket of mosterd gezien, terwijl bij andere tafeltjes gemord werd dat het er voor dat tafeltje te weinig waren. Tegelijk waren er genoeg kroketten over. Premier Rutte greep in. Samen met enkele hem bekenden, die ik uiteraard niet kende, ging hij naar een aparte tafel waar hij op een groot vel papier tekeningen begon te maken. Hij tekende evenveel cirkels als er tafeltjes waren en schreef rondom elke cirkel namen. Die namen rond die cirkels – zo bleek mij later van anderen in het gezelschap – hadden overigens niets te maken met de werkelijke tafelbezetting van dat moment. Op voor mij en anderen onnavolgbare wijze werden vervolgens de overgebleven kroketten (en de mosterd) herverdeeld over degenen die nog niets hadden gehad. Toen dit achter de rug was hadden ik en enkele anderen nog altijd geen kroket of mosterd gekregen. Ik ging dus naar Rutte toe en kreeg de kans om even naast hem te komen zitten. Ik legde hem geduldig uit dat ook na de herverdeling van kroketten en mosterd, er nog altijd deelnemers waren, waaronder ik, die nog altijd geen kroket of mosterd hadden gekregen. Hij antwoordde mij daarop, met de van hem zo bekende glimlach:”Maar de bijeenkomst is nu afgelopen.”. Ik reageerde nog met de opmerking dat dat het formele antwoord was, maar dat dat het probleem van de niet goed verdeelde kroketten niet oploste. En op dat moment werd ik wakker.
Voor wie toch wil proberen een uitleg te bedenken: ik heb niets met kroketten, ik eet ze hoogst zelden. Hetzelfde geldt voor de mosterd. Ik heb ook niets tegen premier Rutte, al kan ik ook bij hem wel zaken aanwijzen waarmee ik het oneens ben. Maar dat geldt voor bijna iedereen. Ik had ook geen bijzondere trek bij het wakker worden.
Zaterdag 23 april 2022. Sint Jorisdag.
Het is een van de vele raadsels uit mijn verleden. Hoewel de padvindersgroep waarvan ik deel uitmaakte, de Van Laergroep, een zogenaamde Gi-groep was, dus van protestants-christelijke snit, vierden we dit ‘feest’ toch elk jaar met diverse plechtigheden en met veel groepen tegelijk. Ook op het Haagse Binnenhof bijvoorbeeld, met honderden tegelijk. Terwijl heiligenverering toch echt een typische R.K.-aangelegenheid was en is. Het staat me ook niet bij dat de KV (Katholieke Verkenners) aan deze plechtigheden meededen. Ik vraag me zelfs af of het überhaupt nog wel gevierd wordt. Zelfs op de website van de St. Jorisgroep kom ik het niet tegen. Ik zal niet alles oplossen van wat ik in het leven ben tegengekomen. Dit is daar ook een voorbeeld van.
Woensdag 27 april 2022. De olielamp.
Het was vandaag een drukke dag. Eerst met de bus naar Assen, die er een minuut of veertig over doet, dus dat viel nog mee. Daar enkele boodschappen gedaan. Om 10 over twaalf in Assen op de bus naar Leeuwarden gestapt, die daar om 2 minuten over 2 aankwam. Een kleine twee uur dus. Dan een flink eind lopen, omdat ik in een soort industriewijk moest zijn, waar het openbaar vervoer nu eenmaal schaars is. Het betrof de winkel van www.olielamp.nl omdat ik een glas nodig had voor een stokoude olielamp die ik had gekregen. Hiervoor was ik al in vele winkels in de provincie Groningen geweest, van antiekzaken tot scheepvaartwinkels en gespecialiseerde zaken in huishoudelijke artikelen, maar nergens hadden ze zoiets en ze wisten ook nooit wie het dan wel zou kunnen hebben. Ik liet, aangekomen te Leeuwarden in de specialiteitenwinkel, het gebroken oude glas zien aan de neringdoende en deze zei meteen: ‘ah, een tussenmaatje’. Dan merk je meteen dat je bij de vakman staat. Iemand die op alleen het gezicht kan vaststellen welke maat het precies is en ook kan zien dat het een incourante maat is, waar modernere glazen blijkbaar of een pietsie groter of juist een klein beetje kleiner zijn. Zijn vervolg: “Deze maat wordt al heel lang niet meer gemaakt, maar wij hebben ze nog wel. Dit moet wel van een heel oude lamp zijn”. En ik weer: “Naar ik begrepen heb stamt hij uit rond 1900”. Hij gaf daar geen reactie op. Ofwel hij was het ermee eens, of hij wilde niet in discussie gaan met zo’n overduidelijke leek als ik. Begrijpelijk. Het was in elk geval een firma die al heel lang bestaat en met een vakman die al heel lang in het vak zit. Ik kocht er dus meteen maar twee, dan kan ik er gerust nog eentje breken.
Naast het pinapparaat lag een wandtegeltje met de tekst: “Doe geen lampolie in een olielamp.”. Een advies dat mij wel aansprak, omdat ik zelf zeer van onlogisch lijkende adviezen hou en ze zelf ook regelmatig geef. Ik wilde uiteraard ook weten waarom dan niet, en wat er dan wel in moet. De deskundige: “Als je lampolie in een olielamp doet, gaat de lont branden. Effect is dat de lont dan steeds korter wordt en je de lont regelmatig een stukje omhoog moet draaien, omdat de vlam steeds kleiner wordt. Nog los van mogelijke walm, moet je dan regelmatig nieuw lont gebruiken. Als je petroleum gebruikt, brandt niet de lont maar de petroleum en gaat de lont ‘eeuwig’ mee. En hij liet zowel een lont zien die met lampolie gebruikt was als en een lont die met petroleum had gebrand. Is dat dezelfde petroleum die moeder vroeger gebruikte om suddervlees mee te maken? De deskundige: ja, in principe wel, maar tegenwoordig kun je ook gezuiverde petroleum kopen. Die ruikt minder dan de ouderwetse. Waar kun je dan die gezuiverde petroleum kopen? Antwoord: geen idee, maar hier hebben we die wel. Dus heb ik meteen maar een fles gezuiverde petroleum gekocht en een extra lont. Want ik had geen idee hoe de oude lont er bij mij uitzag. En dan nog een keer de vakman: ” Bij dit glas, hoort deze lont.” En hij knipte van diverse rollen met verschillende breedtes aan linten de juiste breedte af. Ik had dat met geen enkele fantasie kunnen bedenken.
Groetende jongedames en anderen.
Vervolgens ben ik na weer een stuk lopen op de trein naar Groningen gestapt en in Groningen op de bus naar huis, waar ik tegen etenstijd aankwam. Na even bijgekomen te zijn ging ik vervolgens naar onze Chinees, want ik had geen puf meer om nog eten te gaan koken en ik had er ook niks uitgelegd. Daar kwam de volgende verrassing: ik had het er nog nooit zo druk gezien. Alle tafeltjes op één na waren bezet en die nam ik dus in gebruik en bovendien stond er een hele rij mensen om af te halen. Er was de gebruikelijke bediening: de eigenaresse en een extra medewerkster. Ik bedacht al snel dat dit niet goed kon gaan, met misschien wel veertig klanten tegelijk. Toen ik na precies een kwartier zelfs nog geen kaart had gekregen en mij geen blik van herkenning was waardig gegund, terwijl ik er toch regelmatig kom en ze me goed kennen, besloot ik eieren voor mijn geld te kiezen en schuin aan de overkant naar de Italiaan te gaan. Daar was het ook even druk, terwijl zij nog wat meer tafeltjes en plaatsen hebben dan de Chinees, en ook hier had ik nog precies het laatste tafeltje. Alsof het zo moest zijn. Verschil met de Chinees was dat ik al direct na binnenkomst zeker zes bedienende personeelsleden telde en daarnaast ook de eigenaar zelf meedeed in de bediening of het afruimen van de tafels. Het ging dus vrij vlot allemaal. Ik had dus de bospaddestoelensoep, en daarna de varkenshaas met brie in een cognacsaus met bijlagen. Heerlijk. Eén van de bedienende jongedames, sprak me aan. “Ik zie u regelmatig op de Rijksstraatweg lopen, en volgens mij loopt u dan helemaal van het ene naar het andere einde.” Ja, dat klopte. Bewegen is gezond. Dat beaamde ze. Het was te druk voor een uitgebreider praatje, maar dat had ze zeker gedaan, voelde ik. Het is al de zoveelste dame in de afgelopen jaren – van allerlei leeftijden – die me hierover aansprak. Blijkbaar vinden ze dat toch heel bijzonder. Ze liep weer door, maar niet nadat ik nog even vroeg: “Volgende keer even zwaaien hè?” Ze lachte en zei: zal ik doen. Als ze het ooit zal doen weet ik toch niet welke bekende dit dan weer is. Want die belofte is al door meerdere mensen gedaan.
We leven in veranderende tijden. Gewoonten en gedrag waar ik groot mee ben geworden zijn nu aan het veranderen. Op school maakten we kennis met Karel de Grote en Filips (of zelfs Philips) II van Spanje, onze tegenstander in een groot deel van de 80-jarige oorlog. De naam Karel werd voor het eerst gedragen door Karel Martel, de grootvader van Karel de Grote. Karel Martel werd geboren op 23 augustus 686 waarschijnlijk te Herstal, toen alleen nog maar een flink huis, nu een stadje, vlakbij het huidige Luik, als zoon van Pepijn II van Herstal en Alpaida, met wie Pepijn in bigamie getrouwd was, naast zijn eerste echtgenote Plectrudis. Het waren dan wel gedoopte Christenen, maar de normen lagen nog niet zo erg vast. Toen Alpaida moest bevallen van Karel Martel, moest uiteraard ook koning Pepijn worden geïnformeerd. Die was juist bezig met een groot banket, samen met zijn vrouw Plectrudis. De boodschapper kon uiteraard niet zomaar aan hem melden dat hij een zoon had gekregen, waar zijn vrouw niets van wist, die naast hem zat. Dus de boodschapper improviseerde ter plekke en zei tegen Pepijn, maar zodat iedereen het kon horen: “de kerel is gekomen”. Pepijn wist dan dat hij weer een zoon had, al was het geen officiële, terwijl de anderen dachten dat er een bij Pepijn bekende man was gearriveerd. Deze variant werd later bevestigd, maar ‘kerel’ werd snel verbasterd tot ‘Karel’ en zo werd Karel Martel de eerste Karel in de geschiedenis. Er zouden er nog vele Karels volgen, in meerdere landen. Net zoals dezer dagen er weer een volgende Karel is gekomen in de persoon van Karel III van Engeland (Groot-Brittannië). De Britten en de Fransen verbasterden vervolgens die naam tot Charles, en voor Karel de Grote, Karel Martels kleinzoon, tot Charlemagne. Maar die verbasteringen hebben wij hier nooit gevolgd. Zo kennen wij dus de Britse koningen Karel I (1600 – 1649) en zijn zoon Karel II (1630 – 1685). Waarom de volgende Karel dan in Nederland meteen Charles III zou gaan heten, snap ik gewoon niet. Wij kennen hier helemaal geen Charles I en Charles II. Iets dergelijks deed zich niet zo lang geleden in Spanje voor. Elke Nederlander kent Filips II van Spanje, waarnaar ook in het Wilhelmus wordt verwezen. We kennen ook, voor de liefhebbers, Filips I, Filips III, Filips IV en Filips V van Spanje. Dan komt er een volgende Filips van Spanje, die dan logischerwijze Filips VI zou moeten heten, maar die heet hier dan ineens Felipe VI, terwijl we hier geen enkele andere Felipe van I tot en met V kennen. Voor mij zijn het dus Karel III, en Filips VI.
Maandag 3 oktober 2022. Eenzaam maar niet alleen?
Je leest er wel vaker over dat zoveel mensen, tegenwoordig zelfs heel veel jongeren, zich ‘eenzaam’ voelen. Ik heb daar zelf eigenlijk nooit last van gehad. Geen seconde zelfs. Ik ben wel heel vaak alleen, maar daar kies ik helemaal zelf bewust voor. Ik heb wel genoeg samengewoond, vind ik. “Ik hoef niet meer, want ik ben al geweest.” is een andere slogan van me. Het boek van koningin Wilhelmina heette: Eenzaam, maar niet alleen. Dat heb ik altijd maar een rare titel gevonden. Het is zo somber, zo negatief. zoiets: “Ik heb wel steeds mensen om me heen, maar ik voel me desondanks eenzaam.” Ik draai het liever om: Alleen, maar niet eenzaam. Er gaat bij mij geen enkele dag voorbij, zonder (persoonlijke of digitale) contacten met anderen. Familie, vrienden en min of meer ‘zakelijke’ relaties. Ik zou ook niet zonder kunnen. Maar dat betekent nog niet dat ik met ook maar één van hen zou willen samenwonen. Ammenooitniet, zou mijn moeder gezegd hebben. Daarom trof mij onderstaande poster nogal: hij past heel goed bij mij.
Vrijdag 7 oktober 2022. De Sovjet-Unie.
Inmiddels ben ik met het boek over Gorbachov eind zestiger jaren aangekomen. En ik vind het nu al een openbaring. De schrijver – William Taubman – verklaart dat de tekst de goedkeuring heeft gehad van Gorbachov zelf, en dat neig ik wel te geloven. Ik heb met het gebeuren in de voormalige Sovjet-Unie, verschillende referentiekaders. In de eerste plaats wat ik ervan in het nieuws (radio/televisie/kranten) heb meegekregen, vanaf het moment dat ik me er bewust van werd. Die bewustwording is uiteraard heel geleidelijk gegaan. Ik kwam uit het ziekenhuis eind 1958 toen ik een jaar of 11 was, en toen hoorde ik voor het eerst het nieuws en las ik wel eens een krant. We waren geabonneerd op de Haagsche Courant. Vanaf ongeveer mijn 16e of 17e jaar was ik me bewust van het bestaan van de Sovjet – Unie, vooral ook omdat moeder bekende een sympathisant van de CPN (Communistische Partij Nederland) te zijn. Ze was bij mijn weten nooit lid en bezocht ook geen partijbijeenkomsten. De CPN was uiteraard aanhanger van de Sovjet-Unie. En ik vroeg me al snel af, waarom moeder eigenlijk een sympathisant was, en wat dan mijn positie was. Ik ben nooit – geen dag- sympathisant van de CPN of de Sovjet-Unie geweest. Vanaf dat moment ben ik me ook meer gaan verdiepen wat de sovjet-unie eigenlijk voorstond. Ik weet nog dat ik als tiener een boekje kocht, gepubliceerd door de Neue Zürcher Zeitung (NZZ), met de titel : “Die sozialistische Errungenschaften der Sovjet-Union.” = De socialistische verworvenheden van de Sovjet-Unie. De Moskouse partijleiding beriep zich namelijk vaak op de ‘verworvenheden’ van hun systeem, zonder daarbij uit te leggen wat die verworvenheden dan waren. De NZZ sabelde in hun boekje die zo geroemde ‘verworvenheden’ genadeloos neer. Mijn tweede belangrijke informatiebron over de Sovjet-Unie waren uiteraard de beide lange reizen die ik door dat land maakte, in de zeventiger jaren, waarin ik met eigen ogen kon aanschouwen, hoe dat land er uit zag en door de mensen daar beleefd werd. Ook dat was geen mooi beeld, hoewel ik me kostelijk vermaakt heb, juist vanwege de bizarre uitwassen van hun systeem die we tegenkwamen. Ik weet nog dat we op zeker moment een kolonel (andere rang?) van het Sovjet-leger een lift gaven, die uitgebreid vertelde hoe verschrikkelijk slecht dat leger functioneerde: niets werkte volgens hem volgens de bedoelingen. In het boek stelde Gorbachov, die zelf van boerenafkomst in een klein dorpje ten zuidoosten van Rostov was, toen hij in de vijftiger jaren in Moskou mocht gaan studeren, dat tien jaar na de oorlog, in 1955 dus, niets, maar dan ook niets functioneerde volgens de bedoelingen. Sterker nog hij zag vele zaken die juist het tegendeel waren van wat de bedoeling was of moest zijn. Dat kwam dus precies overeen met het boekje “Errungenschaften” als ook met de verhalen van de liftende officier en wat ik ook zelf kon zien, hoewel die waarnemingen van pakweg 10 tot 20 jaar later waren. En als er van het Sovjet-systeem tussen 1918 en 1980 zo weinig tot zelfs helemaal niets terecht is gekomen, hoe lang kun je dat dan nog volhouden? Blijkbaar toch nog elf jaar, totdat de sovjet-unie in 1991 instortte. En wat moet je verwachten van het Russische leger dat daarna op de vorige traditie is opgebouwd? De vraag stellen is hem beantwoorden.
Zaterdag 15 oktober 2022. Duitse boodschappen.
Heb dus maar meteen de koe bij de horens gevat, en ben naar Duitsland getrokken. Tevoren wel even precies nagekeken, welke beperkingen er nog zouden gelden, en dat bleek er slechts eentje te zijn: in de treinen in Duitsland is het dragen van een mondkapje FFP2 nog verplicht. Dus nam ik zo’n mondkapje mee en voor alle zekerheid nog mijn paspoort. Een vorige keer moest ik dat nog laten zien en had ik het niet bij me. Een ezel stoot zich ……etc. Het was verrassend om te zien hoe de resterende passagiers vrijwel precies bij de grensovergang allemaal tegelijk hun mondkapje opdeden. Blijkbaar zit de schrik voor de Duitse politie er stevig in. Er kwam er echter geeneen tevoorschijn. Ook bij het eindstation in Weener, was geen politie-agent te bekennen. Dat was wel apart, want ook in tijden ruim vóór de coronacrisis stond er altijd wel een agent. Of twee agenten. Het is mij nog steeds niet duidelijk waarom dit ministationnetje zo’n aantrekkelijke werkplek voor Duitse politieagenten is. Maar deze keer waren ze er dus niet. In de super, de Combimarkt, heb ik weer mijn gebruikelijke boodschappen gedaan: uitzonderlijke soepjes van Langman, 3 potten Nivea soft, die daar de helft kosten van wat ze hier kosten, bijzonder fraai keuken- en toiletpapier, en uitzonderlijke alcoholica die daar ook zeker 40% minder kost dan hier. Zoals deze keer hazelnotenlikeur en chocoladelikeur, twee potten Rote Grützen, Lavazzakoffie met sterkte 8 van 10. Allemaal hier niet te koop, of heel veel duurder. En voor de eerste keer: gekleurde eieren, die hier alleen met Pasen te koop zijn en Lindtchocola die hier bij zowel AH als Jumbo al maanden geleden uit het assortiment zijn genomen. De hele reis kostte ongeveer 16,50 maar de besparing was mogelijk wel het dubbele en bovendien had ik diverse exclusieve spullen die hier helemaal niet te koop zijn. Deze keer was ik extra attent op koffiecupjes, van het Nespressoformaat ten behoeve van mijn broer. Die bleken er in deze Gigawinkel alleen te zijn van het merk Nespresso zelf en van het merk Starbucks. Beide in heel kleine hoeveelheden. Terwijl ze er zeker tien verschillende koffiemerken, elk in diverse varianten hebben, (geen Douwe Egberts, wat Duitsers mogelijk niet zo goed kunnen uitspreken), waarvan ik zeker weet dat ze in Nederland ook cupjes hebben van het Nespresso-model. In Duitsland is Nespresso kennelijk nog niet echt doorgedrongen. Hoewel het uiteraard een heel gesjouw was, ging ook de terugweg voorspoedig.
Oktober 2022. De Drentse Bergen.
Mijn nieuwe fiets apparaat – afkomstig uit Duitsland – heeft ook nog een bergversnelling. Daarvoor moet je een speciale knop indrukken, als je met de fiets een berg wil beklimmen. De Drentse bergen zijn namelijk – zoals bekend – berucht vanwege hun zeer steile hellingen, dus zo’n knop kan dan heel erg goed van pas komen. Handig dus. Dan staat er weer niet bij of je die knop ook moet gebruiken als je juist zo’n steile helling af wil. In de Drentse bergen is dan weer de wereldberoemde VAM-berg het meest berucht. Op de top staat dan een bord met vermelding: Col du VAM, 4800 cm. Dan heb je het dus gehaald en dan moet je weer naar beneden.
Oktober 2022. Luchtvochtigheid en het broeden van eieren.
Het afgelopen etmaal ben ik dan weer op zoek geweest naar hygrometers, omdat ik de berging nu wellicht kan gebruiken voor andere doelen, maar daarvoor moet ik wel weten hoe vochtig het daar is. Want met teveel vocht kun je er beter geen boeken of kleren gaan bewaren, of dan stevig in plastic verpakt. Ook bij deze zoektocht kom ik dan weer meerdere verrassingen tegen. Als lid van de Consumentenbond kijk ik dan eerst even of die club er wel eens een getest heeft. Dat bleek niet het geval en men verwijst dan onder andere naar de Duitse zusterorganisatie Stiftung Warentest. Maar als je daar dan op bezoek gaat dan blijkt ook de Stiftung Warentest nooit hygrometers te hebben onderzocht. Van het kastje naar de muur heet dat. Veel ambtenaren zijn hier jarenlang goed mee doorkneed en zeer bedreven mee geraakt. Dan ga je dus naar mogelijke andere tests, maar dat valt dan niet mee. Er blijken zowel mechanische (analoge) als digitale hygrometers in omloop te zijn. Volgens meerdere bronnen kun je de digitale meters niet ijken en de mechanische wel. De laatste door hem een uur in een natte doek te leggen en dan zou hij na een uur dus 100% moeten aanwijzen. Waarom dat niet met een digitale meter kan, vermeldt niemand, maar ik vermoed dat dat komt omdat digitale meters vrijwel nooit tot 100% gaan. Na lang puzzelen kwam ik dan op de mechanische hygrometer TFA Dortman 7cm terecht. Voor plm 22 euro te koop. Behalve dat je hem kunt ijken, heeft hij nog het belangrijke voordeel dat hij ook bijzonder geschikt is voor gebruik met een eierbroedmachine. Aldus de bijgaande informatie. Jammer genoeg voor slechts maximaal twintig eieren tegelijk, maar je moet daar klein mee beginnen, dat is logisch. Maar hij is dus zeer geschikt voor de kleine broeder. Kan dit wel? Of is ‘broeder’ iets anders?
Vrijdag 11 november 2022, Sint Maarten. De eerste keer dat ik Sint Maarten vierde was op 11 november 1989. Ik had ons nieuwe huis in Haren gekocht op 1 november 1989 en we waren nog volop bezig met het opknappen, schilderen, behangen, schoonmaken en allerlei zaken aan elkaar knutselen. Tot op die elfde november om een uur of zeven in de avond de bel ineens gaat. We keken elkaar verbaasd aan: wie zou dat nou zijn, want we kennen hier nog bijna niemand. Ik open de deur en daar staan enkele kinderen met lampionnen en die beginnen een liedje te zingen. Iets met koeien en staarten. Dat kende ik uit mijn vorige woonplaatsen: ‘s-Gravenhage, Maassluis en Bodegraven totaal niet. Ik had zelfs nog nooit van Sint Maarten gehoord. Toen de kinderen waren uitgezongen, verwachtten ze snoepgoed of iets anders, maar dat hadden we uiteraard ook nog helemaal niet in huis gehaald. Ik weet niet meer hoe we dit uiteindelijk hebben opgelost, want je stuurt niet graag kinderen die zingen met lege handen terug. Maar opgelost is het zeker.
Dit ’trauma’ heeft wel tot effect gehad dat ik de 11e november nooit meer vergeten ben. Een tijd lang heb ik me zelfs die avond ‘niet thuis’ gehouden. Ik zou dan snoepgoed moeten aanschaffen, altijd veel te veel natuurlijk omdat je geen kind wil teleurstellen, en dan weet je zeker dat je een ‘berg’ snoepgoed overhoudt, die je dan weg kunt mikken, want snoepgoed is slecht voor mijn gebit en mijn lijn. En als ik ergens zwaar aan gehecht ben, is het wel mijn slanke lijn. Totdat vorig jaar tegen deze tijd een buurvrouw me meldde dat in ons hofje op Sint Maarten er geen kinderen langs de deuren gaan. Dus nam ik vorig jaar de gok en liet alles open en de lichten branden. Er kwam inderdaad geen kind langs. Dus dat weten we dan ook weer. Later ben ik me gaan afvragen waarom er in ‘s-Gravenhage, Maassluis en Bodegraven geen Sint Maarten werd gevierd en in Groningen wel. Het blijkt dat er een lijn rond het midden van het land loopt, waarboven wel, en waaronder niet Sint Maarten wordt gevierd. En dat die lijn aan de westkant van het land geleidelijk naar het zuiden schuift maar aan de oostkant juist stabiel is. Zo wordt nog niet zo lang ook in Haarlem en zelfs in Amsterdam Sint Maarten gevierd. Dat was alweer een jaar of tien geleden en het zou best kunnen dat die lijn inmiddels nog verder omlaag is gegaan. Maar Leiden en Maasluis heeft hij intussen nog niet bereikt, anders had ik het wel van een van mijn broers vernomen.
Fietsen op het voetpad.
Zaterdag 12 november 2022. Ik had mezelf weer eens op een rustig dagje getrakteerd. Wel trok ik tijd uit om weer eens winkels langs te gaan waar ik al lang niet geweest was, en schafte ik alhier een mij passende signaalgele helm aan. De combinatie: maximale grootte en felle kleur had ik nog niet eerder ergens te koop gezien. De helm is zelfs voorzien van een rood achterlampje. De uitleg van de fietsenboer was dat veel racefietsers zonder verlichting rijden en dan zijn ze in elk geval van achteren aan het lampje als verkeersdeelnemer herkenbaar. Zelfs fabrikanten spelen dus in op het verkeersfoute gedrag van heel veel fietsers. Het wordt zo niet alleen getolereerd, maar zelfs aangemoedigd op deze manier. Op het voetpad voor mijn huisdeur zie ik dagelijks fietsers en zelfs brommers en motoren voorbijkomen of -razen. En al sinds ik hier woon, vanaf 2005 of zo, heb ik hier nog nooit een agent gezien om de orde te handhaven. Dus je kunt je hier geheel straffeloos en nu zelfs aangemoedigd, op de voetpaden met elk vervoermiddel en zonder verlichting met elke gewenste snelheid verplaatsen. Als je maar de juiste helm op hebt.
Stoken in mijn geïsoleerde woning.
Zondag 13 november 2022. Met de dalende temperaturen, begint het nu toch wel frisjes te worden. Ik heb me gerealiseerd dat de uitstekende isolatie van deze woningen eigenlijk alleen maar gedaan is van de buitenste ‘schil’. Dus buitenmuren, buitendeuren en ramen, vloer en dak. Daardoor wordt veel warmte maar vooral ook veel kou buitengehouden. Maar aan de tussenmuren tussen de woningen is helemaal niets gedaan. En die zijn dus nog van het isolatieniveau van 1975, toen deze woningen werden gebouwd. Ik realiseerde me maar pas, dat dat dus betekent dat de stookwarmte van mijn bovenburen en beide zijburen, ook naar mij toe ‘lekt’. En andersom uiteraard, als ik stook. Dat verklaart wellicht ook waarom het hier nog niet kouder dan 16,5 graden is geweest, ook al is de temperatuur buiten dichtbij nul. Ik wil toch nog enkele dagen proberen om nog steeds niet te stoken, want dan kan ik zien of de temperatuur toch nog verder zakt. En als ik dan wel ga stoken is het tot 18 graden en gaat de temperatuur na het avondeten weer terug naar 15 graden, tot de volgende dag om 12.00 uur.
Winteroorlog in de Oekraïne.
Maandag 14 november 2022. Eén van de zaken die me zo verbaast in deze tijd, zijn de ‘deskundige’ commentaren van westerse (ex)militairen over de situatie in de Oekraïne. Tot de hoogte militairen toe, zoals generaal Milley van de V.S. zijn eensgezind in hun opvatting dat nu, met de winter op komst, de fronten ook wel zullen bevriezen. Tot komend voorjaar, als de kou weer uit de lucht is. We zijn het eens dat de winter nu op komst is, al is het veel later dan vroeger, maar oneens dat dat zou betekenen dat de fronten zouden gaan bevriezen. Integendeel zelfs. In WO II hebben Duitsers en Sovjets tussen 1941 en haast 1945 hier volop gestreden. Het front ging steeds weer heen en weer. De lering van toen was dat de fronten ‘bevroren’ in voorjaar en herfst, als de grond vaak te drassig was voor zware voertuigen, tanks en vrachtauto’s, die niet vooruit te krijgen waren. De strijd laaide weer op, met bewegende fronten tot gevolg, in de zomer, als de grond weer goed droog was en ook in de winter, als de grond stijf bevroren was, zodat de grond de voertuigen weer kon dragen. Zouden al die hoge militairen van vandaag nou nooit die strijd van toen hebben bestudeerd? Alleen als de temperaturen extreem laag werden, 40 graden of meer onder nul, dan hadden Duitsers en Sovjets problemen met het op gang krijgen van de motoren van de diverse voertuigen en hun wapens. Dus moesten ze die vaak permanent aan laten staan, met een groot brandstofverbruik tot gevolg die dan ook weer moest worden aangevoerd. Bovendien hadden de Duitsers er niet op gerekend dat de strijd langer dan een paar maanden zou duren, met als gevolg dat ze niet gerekend hadden op winterkleding in de winter 1941/1942. De Russen van toen hadden die juist wel. Alleen bij de Oekraïners heb ik nu berichten gelezen dat men zich voorbereidt op de wintertijd, ook met winterkleding. Die kennen de geschiedenis dus wel. Nu zijn de Russen aan de beurt, die er zeker niet op gerekend hebben, dat ze de winter nog aan het front zouden staan. Die maken nu dus dezelfde fout als Hitler maakte in juni 1941. De Russen van nu staan er inmiddels bekend om dat ze hun logistiek niet op orde hebben, en dat wordt rampzalig als er inderdaad nog een redelijk strenge winter zou volgen. Vanaf volgende week gaat het daar permanent vriezen, al is het eerst nog niet zo heel fel. Bij uitstek de tijd voor de Oekraïners om in de aanval te gaan. Dan wijk ik maar af van de ‘deskundigen’.
De grondwaterstand.
Donderdag 24 november 2022.Vanmorgen was in het nieuws dat het kabinet heeft besloten de grondwaterstand in een aantal veengebieden (Groene Hart van Holland, Groningen, Noord-Holland) te gaan verhogen. “Nieuwe klap voor de boeren” kopte de Telegraaf. Het was al midden zeventiger en tachtiger jaren dat ik lid was van de gemeenteraad van Bodegraven bij de eenmansfractie van D66. Daar had ik eens vragen gesteld aan het College van B&W waarom de grondwaterstand er zo laag stond, en of daar niet wat aan gedaan kon worden, in het belang van de natuur en de mensen.Weidevogels verdwenen steeds meer en door die lage waterstanden verzakte met name de wijk Broekvelden, waar ik ook woonde, steeds meer. Elke paar jaar moest er van gemeentewege weer een laag zand in het openbaar groen, de particuliere tuinen en onder de wegen en straten worden aangebracht. Wat een verspilling. Het werd me daar pas duidelijk dat het vooral kwam omdat de boeren graag een (steeds!) lagere grondwaterstand wilden, voor de gewassen en voor het gebruik van hun machines, die dan beter gebruikt konden worden, dan op te drassige grond. Bovendien werd mij tijdens de behandeling in de Raad, duidelijk gemaakt dat de gemeente eigenlijk helemaal niet over de grondwaterstand ging. De grondwaterstand is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van gemeente, provincie, waterschap en Rijksoverheid. Aldus het College van B&W. Wel vroeg ik daarop nog hoe het dan kwam dat op verzoek van boeren de grondwaterstand zo simpel kon worden verlaagd, maar dat de omgekeerde beweging zo’n ingewikkeld proces zou zijn. Ik kreeg geen antwoord. Eindelijk krijg ik dan na plm 45 jaar gelijk. En ik geloof ook dat dit een klap voor de boeren moet zijn. Maar het kan dus wel, zo weet ik dan nu.
Privacy.
Vrijdag 9 december 2022.Vanmorgen las ik weer een bericht waarvan mijn haren weer eens recht overeind gingen staan. Niet letterlijk gelukkig. Het CBS stelt ook over november 2022 vast (net als over een hele reeks voorafgaande maanden) dat er in Nederland een forse oversterfte is ten opzichte van november 2021, die niet te verklaren is door de gevolgen van COVID-19 alleen. Er moet dus ook nog een andere oorzaak zijn, en dus moet er onderzoek plaatsvinden naar de vraag waarom er dit jaar zoveel meer mensen overlijden, dan in de afgelopen jaren. De discussie daarover – ook in de Kamer – die ik blijkbaar helemaal gemist heb, draaide rond het thema: mogelijke schending van de privacy, waardoor dit onderzoek niet zou kunnen. De landsadvocaat concludeerde al eerder dat er geen enkel bezwaar tegen was, maar de Minister (Kuipers) heeft nu toegezegd dat de gegevens die de onderzoekers (van het RIVM?) zullen ontvangen niet gerelateerd kunnen worden aan individuele personen. Mijn verbazing zit hem hierin dat alle overledenen per definitie geen privacy meer hebben. Privacy is immers ‘persoonlijke levenssfeer’ en wie niet meer leeft heeft logischerwijs ook geen levenssfeer en dus ook geen (recht op) privacy meer. Het doet me denken aan de discussie (en daarna procedures) van enkele jaren geleden, die websites waarop overledenen of begrafenissen worden bijgehouden, moesten voeren over de vraag of ze die gegevens wel mochten publiceren. De nabestaanden hebben die procedures allemaal glansrijk verloren. Wel hebben de betreffende websites samen een soort erecode afgesproken, dat als nabestaanden bezwaar maken tegen publicatie van gegevens van de overledene, ze een jaar lang niet gepubliceerd zullen worden. En daarna weer wel, ondanks eventuele verdere bezwaren. Dit uitsluitend op basis van piëteit, maar niet op basis van schending van de privacy. Dat verklaart ook dat de landsadvocaat geen enkel juridisch probleem zag en ziet tegen het onderzoek. Waarom dan de minister dan meent dat privacy toch ook voor overledenen moet gelden is me een compleet raadsel. Je moet waarschijnlijk D66-er zijn om dat te kunnen snappen, maar dat ben ik al meer dan 20 jaar niet meer. Er moet natuurlijk niet alleen naar de officiële doodsoorzaak worden gekeken, maar bijvoorbeeld ook of betrokkene was ingeënt tegen COVID. Wie weet kan dat ook de oorzaak van een overlijden zijn. Als het aan mij ligt zouden ze ook moeten kijken naar het eten wat de overledene gebruikte. Want onze chemische industrie vaart zeer wel bij alle chemicaliën die ze in ons voedsel stoppen (niet alleen in Nederland maar wereldwijd, overal waar ze hun tengels op kunnen leggen), maar ten koste van hoeveel doden gaat dat dan? Dat wordt uiteraard niet geregistreerd, maar zou je moeten navragen bij de nabestaanden. Dat zal wel een brug te ver zijn.
Mijn deken uit 1957.
Zaterdag 17 december 2022.Wat ik bij alle weggooiacties nog altijd niet had weggegooid, is een deken. Je weet nooit wat voor weer we nog gaan krijgen en hoe je je daartegen verweert. Een extra dekentje om je voeten of om je schouders kan geen kwaad, als het nog een keer bar en boos wordt. Tot ik gisteren eens naar het logo van de deken keek. Het bleek om een deken van de firma Van Wijk te Leiden te gaan, fabrikant van zuiver wollen Hollandse dekens. Daarna heb ik ook nog eens deze firma op het internet opgezocht en tot mijn verrassing, of zeg maar liever tot mijn stomme verbazing, bleek dat deze onderneming in 1957 al failliet is gegaan. In december 1957 kwam ik thuis van jarenlang verblijf in sanatoria, waarover elders op deze website veel informatie te vinden is. Pas nu realiseerde ik me dat ik – na jarenlange afwezigheid sinds ik een klein kind was – moeder voor mij nog een bed, matras, een kussen en lakens en dekens moest hebben. Je hebt dat als kind uiteraard niet door, want het is heel vanzelfsprekend dat als je thuis in de avond naar bed gaat, dat er dan een bed, met bijbehorende spullen voor je is. Het dekbed was in 1957 nog niet uitgevonden en iedereen sliep nog tussen lakens en onder één of twee dekens, afhankelijk van zomer of winter. En ook na 65 jaar is deze zuiver wollen deken nog altijd heel goed toonbaar. Het logo kon ik niet van het internet downloaden, omdat daar blijkbaar nog een soort copyright op heerst. Maar het is volgens mij niet verboden om een foto van je eigen deken uit 1957 te maken en daarvan treft u hieronder een stukje aan.
Wenken om oud te worden.
December 2022. Van een 104-jarige dame in Australië vielen me de volgende raadgevingen op. Aan veel van deze zeer oude mensen wordt dan gevraagd waarom zij denken zo oud te zijn geworden. En daar krijg je dan soms de meest vreemde antwoorden op. Een 100-plusser gaf aan dat hét recept voor oud worden was om elke dag een glaasje advocaat te drinken. Dat zou best eens kunnen helpen, maar ik volg dat voorbeeld toch maar niet. De eerdergenoemde dame van 104 gaf als oorzaken aan:
1. de genetica. Dat geloof ik wel. Het heeft vast wel iets met de genen te maken. Wat dat betreft heb ik het wel getroffen. Daar kun je zelf natuurlijk niets meer aan veranderen.
2. De geest scherp houden, door altijd aan de toekomst, met op zijn minst aan morgen, te denken en niet teveel in het verleden te blijven hangen. Dat is een uitstekend advies, dat ik ook al jaren volg. Maar dat kan met mij nog consequenter.
3. Blijven bewegen. Zo was ze er trots op dat ze nog elke dag geheel zelfstandig doucht. Ook dit advies is aan mij wel besteed, getuige mijn vele wandelen en straks ook fietsen. Dat douchen doe ik ook nog elke dag zelf, maar het belang daarvan was nog niet tot me doorgedrongen. Ik ben gewoon aan die fase nog niet toe, met alle bewegen dat ik toch al doe. Dat was het wat haar betreft.
Het lijken mij uitstekende adviezen, die ik in feite zelf ook altijd volg. Ik zou er nog aan toe willen voegen: 4. gezond en afwisselend eten. Daar ben ik knap fanatiek in, omdat ik ook steeds meer geloof dat onze chemische industrie, met vooraan DSM, steeds meer chemicaliën in ons voedsel stopt. Dat kan onmogelijk gezond zijn. Zelf vers koken. Dat is het. En niets of minimaal uit zakjes en pakjes en ook geen ‘samengestelde’ eet- en vleeswaren. Ik heb nog zeker 25 jaar te gaan. Ik kijk er echt naar uit.
De jaarwisseling 2022/ 2023.
Er was weliswaar, onder het ‘bewind’ van de nieuwe bewonerscommissie een bijeenkomst ter viering van de jaarwisseling georganiseerd, maar ik ben daar toch maar niet heengegaan. Ik heb nog wel even getwijfeld. Maar toen om 23.00 uur vanaf de afgesproken plek en tijd vuurwerk werd ontstoken wist ik het definitief: ik ga niet. Ik heb al zolang ik me er bewust van was, de jaarwisseling 1957/1958, toen ik net 11 was, weerstand tegen het knallen gehad. Ik zag daar totaal de lol niet van in en het leek me eerder knap gevaarlijk. Ik was vanaf half december 1957 uit het sanatorium ontslagen, dus ik wist nog maar amper hoe de gewonemensenwereld eruit zag, of er werd geknald bij de jaarwisseling. Ik zag dat totaal niet zitten. Van mijn moeder ‘moest’ ik min of meer ook meedoen en ik kreeg een sterretje in mijn hand gedrukt, dat aangestoken werd. Het werd een trauma. Ik weet zelfs nog dat ik ermee op de drempel van onze buitendeur stond en na afloop van mijn sterretje ik gauw weer naar binnen ging. Ik had geen stap op straat gezet. Buiten was het een kabaal van rotjes, voetzoekers en gillende keukenmeiden. Ik weet zelfs niet of die dingen nu ook nog bestaan, want ik hoor er al jaren nooit meer wat over, maar toen heetten ze zo. En ook in volgende jaren ben ik bij de jaarwisseling nooit buiten geweest. Op één uitzondering na, enkele jaren geleden, toen ik mij door enkele buren heb laten verleiden om kort na middernacht even op de Rijksstraatweg te gaan kijken. Daar was inderdaad een soort vuurwerkshowtje aan de gang, op het terrein van het benzinestation, en dat leek me ook inderdaad verreweg de veiligste plek om zoiets te doen. Het was wel zeker 100 meter van me vandaan, dus het leek me voor mij niet direct gevaarlijk. De andere kant opkijkend, richting Assen, zag ik heel in de verte wel wat flitsen, maar ik kon zelfs niet schatten hoe ver weg dat was. En dat waren dan echt al mijn avonturen met vuurwerk met oudjaar. Ik was dit keer niet van plan deze waardevolle traditie te breken.
6 januari 2023. Mijn langetermijndoelstellingen.
Mijn eerste langetermijndoelstelling is half december 2024. Dan wordt de heringebruikname verwacht van de spoorlijn naar Leer. Dan kan ik weer naar Leer met de trein en desgewenst ook nog verder Duitsland in. Daar heb ik nu al zin in.
Het volgende doel is dan maart 2025, als mijn huidige mandaat van het lidmaatschap van het platformbestuur van De Woonplaats afloopt. Ook daar kijk ik al naar uit. Dan heb ik weer meer tijd voor andere zaken die nu al te lang blijven liggen. Zoals de genealogie en mijn boekenverkoop.
Daarna komt december 2029, wanneer de laatste termijn vervalt van de studieschuld van mijn oudste zoon.
En – voorlopig – de laatste doelstelling is dan voor oktober 2031. Ik onthul later wel wat zich dan voor historisch fenomeen gaat voordoen.
12 januari 2023. Avonturen bij de slager.
Hutspot met klapstuk is een oer-Hollands gerecht, maar geen supermarkt verkoopt bijvoorbeeld klapstuk. En al heel lang niet. Dus dan wordt het hutspot met rookworst, riblappen of zoiets, maar dat is niet hetzelfde. En persoonlijk vind ik het ook minder. Ook bij mijn meukvrije slager heb ik klapstuk nog niet in het assortiment zien staan, dus daarvoor moet ik dan toch weer eens naar onze enige echte slager. Gelukkig stond daar een medewerkster die er al jaren werkt, dus die kijkt niet vreemd op als ik om klapstuk vraag. Als daar een jong meisje staat dat nog niet zoveel van het leven gezien heeft, kijken ze me – als ik om klapstuk vraag – altijd aan alsof ik een oneerbaar voorstel doe. Hetzelfde had ik een keer toen ik naar ‘broekspek’ vroeg. De jongedame reageerde daarop helemaal niet, en bleef me maar zwijgend aanstaren. Zoiets als: wie het eerste met zijn ogen knippert of in de lach schiet. Maar ik bleef uiteraard zeer serieus, zodat ze uiteindelijk toch maar naar achteren riep, terwijl ze me intussen bleef aankijken: “Martin (de slager), hebben we ook broekspek?” Waarop Martin terugriep: “Hoeveel?” Toen was voor haar pas duidelijk dat het een serieuze vraag was en begon ze naar me te glimlachen en kreeg ik mijn broekspek. Klapstuk is voor bij de hutspot en broekspek gebruik je om paté smeerbaar te maken, anders blijft hij te hard en te brokkelig.
Woensdag 18 januari 2023. The Curse of Oak Island.
Een favoriete serie van me is “The Curse of Oak Island” op History Channel. Die draait al een aantal jaren en gisteravond begon dan de zoveelste serie, als ik het goed heb de tiende. De laatste drie of vier series heb ik dan al gevolgd. Oak Island is een eiland in de Atlantische Oceaan, aan de Canadese kust. Daar worden al sinds 1795 opgravingen gedaan naar een schat die er begraven zou liggen. Er zijn sindsdien al zes mensen bij dit graafwerk overleden. Het voordeel van deze tijd is dat ze allerlei hightech apparatuur kunnen inschakelen, zoals grondpenetrerende radar, allerlei andere scans, met onuitspreekbare technische namen, waaronder LIDAR, ze boren tientallen gaten, van meer dan 30 meter, en komen dan zo diep onder de grond van alles tegen aan voorwerpen en ondergrondse gangenstelsels, die ze dan weer met camera’s en vervolgens met sonar ingaan. Er wordt op plaatsen goud en zilver in het grondwater vastgesteld, dat daar van nature niet voorkomt. Ze laten allerlei bepalingen van ouderdom van de diverse constructies en voorwerpen doen, met diverse methodes, zoals o.a. c14-koolstof, dendrinologie (jaarringen). Een hele stoet aan allerlei deskundigen met hun apparatuur komt steeds langs. Nog los van de technische mogelijkheden, stellen de vondsten daar de onderzoekers steeds weer voor raadsels. Er worden voorwerpen en delen van houten constructies gevonden, die duidelijk van na maar ook veel van vóór 1492 zijn en van allerlei oorsprong: Portugees, Frans, Spaans, Brits. Symbolen van de Tempeliers, de Vrijmetselaars en nog anderen komen volop aan het licht, en de raadsels stapelen zich steeds maar op. Ik hou wel van dit soort programma’s en kan ook meedenken hoe daar in vredesnaam een X uit het jaar Y van het land Z terecht kan zijn gekomen.
Donderdag 19 januari 2023. Jouker.
Jouker is ook weer zo’n woord dat mijn moeder gebruikte om aan te geven dat ze iets te duur vond. Ik weet nog altijd niet of dat haar fantasie was, of een echt woord, dat nu niet meer bestaat of gebruikt wordt. Nu is fietsen natuurlijk niet duur, maar ik breid de betekenis gewoon wat uit, doordat ik het nu ook ‘onbereikbaar’ of zo noem. Een ander woord dat ik nooit kon thuisbrengen was als moeder zich ergens groen aan geel ergerde, en dat gebeurde nogal eens. Dan zat ze ‘haar tim op te vreten’. Als ik het woord al goed verstaan heb met ’tim’. Wat een tim of iemands tim is, heb ik nog altijd geen idee van. Ik had toen niet de tegenwoordigheid van geest om het haar te vragen. Net zo min als mijn broers trouwens.
Zaterdag 21 januari 2023. De wolf.
Vanmorgen deed ik weer eens een ontdekking van een soort die ik maar eens per zoveel jaar doe. En dat dankzij de Facebookgroep van ene Annemieke van Straaten uit Volendam waarvan ik lid ben. Ik ken haar overigens niet persoonlijk en dat ben ik ook niet van plan. Ik ben lid van haar club, omdat ze een fervent strijdster is tegen de wolf. Ik ben ook al vanaf het moment dat ik vernam dat er wolven in Nederland in de vrije natuur rondlopen, een even fervent tegenstander hiervan. Wolven zijn wilde dieren, en in het bijzonder ook roofdieren, die ook niet te temmen zijn. Al eerder meldde ik mijn weerzin hiertegen. Sinds ik het weet ga ik ook niet meer in de vrije natuur wandelen, wat ik ook altijd graag deed, omdat ik niet – op een plek ver van alle mensen, waar ik dan graag kom – verrast wil worden door een wolf of zelfs een hele wolvenfamilie. De voorstanders menen dat een wolf geen mens zal aanvallen, en dat je dus rustig kunt blijven wandelen. Als je de strooptochten van een wolf alleen al in Nederland volgt, merk je dat er met grote regelmaat tot tientallen schapen worden vermoord door doorgaans een enkele wolf. Dat wolven moorden om te kunnen eten is ook al zo’n fabeltje. Een keer waren er 26 vermoorde schapen door een elke wolf. Dat is dus niet om te eten. Wolven moorden om te moorden. Ook andere vooral kleinere dieren zijn vaak het slachtoffer. Ik begreep dat er in heel Europa in een jaar niet meer dan zes mensen het slachtoffer worden van een aanval door een wolf. Het zijn er voor mij zes teveel. En ik wil daar zeker niet bij gaan horen. In een door genoemde Annemieke geplaatst filmpje van een zaaltje met enkele tientallen mensen, stelt een van de aanwezigen aan wolvenkenner (en blijkbaar ook wolvenvoorstander) Marc Wilbers de vraag hoe het kan dat onlangs in Duitsland een Trakhener (een soort paard) door een wolf is aangevallen en vermoord, terwijl dit paard een schofthoogte van 1,73 zou hebben gehad. Marc legde het geduldig uit: Ja, een wolf valt ook grote prooien aan, als deze prooi een zichtbaar onderliggend lijden heeft. En dat is dus de waarheid en nu weet ik ook hoe terecht het is, wat ik intuïtief al aanvoelde, om niet meer in de vrije natuur te wandelen. Ik ben namelijk zelf ook een grote prooi met duidelijk zichtbaar onderliggend lijden. En dat zijn andere zichtbaar gehandicapten ook, en kinderen zijn uiteraard geen grote prooi, maar worden doorgaans niet aangevallen als ze in gezelschap van groteren zijn. Waarom mogen zichtbaar gehandicapten niet meer in de vrije natuur komen? Is er een wolvenkenner die me dit kan uitleggen?
Vrijdag 3 februari 2023. Hoe kwam Hitler aan de macht?
Gisteren een op 30 januari j.l. door de Duitse TV uitgezonden documentaire gekeken, die de titel had: De eerste 100 dagen. Tegenwoordig wordt elke regering na 100 dagen beoordeeld op de vraag hoe het nu met het land gaat. Maakt een nieuwe regering dan eigenlijk wel wat uit? Maar bij de genoemde Duitse documentaire ging het dan over de eerste 100 dagen van de ‘regering’ van Hitler, die begon op 30 januari 1933. Ik wist al dat Hitler op democratische wijze aan de macht zou zijn gekomen, hoewel hij nooit meer dan 50% van de stemmen haalde. Maximaal 44%, maar dat was nog niet op 30 januari 1933 het geval. Maar hoe je dan nog democratisch aan de macht kunt komen heb ik nog nooit eerder gehoord of gelezen. In de documentaire begreep ik dat dat kwam door de het aannemen in het Duitse Parlement, de Reichstag, van die tijd van de zogenaamde Ermächtigungsgesetz op 24 maart 1933, waardoor Hitler in de praktijk alleen kon regeren. Maar hoe die wet dan kon worden aangenomen, als Hitler niet de helft van de stemmen had, wordt ook in deze documentaire niet uitgelegd. Dan moet hij daarvoor toch medestanders hebben gehad buiten zijn eigen partij, de NSDAP? Dat maakt me dan nieuwsgierig en dan wil ik dat gewoon weten. En na enig graven op het internet, ontdekte ik dat de Reichstag toen 647 zetels had, waarvan 288 van de NSDAP. Dus inderdaad heel ruim onder dan de helft. Er zaten nog tien andere partijen in dat parlement, waarvan er niet minder dan acht unaniem meestemden met de Ermachtigungsgesetz, en daarmee zichzelf voor jaren buiten spel zetten. Zo werd de wet aangenomen met 444 stemmen vóór, 94 tegen en 109 onthoudingen. De tegenstemmen waren allemaal SPD-ers, en de onthoudingen kwamen van zowel communisten als van SPD-ers. Hierdoor kon de regering (lees: Hitler) zonder instemming van het parlement wetten veranderen en uitvaardigen, en was ook de handtekening van de President (Hindenburg) niet meer nodig. Zo kwam dus de dictatuur van Hitler tot stand, met zeer ruime meerderheid gesteund door het parlement. Bijna niemand van de niet-NSDAP-ers in dat parlement zou uiteindelijk de oorlog overleven, zo las ik. Hoe voorkom je nou zoiets? Door in de Grondwet (die je niet zo simpel kunt wijzigen) op te nemen dat zoiets niet meer kan, en een kiesdrempel in te voeren, in Duitsland van 5%. Want in die oude Reichstag zaten ook partijen met 1 of 2 zetels. Ik ben niet zo zeker of dat voor altijd genoeg is.
Zaterdag 4 februari 2023. Met een mes de straat op.
Gisteren werd bekend dat vanaf 1 maart aanstaande in de gemeente Groningen een messenverbod gaat gelden. Je mag dan niet meer met een mes op straat of in de openbare ruimte zijn. Messen mogen dan dus alleen nog maar binnenshuis worden gebruikt. En dat terwijl ik me had voorgenomen toch eens wat vaker met een mes de straat op te gaan. Want hoe moet je je anders tegen de aanval van een wolf verdedigen? Met je blote handen? Dat wordt dan toch maar een pistool aanschaffen voor een buitenwandeling, want dat mag dan toch – met vergunning uiteraard – waarschijnlijk weer wel. Zal ik ook nog schietlessen moeten hebben, want ik heb nog geen idee hoe zo’n ding nou precies werkt. Wat je nog allemaal voor veranderingen moet meemaken als je 76 bent. Dat had toch niemand kunnen voorspellen?
Maandag 6 februari 2023. Een nieuwe ontwikkeling bij het veldrijden (en andere sporten).
Ik heb weer genoten zowel van het schaatsen als van het veldrijden. Het WK veldrijden bij de elitemannen was deze keer heel speciaal. Met de matadors Wout van Aert en Mathieu van der Poel vrijwel vanaf de start samen op kop. Het speciale was dat er voor het eerst in de geschiedenis ook een drone met camera op stukken meevloog. Je hebt het gevoel dat je op de schouder van de tweede zit. Dan heb je minder vaste camera’s nodig, bijvoorbeeld met een stuk door het bos. Heel bijzonder was ook nog dat de drone(s?) door twee amateurs, Belgen, in elkaar was gezet en bediend werd. De internationale wielerunie (de UCI) had hoge eisen gesteld voor toestemming. Zoals een minimale hoogte (ze mochten uiteraard nooit een renner of publiek raken), waardoor er op de hele route, maar vooral in het bos, takken moesten worden afgezaagd. Er is uiteraard eerst onder het toeziend oog van controleurs, mee geoefend. Dit kan voortaan ook bij andere sporten met een route worden gebruikt, onder andere de Formule 1. De wedstrijd zelf was ook bijzonder. Vooral in de laatste ronde waar Mathieu dankzij een beter strijdplan won.
Woensdag 8 februari 2023. De zwanenhals.
Intussen heb ik de zwanenhals in mijn badkamer gesloopt, omdat die wasbak nauwelijks meer doorliep, en het niet aan kalkvorming of de leidingen verderop kon liggen, want ik wist 100% zeker dat dat het probleem niet kon zijn. Wat was het probleem dan wel? Ik had mijzelf zwaar bewapend in de badkamer verschanst, met diverse waterpomptangen, een hamer en een stoomapparaat. Die zwanenhals was er sinds de bouw in 1975 niet uit geweest, dus ik verwachtte dat het wel duivels moeilijk zou worden om een en ander los te schroeven. 48 jaar jaar lang had dat vastgezeten. Krijg dat maar weer eens los. Maar bij de eerste de beste poging kwamen de ringen met een gewone tang vrijwel moeiteloos los. Alsof ze er gisteren pas waren ingezet. En toen wist ik ook meteen wat het probleem nou was: haar. En dat terwijl ik nooit mijn haar boven deze wasbak heb gewassen. Maar ik woon er pas vanaf 2005 of zo, en vóór mij was het huis ook al dertig jaar bewoond geweest. Bovendien zal er tijdens het tandenpoetsen ook wel eens een haar van mijn hoofd in de wasbak afgevallen zijn. En in tientallen jaren wordt het dan toch nog een flinke bos. Er zaten twee ‘moffen’ om de buizen om het echt waterdicht te krijgen: een horizontale en een verticale. De verticale was nog als nieuw en kreeg ik ook weer precies om de buis zoals die er al 48 jaar gezeten had. De horizontale, een stuk kleiner, was van een ander materiaal en die was duidelijk verouderd: hij neigde wat te verbrokkelen. Toch kreeg ik ook die weer om zijn buis en ik maakte alles dicht. Er bleven echter druppeltjes vallen, en wel in een tempo van één druppel per 12 seconden. Dat moet wel in de horizontale mof zitten die voelbaar en zichtbaar verouderd was. Dus die moet ik nieuw aanschaffen, met als voorbeeld de oude. Dus moet ik alles weer slopen. Helaas is de HUBO nu dicht, dus daar moet ik voor naar de stad, terwijl de bussen staken. We lossen het wel op. Inmiddels loopt de wasbak weer door alsof hij gloednieuw is geïnstalleerd.
Dinsdag 14 februari 2023. Valentijnsdag.
Met Valentijnsdag heb ik al een aantal jaren een bijzondere relatie. De eerste pakweg 60 jaar van mijn leven heb ik het nooit gevierd, heb ik nooit aan een grote of kleine liefde gedacht, maar is die dag ook aan mijn deur compleet voorbij gegaan. De dag had wat mij betreft evengoed niet kunnen bestaan. Maar plots kwam daar – in elk geval na 2011 – de ontdekking dat anderen het om me heen wel hebben gevierd en had ik daar zelfs een rol in, zonder dat ik me daar bewust van was. Maar ook na deze vaststelling is mijn verdere verhouding tot deze gedenkdag weer hetzelfde geworden: afwezig. Ik let er er intussen nog wel op dat ik me op die dag niet ergens voor laat gebruiken, dus ik ben iets voorzichtiger geworden met afspraken op die dag. Maar vandaag ben ik niet van plan ergens mijn opwachting te gaan maken, tenzij bij winkels waar ik boodschappen nodig heb, en ook hoop en verwacht ik dat ik er vandaag niet het ‘slachtoffer’ van wordt. Verder gun ik iedereen de liefde van zijn of haar leven, vandaag of op willekeurig welke andere dag.
Donderdag 16 februari 2023. Archieven.
Vanmorgen vroeg werd ik me er dan ineens bewust van dat er een nieuwe Archiefwet aan staat te komen. Voor mij dateerde de Archiefwet uit 1921, maar vanmorgen begreep ik dat hij al eens in 1995 was vernieuwd. En de volgende Archiefwet zou dan op 1 januari 2024 moeten ingaan. Volgens de Archiefwet 1921, en zijn uitvoeringsbesluiten, worden geboorteaktes pas na 100 jaar openbaar, huwelijksaktes na 75 jaar en overlijdensaktes na 50 jaar. Dat stond zeker ook al in de Archiefwet van 1921, en die lange periodes hadden toen nog niets te maken met privacy, ofwel ‘persoonlijke levenssfeer’, want de privacy was in 1921 nog helemaal niet uitgevonden. Bij de herziening van 1995 is dat niet gewijzigd. Ik heb nog niet door wat dat dan voor de genealogie betekent per 1 januari 2024, maar mogelijk helemaal niks, omdat geen van mijn genealogische verenigingen daar iets over heeft gemeld. Het zou toch een raadsel zijn als dat onveranderd blijft. Volgens de privacywetgeving hebben dode mensen immers geen privacy meer en is alles van overleden mensen per definitie openbaar. De enige reden die ik kan verzinnen dat het nog steeds allemaal zo lang geheim moet blijven is dat het gemeenten veel inkomsten zou schelen. Elke niet-openbare akte die je opvraagt kost namelijk leges, terwijl openbare aktes helemaal niets mogen kosten (behalve dan de kosten van het kopiëren). Maar dat is toch wel een heel vreemde reden waarom zo lang zo geheimzinnig moet worden gedaan over zaken die niets met de privacy te maken hebben.
Een ander project is van CABR, een instelling die bezig is om alle gegevens van ‘foute’ Nederlanders uit WO II (40-45) openbaar te maken en toegankelijk via het internet. Het is de bedoeling dat dit bestand per 1 januari 2025 openbaar toegankelijk wordt, in de veronderstelling dat al die mensen dan toch tenminste 100 jaar geworden zullen zijn. Nu al kun je uit dat bestand individuele zaken opvragen, mits betrokkene voor 1 januari 1923 geboren is, of indien na die dag geboren, kan worden aangetoond dat hij of zij intussen is overleden. Dat is dus een soort mengvorm tussen de eisen van de Archiefwet en de privacyregels. Je blijft dan nog zitten met de personen die zijn geboren na 1 januari 1925 en die vóór 5 mei 1945 nog ‘fout’ werden. Misschien bestaan die mensen wel niet of neemt men gewoon het risico, want elke dag na 1 januari 2025 wordt dat aantal uiteraard kleiner.
In Nederland waren er op 1 januari 2022 2595 100+-ers (van wie 2165 vrouwen en 430 mannen). Het is opmerkelijk dat voor deze mensen, een groep die ook nog eens elk jaar groter wordt, de privacywetgeving niet geldt, zoals ook uit het hier voorafgaande stukje blijkt. Hun persoonsgegevens zijn voor iedereen beschikbaar en je kunt er zelfs over publiceren. Hoogstwaarschijnlijk omdat de wetgever niet verwacht dat deze groep snel met actiegroepen tot actie(s) zal overgaan. Staken heeft voor deze groep uiteraard geen zin, maar ze kunnen nog wel de publiciteit zoeken en op leeftijdsdiscriminatie wijzen. En gaan procederen. Zeker voor de overheid is leeftijdsdiscriminatie immers verboden. Van mij dus de oproep: honderdplussers aller landen verenigt u! Ook moeten we nog een belangenvereniging oprichten, waarvan iedereen zich vanaf een bepaalde leeftijd, bijvoorbeeld 76 jaar, kan aansluiten. Die leeftijdsgrens kunnen we dan eventueel geleidelijk verhogen.
Zondag 26 februari 2023. De kerk van Haren.
Het boekje over de geschiedenis van de Harense Nicolaaskerk, geschreven door de dominee van de afgelopen ruim 20 jaren, heb ik uit. Het gebouw zou uit het eind van de 12e eeuw stammen, en hoewel daar geen documenten meer van zijn, vond ik zijn betoog daarover overtuigend. Het heeft te maken met de binnen toegepaste bogen (drie verschillende, hetgeen bijzonder zeldzaam zou zijn), de oorspronkelijke plaats van de diverse door- en ingangen (oorspronkelijk voor vrouwen en mannen apart!) en de gebruikte materialen. Vrouwen kwamen traditioneel uit het noorden, terwijl mannen dan uiteraard uit het zuiden kwamen. Dat is bekend. Bovendien vergeleek hij deze kerk met zijn bijzonderheden met andere soortgelijke kerken uit de provincie. Een interessant boekje dus.
Zondag 12 maart 2023. Het jodendom.
Een dagje de deur niet uit, met als excuus: de gladheid. Toch aan het eind van de dag het gevoel dat ik de dag weer eens nuttig had besteed. Al kan ik ook niet zo snel vertellen waarmee dan. Wel heb ik het boek over de geschiedenis van het Jodendom uitgekregen. Eén van de interessantste boeken van het afgelopen jaar. Schrijver Jonathan Adler van een Israëlische universiteit, legt zeer overtuigend uit, dat het Jodendom in feite pas vanaf 176 BCE geleidelijk door de Joden gepraktiseerd werd volgens de voorschriften zoals die in de eerste vijf Bijbelboeken zijn voorgeschreven. Per Joods voorschrift (o.a. niet eten varkensvlees en bepaalde vissen, de reiniging/bewassing, de diverse feesten, de synagoge) legt hij aan de hand van wat er schriftelijk bewaard is gebleven, en wat we bij opgravingen hebben ontdekt, uit dat er vóór het genoemde jaar nauwelijks iets kon worden vastgesteld van het feitelijk gebruik. Voor mij blijft het een raadsel hoe het komt, dat de eerste vijf Bijbelboeken volgens Wikipedia in 1450 – 1410 vC zijn ontstaan en dat daarna het blijkbaar tegen de 1300 jaar heeft geduurd voordat de eerste mensen zich er wat van aantrokken. Wie bewaarde deze schriften dan al die tijd voor wie? Niet voor Joden of Christenen in elk geval, want die waren er nog niet. Maandag 13 maart 2023. Het hierboven genoemde vraagstuk, dat de eerste vijf Bijbelboeken er al zouden zijn vanaf plm 1400 vC terwijl volgens schrijver Yonathan Adler de Joden pas vanaf ca. 176 vC zich feitelijk aan die geschriften zijn gaan houden, heb ik maar meteen even voorgelegd aan genoemde Yonathan Adler. In een oogwenk had ik namelijk via Google zijn e-mailadres gevonden en ik heb hem de vraag meteen maar even voorgelegd. Tot mijn stomme verbazing reageerde hij ook meteen. Zo snel heb ik nog nooit een reactie van een schrijver gehad, terwijl ik bij bijna elk boek dat ik lees wel iets te vragen heb. De meesten reageren zelfs helemaal niet. Fijn toch die techniek. Dat je binnen minuten converseert met iemand aan de andere kant van de wereld. Volgens Adler zijn de meeste geleerden het erover eens dat de Torah (waaronder de eerste vijf Bijbelboeken) geleidelijk ontstaan zijn tussen 800 vC en 400 vC. Tegen 400vC is er zoiets als een ‘definitieve versie’. Dat wijkt dus enorm af van wat Wikipedia daarover vermeldt. Die ontstaansgeschiedenis verklaart natuurlijk wel een heel stuk beter hoe het van het ontstaan naar de uitvoering is gekomen (onder de Makkabeeën, en in het bijzonder Makkabeeus II), maar er blijft ook in die visie toch nog wel een flink gat van meer dan 200 jaar waarin de Joden de Schrift wel kenden, maar er niet naar handelden. Wat geloofden die Joden in die ruim 200 jaar dan wel? Daarover geven de geschriften/correspondentie die op Elefantine zijn ontdekt enig uitsluitsel. Elefantine is een eiland in de Nijl, tegen Soedan aan, dus heel zuidelijk, dat samen met een stuk oeverland zeker al in 500 vC bezet is geweest door Joodse soldaten. Vraag me niet waarom. Ze correspondeerden met Joden (Priesters) in Jeruzalem. En daarin wordt duidelijk dat ze zich in feite aan geen enkel Bijbels gebod of verbod hielden, al kenden zij ook de Torah wel. Ze geloofden zelfs in meerdere goden, zeker vier, waaronder YHWH, die enige honderden jaren later als enige God overbleef. De geschiedenis van de mensheid blijft me maar mateloos boeien.
De genetische genealogie.
Op maandag 13 maart 2023 ging dus mijn informatieve brief aan het OM, over hun aanpak van de genetische genealogie, uit. Ben benieuwd of en wanneer ik daarop een reactie krijg. Wel heb ik op meerdere fronten van mijn bezigheden last van voortschrijdend inzicht. Zelfs na het vertrek van de voorstaande brief realiseerde ik me pas wat nu precies de ‘privacyschending’ is waarvoor het OM zo bang is bij toepassing van ‘mijn’ methode. Met als gevolg dat ze nu voor een aanpak kiezen met een bestand van hooguit 1.500 DNA-stalen van Nederlanders in plaats van de door mij voorgestane DNA-bestanden van meer dan 100.000 Nederlanders. Met mijn aanpak kom je uiteraard vele malen sneller en met minder risico (van o.a. koekoekskinderen) tot resultaat, terwijl het met zo weinig stalen van het OM het zelfs de vraag is of je überhaupt een resultaat krijgt. Je kunt met mijn aanpak inderdaad terecht komen (hoewel de kans daarop superklein is) op de zus van een moordenaar. Die zus is wel of niet op de hoogte van het gedrag van haar broer, maar zij moet – in de visie van het OM – medewerking aan de oplossing kunnen weigeren, vanwege haar ‘privacy’. Ook in mijn aanpak mag zij elke medewerking aan de oplossing weigeren, want dan pakken we gewoon een andere bloedverwant waarmee we het probleem wel kunnen oplossen. Je krijgt bij elke aanvraag namelijk bloedverwanten genoeg. Welke privacy schenden we dan toch nog? Dat zij niet wil meewerken aan de opsporing en eventuele berechting van haar broer? Ik vind dat overigens wel een verwerpelijk standpunt van die theoretische zus. Nette mensen willen namelijk volgens mij altijd wél meewerken aan de oplossing van een ernstig misdrijf. Ook al zou het een broer van me zijn of zelfs een kind. In dat geval, als betrokkene wordt verdacht van een ernstig misdrijf, wil ik bijdragen wat ik kan om het betrokken naaste familielid hetzij vrij te krijgen dan wel veroordeeld. Ik wil geen moordenaar beschermen, zelfs niet als het een naaste van me is. Mensen die dat wel doen zijn volgens mij niet goed bezig. We hebben grondrechten volgens de Grondwet. Maar geen enkel grondrecht is helemaal absoluut. Het recht op privacy is zelfs helemaal geen grondrecht, maar een recht volgens de gewone wet. En de privacy-fanaten vinden blijkbaar dat dat recht zelfs een sterker recht is dan een grondrecht, omdat het recht op privacy volgens hen helemaal absoluut moet worden genomen. Dat mag voor hen het los laten lopen van zeker tientallen zware criminelen zijn, die we zonder het opofferen van een milligram privacy anders niet kunnen opsporen.
Woensdag 15 maart 2023 verkiezingen voor Provinciale Staten. Ik heb het nog nooit zo moeilijk gehad om mijn keus te bepalen. Ik volg de geschiedenis van de boeren al sinds tientallen jaren. En elke keer is er teveel mest, maar komen er ‘veelbelovende technieken’ voor de verwerking van de mest en tevens ‘uitstootzuinige stallen’ en elke nieuwe ontwikkeling blijkt achteraf tegen te vallen. Intussen wordt de natuur al tientallen jaren veel teveel belast, en worden echte oplossingen al tientallen jaren vooruit geschoven. En dan die voortdurende schaalvergrotingen, met weet ik hoeveel duizenden dieren per boer. Het kan onmogelijk goed zijn voor de omgeving. We zijn al ver voorbij de hoogste tijd om er nu echt iets aan te gaan doen en niet weer verder uitstellen. Ik ben ook mordicus tegen de wolf, waardoor ik – zijnde voor de wolf een duidelijk exemplaar met fors onderliggend lijden – niet meer in de natuur kan wandelen. Op vragen hierover aan de zogenaamde wolvenkenners, ook wel wolvenknuffelaars genoemd, krijg ik geen antwoord. De ergernis voorbij. Er zijn bijna geen politieke partijen deze keer, die een standpunt over de wolf hebben. De meesten zeggen er helemaal niets over. En ook van hen krijg je geen reactie als je het vraagt. Dan heb je nog de problemen van en met vluchtelingen, de huizenbouw en ik kan zo nog wel een tijdje doorgaan. Er is gewoon geen enkele partij, die een echt samenhangend programma heeft om de problemen van deze tijd op te lossen. Of er zelfs maar een begin mee te maken. Iedereen roept maar wat. Liefst allemaal door elkaar. Toch ga ik stemmen, al weet ik pas in het stemhokje welke partij het gaat worden.
De wachttijden bij de kassa.
Bij de Super of ergens anders bij kassa’s ben ik altijd supergelukkig met de rij die ik kies. Ik heb vrijwel altijd de rij, waarin vóór mij iets gebeurt, waardoor ik extra lang moet wachten, voordat ik aan de beurt ben. Het heeft ook geen enkele zin van rij te wisselen, want dan krijg ik ook problemen in de nieuwe rij. Dus ik ga in een rij staan en oefen geduld. Ik heb al veel variaties gehad, van wat er allemaal in zo’n wachtrij verkeerd kan gaan. Dat varieert van niet-werkende betaalpassen, die eindeloos zonder succes worden hergeprobeerd, een kassa die helemaal uitvalt, een uit elkaar vallende fles, waardoor alles blokkeert, en eerst de troep moet worden opgeruimd, vragen van de klant of de caissière over het product, waardoor iemand terug de winkel in moet. Een ruzie of iets witte kool of savooiekool is (scheelde echt wel een dubbeltje per pond!), chef erbij en zo kan ik nog wel een tijdje doorgaan. Gisteren, 18 maart, betaalde een klant vóór mij met een bankbiljet dat zo verfomfaaid was, dat de caissière niet kon vaststellen of het biljet wel echt was. Die variant had ik nog nooit gehad. Chef erbij en ruzie. En ik maar wachten. Lijdzaam. Daar ben ik intussen heel erg geoefend in.
Donderdag 23 maart 2023. Een avondje Aalten.
Het was een ALV van het platformbestuur. De heenreis en de vergadering liepen allebei geheel volgens plan. Alleen de terugweg naar huis was een drama: urenlange plensregens. Tegen half negen vertrokken, verwachtte ik om half elf of uiterlijk 11 uur wel weer thuis te zijn. Het eerste stuk over binnenwegen en de N18 was al niet fijn. Vele diepe plassen, en dan moet je zeker niet te hard rijden, want voor je het weet, wijk je daardoor tien centimeter of iets meer uit en zit je tegen je tegenligger of lig je in de berm. Al zijn er altijd automobilisten, waaronder altijd ook enkele vrachtwagenchauffeurs, die het met 90 kilometer op een binnenweg nog veel te langzaam vinden en gaan inhalen. Dat zijn dezelfden die dat ook doen bij sneeuw en ijs: 100 of meer rijden. Eenmaal aangekomen op de A35, richting Almelo, met vier rijbanen een echte autosnelweg, was het allemaal een stuk veiliger en ook wat sneller. Maar na enkele kilometers was de rijweg helemaal afgesloten, voor onderhoud vermoed ik, en werd je een afrit opgestuurd. Ik had geen flauw idee hoe je dan verder moest. Gelukkig stond er beneden een A op een geel bordje die je de omweg wees. Een andere verwijzing was er niet, dus ik ging ervan uit dat je als je de A zou volgen je wel weer een stuk verder op de snelweg terug zou keren. Maar dat gebeurde dus niet. Na zeker een half uur over kleine binnenwegen gegaan te zijn, wilde ik eerst wel eens weten waar ik precies was. Een benzinepomp gaf die mogelijkheid. Ik bleek weer teruggegaan te zijn richting Enschede, waar ik nou net vandaan was gekomen. De logica van de wegbeheerder is dus, dat als je uit de richting Enschede komt, al het verkeer weer wordt teruggestuurd naar waar je vandaan was gekomen, behalve natuurlijk als je de weg kende, want niemand kwam me achterna of reed voor me uit, terwijl er wel vele bordjes met die A waren. Met een routesysteem kom je dan vanzelf weer terug bij het afgesloten deel en begint alles weer van voren af aan. Dus nam ik maar kleine stapjes. Eerst naar St Isidorius, eenmaal daar naar Goor en vervolgens naar Wierden. Ik sla enkele andere tussenstapjes maar even over. Eenmaal in Wierden vond ik weer snel de weg richting Ommen en Hoogeveen, en vervolgens naar huis. Al met al had ik zo een vertraging van wel anderhalf uur. En het bleef ook maar plenzen. Om half twaalf bij de garage, en van daar door de plensregens lopen. Eerst naar station Europapark, waar ik de trein van 0.06 uur had. Dan van station Haren in twintig minuten naar huis lopen, nog altijd door de plensregen en zonder regenjas, want dit enorme regengebied was bij mijn vertrek om een uur of drie niet door Buienradar gezien: het zou helemaal droog blijven. Ik kwam dus als een verzopen kat binnen om 00.35 uur. Inderdaad zo’n anderhalf tot twee uur later dan gepland.
Zondag 26 maart 2023. Een wandeling.
Het werd weer een keertje wandelen naar de Oostwijk, ook deze keer met een flinke omweg. Ik liep door straten in de buurt waar ik – ondanks dat ik hier al bijna 34 jaar woon – nog nooit eerder geweest was. Zo kwam ik plots een onderdoorgang onder de randweg tegen, die rechtstreeks naar een bosgebied leek te gaan. Op geen kaart te vinden. ‘Toevallig’ kwam er net een heer uit de tunnel en ik sprak hem maar meteen even aan. Waar deze tunnel naartoe ging? Die tunnel gaat naar een tweetal voetbalvelden, maar geeft geen toegang naar de bossen, aldus de heer. Die onderdoorgang is gemaakt om te voorkomen dat mensen en vooral kinderen de drukke randweg moeten oversteken. Als ik de naastliggende bossen in wil, moet ik of linksom of rechtsom omlopen. Aangezien mijn bestemming nog nooit een voetbalveld is geweest (wat moet een mens daar nou zoeken?) heeft die tunnel dus ook nooit op een wandelroute gelegen. Dat verklaart weer alles.
Maart 2023. Autorijden in regen en sneeuw.
Het is nog maar enkele dagen geleden dat ik me in deze rubriek, beklaagde over de snelheidsmaniakken die bij plensende regen, 90 km/u veel te traag vinden en met dik over de 100 je voorbij razen. Dat zijn dezelfde mensen die bij regen en ijzel hetzelfde gedrag vertonen. Ook sommige vrachtautochauffeurs doen dat. Nu in het nieuws dat drie Porsches, vlak over de Nederlandse grens van de A12/A3 ook in plenzende regen alle drie gecrasht zijn met vier doden tot gevolg, 500 meter over de grens. Dan kan je namelijk eindelijk het gaspedaal eens flink diep intrappen. Met alle gevolgen vandien: De Duitse politie meldde: veel te hard gereden bij teveel regen. Dat was dus precies waar ik voor waarschuwde. Met alle verdriet die dit heeft opgeleverd, is een voordeel dat we deze mensen in elk geval in zulke omstandigheden niet meer tegen zullen komen. En hopelijk is het ook een les voor anderen.
Woensdag 5 april 2023. Het volgende avontuur was het bijvullen van de cv-ketel. Dat is minder dan eenmaal per jaar nodig, en gisteren was dat dan het geval. De waterdruk was gedaald tot 1,1 mBar en dat moet ergens tussen 1,5 en 2,0 liggen. Bij 1,1 doet de cv-ketel het niet meer, althans de verwarming. Heet water kreeg je nog steeds. Nu heb ik het water van de cv-ketel al vaker bijgevuld, dus dat klusje ken ik wel. Daarvoor moet je bij mij op de grond gaan liggen en de andere kant van de waterslang, waarvan de ene kant al aan een waterkraan vastzit, vastdraaien aan de radiator. Kraan bij de radiator open, waterkraan open, en dan wachten tot de stand op of tegen de 2,0 zit. Dan waterkraan dicht, de radiator van nieuwe toevoer afsluiten en alles weer loskoppelen. Maar wat ik ook probeerde, met nog zo een engelengeduld, en het maximale gehaald uit mijn fijne motoriek, het lukte me niet om de slang aan de radiator vast te krijgen. Dat was me alle voorgaande keren juist wel vrij makkelijk gelukt. Na anderhalf uur proberen gaf ik het op. Ik belde toch maar het vaste onderhoudsbedrijf. Binnen een uur stond er een medewerker voor de deur. Ik legde uit wat het probleem was, en hij reageerde met: ‘maar u moet de slang ook helemaal niet meer vastmaken aan de radiator.’ Kijk, zo moet het:’ En hij pakte de slang en plaatste hem anderhalve meter hoger ergens tussen het buizenstelsel onder de cv-ketel op een gat. En hij draaide de moer van de slang zonder enige inspanning met zijn blote vingers op dat gat. Hij gebruikte er zelfs geen tang voor. Rood kraantje een kwart slag draaien, de waterkraan open totdat de stand op 2,0 stond, waterkraan dicht, kraantje bij de vulopening dicht en slang ontkoppelen. Binnen een minuut was het voor elkaar en stond hij weer buiten. Tja. In de afgelopen maanden is er heel wat afgesleuteld aan het systeem, ook in verband met de nieuwe gasbuizen in de wijk van kunststof in plaats van van grijs gietijzer. Als nu een van die monteurs me nou even had gemeld dat ik het systeem voortaan anders moest bijvullen, dan was alle ‘paniek’ nergens voor nodig geweest. Dan was die man helemaal niet hoeven komen. Maar voortaan weet ik dus hoe het moet. Het kan staand en met je blote vingers. Zo gepiept.
Vrijdag 21 april 2023. De loempiadeficiëntie.
Gisteren heb ik dan zowaar in de Oostwijk de al maanden daar niet verkrijgbare toploempia’s op de kop getikt. Ik kwam er al zeker twee maanden telkens op de verkeerde dag, hoewel ik de dag wel steeds afwisselde, want dan waren ze inmiddels alweer uitverkocht of nog niet geleverd. Na thuiskomst vroor ik er twee meteen in, eentje verdween meteen in de oven en de vierde in de koelkast: die is voor binnenkort. Ik had duidelijk last van een flinke loempiadeficiëntie, met alle daarbij behorende verschijnselen. Die is dus inmiddels weer voorbij: ik kan er weer even tegen.
Zondag 30 april 2023. Bewaren en opruimen.
En ineens kreeg ik de geest om weer eens een van mijn keukenkastjes uit te ruimen en schoon te maken. Het betreft het keukenkastje waar ik al mijn borden, kommen, kommetjes, bekers, dekschalen en allerlei ander keukengerei in bewaarde. Die had ik al een eerder uitgeruimd, maar deze keer ging het nog een stuk grondiger. Van alle tafelgerei hield ik er nog drie over: genoeg voor maximaal twee gasten. Als ik eens drie gasten tegelijk krijg gaan we uit eten. Een eetclub wil ik zeker ook niet meer. Dus ook allerlei bijzonder keukengereedschap, ging de container in. Ik ga geen eigen sauzen meer maken, met een vijzel om alles fijn en vervolgens door elkaar te stampen. Etcetera, etcetera, etcetera. De planken zijn nu een stuk leger en dus overzichtelijker, terwijl één plank zelfs nog helemaal leeg is, en ik ook nog geen idee heb wat daar moet komen. En zo heb ik nog meerdere kastjes waarvan zeker de helft van de inhoud nog weg kan.
Mei 2023. Kassa’s.
Ook had ik weer een nieuwe variant te pakken, waarom ik bij een kassa altijd zoveel vertraging heb. Dit keer ging er – toen ik net met mijn karretje aan kwam lopen – een extra kassa open en was ik meteen de eerste in de rij. Ik wist al dat dit absoluut geen garantie is dat ik snel zou worden geholpen, en dat was ook zo. De kassamedewerkster die met mij aanschoof, maar dan aan de andere kant van de lopende band, kreeg de kassa niet aan de praat. Het bleek dat haar wachtwoord was verlopen en ze eerst nog een nieuw wachtwoord moest kiezen. Althans dat maakte ik op uit de gesprekken van diverse supermarktmedewerkers die op gang kwamen. Want de ene na de andere medewerkster werd te hulp geroepen, en uiteindelijk stond er een kluitje. En samen kwamen ze er dan uit en kon het afrekenen beginnen. Ik heb uiteraard niet met een stopwatch getimed, hoe lang ik extra heb moeten wachten, maar het zullen zeker een aantal minuten geweest zijn. De hele rij van de kassa waar ik niet meer hoefde aan te sluiten, omdat ik een ‘eigen’ kassa kreeg, was inmiddels weggeholpen. Ook mensen die achter mij waren gaan staan, waren al in omgekeerde volgorde zich gaan aansluiten bij de vorige kassa, die het wel deed, en precies op het moment dat ik zelf aan de beurt was om naar de wel werkende kassa over te gaan, deed de niet-werkende kassa het weer. Van alle mensen in die winkel heb ik gisteren verreweg de langste wachttijd bij de kassa’s gehad. Omdat velen die na mij bij de kassa’s waren aangekomen, alweer (bijna) thuis waren. De medewerkster die de ‘ellende’ veroorzaakte, bood mij haar welgemeende excuses voor het lange wachten aan. Ik weet niet beter of dit is mijn lot: met een eindeloos aantal heel verschillende redenen, ben ik degene die altijd het langste bij een kassa staat. Het is niet anders. Lijdzaam wachten bij een kassa, zonder me te ergeren of op te winden, is mijn lot. Ik ben het gewend.
Dinsdag 9 mei 2023. De 9-meiparade op het Rode Plein in Moskou.
Zojuist de parade gevolgd op het Rode Plein in Moskou, ter gelegenheid van de herdenking van het einde van de Tweede Wereldoorlog in Europa. Dat deed ik in de afgelopen 76 keer nog nooit eerder. Het was uiteraard puur toeval dat ik bij het zappen op het internet, dat ik elke morgen doe, geheel toevallig op die live-uitzending terechtkwam. Ik kon het dus helaas niet vergelijken met deze show in voorafgaande jaren. Ik probeerde ook andere notabélen te herkennen, behalve dan Putin uiteraard. Dat viel me niet mee. Ik ken de heersers van die voormalige Sovjet-onderdelen in Azië, die blijkbaar aanwezig waren, ook niet. Wel zag ik Lukashenko, de heerser van Wit-Rusland. En herkende ik Shoigu en Gerasimov. Respectievelijk Minister van Defensie van Rusland en de baas van de krijgsmacht. Shoigu vind ik een merkwaardige figuur. Hij zat zelf nooit in het leger en als Minister van Defensie is hij dus – zou je zeggen – in Burgerkleding. Maar hij heeft toch ook een (fantasie?)uniform aan, met inbegrip van een hele batterij onderscheidingen, zoals alle topmilitairen en veteranen die daar hebben. Dus hij kon uiteraard niet zonder. Maar waaraan heeft hij dan al die onderscheidingen verdiend als hij nooit in het leger zat? Dat moeten dan toch vooral medailles van een soort Russische Duinenmars of zo zijn. Daar heb ik ook nog draagmedailles van, maar ik heb ze nog nooit in het openbaar gedragen. Ik zou niet weten bij welke gelegenheid het dan zou moeten. Ik zie toch nog drie mogelijkheden: thuis voor de spiegel, bij een volgende Duinenmars, of ik moet nog ergens Minister van Defensie worden. De parade zelf – hoewel ik die niet kon vergelijken – viel me wat tegen. Ik zag bijvoorbeeld slechts één tank, een T-34 uit WO II, maar ik dacht dat ik de andere tanks dan wel gemist zou hebben. Je kunt ten slotte niet alles zien. En de regie maakt ook zijn keuzes. Maar intussen lees ik bij waarnemers die ter plaatse waren, dat er inderdaad maar één tank bij de hele parade te zien was: precies die ene T-34 die ik ook zag. Ze zullen dus alle andere tanks wel ergens anders nodig hebben gehad.
Zondag 21 mei 2023. Mijn beoordelingen.
Bij het opruimen kwam ik gisteren mijn oude beoordelingspapieren van bij KPN tegen uit de jaren 89 – 94. Ik wist niet dat ik ze nog had. Maar aangezien ik een leven lang een bewaarder ben geweest, verbaast het natuurlijk ook weer niet. Bij het oppervlakkig lezen, kwam ik tot de ontdekking dat ik als opdracht o.a. heb gehad om 50 presentaties voor managers per jaar te geven. Dat is dus elke week een presentatie. Ik heb het nooit gedaan. Het is ook door mijn baas nooit tegen me verteld en ook niet dat het een probleem was als ik het niet had gedaan. Mijn beoordelingen waren al die jaren verder uitstekend, en ik kreeg steeds de maximale salarisverhogingen en de maximale bonussen. En iedereen kon ook zien dat mijn tent liep als een trein. Ook externe instanties, zoals o.a. het NIPO, meldden steeds dat het imago van KPN op de arbeidsmarkt steeds steeg. ‘Spectaculair steeg’ werd het zelfs een keer genoemd. Hoe is het dan gegaan met mijn beoordelingen en mijn doelstellingen? Ik heb het opdrachtenpapier blijkbaar steeds zwijgend aangenomen, en meteen in een la gestopt: ik wist echt wel wat ik moest doen. Daar had ik geen papier voor nodig. En ook het beoordelingsgesprek was altijd een wassen neus. Ik wist wel dat het heel erg goed ging met mijn tent. Daar had ik geen baas voor nodig om me dat te vertellen. Ik kreeg het papier en heb het ook meteen in een la gestopt. Maar hoe en waarom stond dan toch die merkwaardige opdracht erin en waarom sprak daarna nooit meer iemand met mij daarover? Ik vermoed dat die opdracht ‘boven’ is bedacht: op RvB-niveau. CEO Wim Dik vond presenteren heel erg belangrijk, en hij deed het zelf ook vaak en graag en met veel succes. En hij vond ook dat, zeker de mensen die het goed deden, hun verhaal overal moesten vertellen, zodat ook anderen daarvan konden leren. Hij sprak me eens (in december 1990) aan met het volgende verhaal: “Koos, alle managers in dit bedrijf zuchten en steunen onder de zware doelstellingen die ze hebben. Ze hebben ook allemaal een imagodoelstelling en ze klagen er allemaal over. De enige die daarover nooit klaagt ben jij. En tegelijk zie ik dat het bedrijfsimago in jouw verantwoordelijkheidsgebied met sprongen stijgt. Ik wil je graag helpen. Kan ik iets voor je doen?” Hij wilde blijkbaar ook deel van het succes zijn. Ik kon het niet zo snel verzinnen. “O ja, toch wel. Ik heb wel een probleem, maar ik heb geen idee, hoe u daaraan iets kunt veranderen.” “Dik: “vertel het maar.” “Het ergert me zo dat zoveel topmanagers in dit bedrijf hun afspraken (met sollicitanten) niet nakomen. Veel managers kunnen hun eigen werk niet organiseren. Elke keer een afspraak met een sollicitant moeten verschuiven is slecht voor het imago.” Dik: “Bedankt, ik weet genoeg”. En hij beende weg. Mij in verwondering achterlatend. Wat wou hij daar nou aan doen? Twee weken later op de nieuwjaarsreceptie hield de CEO zijn toespraak voor de top 500, met hun wederhelften. Ergens midden in zijn toespraak meldde hij dat er met onmiddellijke ingang een nieuwe beleidsmaatregel werd ingevoerd. Iedere topmanager die een afspraak met een sollicitant wilde afzegen of verschuiven moest daarvoor eerst toestemming vragen aan hem persoonlijk. En ze mochten hem daarover altijd bellen, op kantoor en thuis en op elk moment. De managers in mijn buurt keken mij allemaal aan: dat was een maatregel die ik zeker had verzonnen. Maar dat was niet het geval. Het was wel de meest geniale managementmaatregel die ik heb meegemaakt. Want het werkte. Niemand gaat voor zoiets onnozels als het moeten verschuiven van een afspraak de CEO bellen. Moet je me daarvoor bellen? Geen manager wil te boek staan als iemand die zijn eigen werk niet kan organiseren. Die manager zou dat dan vast wel merken als het om de volgende beslissing over hem gaat: qua salaris, bonus of positie. Het ging meteen een heel stuk beter met het nakomen van afspraken. Af en toe begonnen ze aan míj́ toestemming te vragen voor het mogen verschuiven van een afspraak. Maar die boot hield ik altijd af. Daarvoor moet je niet bij mij zijn.
Zaterdag 27 mei 2023. Mijn principes met criminaliteit en andere ongein.
Het is nu een periode waarin ik niet zoveel te melden heb. Er gebeurt wel van alles, maar dat is nog niet rijp om hier te vermelden. Ik ben altijd heel voorzichtig met wat ik hier meld. Ten eerste om mezelf te beschermen tegen allerlei tuig dat nu eenmaal hier te lande vaak op straat rondloopt. Maar ik moet ook rekening houden met de persoonlijke belangen van anderen. Ik kan hier niet zomaar iets over iemand melden, tenzij ik het 100% zeker weet en ook weet dat betrokkene er geen bezwaar tegen heeft, en/of dat ik er een hoger doel mee dien. Het hogere doel kan zijn om mensen te waarschuwen voor sommige mensen en hun ongein. Of als het om veroordeelde misdadigers gaat. Er gaat bijna geen dag voorbij of iemand probeert me ergens in te laten lopen. Dat kan met een ongevraagde e-mail zijn, aan de telefoon of op straat of aan de deur. Ongevraagde e-mails gooi ik altijd meteen weg. Dan kan ik ook nooit meer de eeuwige criminele link, die er dan zo betrouwbaar uitziet, aanklikken. De telefoon gaat ook met enige regelmaat, met een poging om me weer een of ander crimineel bos in te sturen. Ik ga op geen enkel ongevraagd telefoontje van een onbekende in en laat ze doorgaans niet eens uitspreken. Al twijfel ik wel eens om juist wel het gesprek aan te gaan, zodat ze minder tijd hebben om met hun criminele praktijken anderen lastig te vallen. Ik prijs mezelf bijna elke dag gelukkig, dat het weer gelukt is om schadevrij een dag doorgekomen te zijn. En dat hoop ik nog heel lang vol te houden.
Zondag 28 mei 2023. Eerste Pinksterdag. De opwarming van de aarde.
Intussen begreep ik dat vorig jaar de eerste zomerse dag (temperatuur 25 graden of hoger in De Bilt) viel op 13 mei en dat was twintig jaar geleden gemiddeld op 25 mei. Dat komt dan door het opwarmen van de aarde legde de KNMI-er uit. Dit jaar moet de eerste zomerse dag nog komen. Maar ook de weersverwachting voor de komende 14 dagen, dus tot 10 juni geeft nog altijd geen zomerse dag in De Bilt te zien. Dus we zijn intussen 28 dagen over tijd, als de aarde inderdaad opwarmt, maar nog altijd 16 dagen als de aarde niet opwarmt. Hoe zou dat dan komen? Wegens de afkoeling van de aarde??
Vrijdag 16 juni 2023. Treinellende.
Donderdag moest ik weer vroeg op, want het zou weer een dagje Utrecht worden, voor mijn nieuwe Woonbondclub. Het aanvangstijdstip voor deze bijeenkomsten is 11.00 uur, maar deze keer reden er – wegens onderhoud – geen treinen tussen Assen en Meppel. Dus dat betekende omrijden via Leeuwarden. Dat zijn treinen van Arriva, en het sympathieke was, dat je niet hoefde in- en uitchecken bij Arriva, zodat je OV-chipkaart niet beter wist dan dat je – in dit geval in Groningen bent opgestapt bij NS en Utrecht ook weer was uitgestapt bij NS. Sympathiek dus, want zo maak je geen extra kosten. De eerste rit was dus om half acht met de bus van mijn huis naar station Groningen. Dat verliep geheel volgens plan. De volgende fase was dan de Arrivatrein van Groningen naar Leeuwarden, met inchecken bij NS. Ook dit liep helemaal volgens de dienstregeling. Kort voor aankomst in Leeuwarden kreeg ik op mijn NS-app een mededeling dat mijn geplande trein uit Leeuwarden naar Utrecht niet zou rijden, maar wel de volgende. Vervelend, want dan zou ik te laat in Utrecht aankomen. Dus zond ik hiervan maar een berichtje. Eenmaal aangekomen in Leeuwarden bleek de situatie toch iets anders te liggen. Er was tussen Akkrum en Heerenveen een wisselstoring opgetreden, maar volgens planning zou die om 10.30 uur weer zijn verholpen. Alle treinen richting Zwolle stonden er dus stil. Ieder was verrast dat er op een display plots een melding stond dat de trein naar Den Haag er om 09.50 uur zou vertrekken. De storing was blijkbaar eerder verholpen, en de trein stroomde vol met passagiers. Bijna bij de voorgenomen vertrektijd kwam er een mededeling door de intercom van de trein met ‘een vervelende mededeling’. De trein zou dan toch niet vertrekken en in tegendeel werd het te verwachten vertrek van de eerste trein nu gepland op 12.30 uur. Als dat zou worden gerealiseerd zou ik nog net de laatste hamerslag van de vergadering kunnen meemaken. Dus ik besloot iets te verzinnen. Via de app zocht ik hoe ik in Heerenveen kon komen met de regionale bus. Vanaf Heerenveen reden er namelijk wel weer treinen naar Utrecht: ik moest ‘gewoon’ het gestremde gedeelte voorbij. Dat zou met vier keer overstappen moeten gebeuren. Maar dan was ik nog altijd ruim voor 12.30 uur in Heerenveen en kon ik tussen half twee en twee uur nog op de vergadering zijn. Door een misverstand van mijn kant stapte ik echter in de verkeerde streekbus. Lichte paniek overviel mij. Dat wordt tenminste nog een keer extra overstappen. Totdat ik me realiseerde dat dit weliswaar niet de bedoelde bus was, maar dat deze wel Heerenveen, station, als eindpunt had. De app had me met vier keer overstappen wel de snelste verbinding gegeven, maar dit was weliswaar trager, maar was wel rechtstreeks. Dat trage zat daarin, dat hij onderweg bij ongeveer elke boom en struik bij een halte moest stoppen. Aangekomen op het station van Heerenveen om pakweg half twaalf heerste daar complete chaos. Het was er druk, dus blijkbaar hadden veel anderen eigen vervoer naar Heerenveen geregeld. Of het waren mensen die naar Leeuwarden wilden, maar hier waren gestrand. Aan beide kanten van het perron stond er een trein. Bij de ene trein stond zowel op de trein als op het display boven het perron dat de trein naar Zwolle zou gaan, bij de andere trein stond zowel op de trein als op het display dat hij naar Leeuwarden zou gaan. Een conducteur deed geweldig zijn best om aan iedereen uit te leggen dat de werkelijke bestemming precies tegengesteld was als wat er op de trein en op de displays stond. Bovendien was blijkbaar ook de stremming al opgeheven, hoewel het nog lang geen 12.30 uur was. Na nog meer compleet tegengestelde berichten nam ik met veel anderen plaats in een trein waarvan iedereen hoopte dat hij echt naar Zwolle zou gaan. Ik had zelfs een zitplaats. En warempel, op een opnieuw compleet onverwacht moment kwam de trein in beweging en in de goede richting. Ik was tegen twee uur op de vergadering. Met een vertraging van bijna precies drie uren. En heb toch nog enige zinnige bijdragen geleverd, en was betrokken bij het maken van de afspraak voor de volgende vergadering. Na afloop naar Leusden, voor een bezoek aan achterneef en zijn vrouw. Het was weer gezellig en het eten om van te smullen. Om vijf over elf liep ik mijn huisje weer in.
Zaterdag 17 juni 2023. Het belang van lichaamsbeweging.
Plots heb ik me op mijn achtertuin gestort. Na de inrichting, vorige herfst, door mijn hulp, is hij flink gaan woekeren. Ik zie werkelijk het verschil nu niet meer tussen wat als plant bedoeld was en onkruid. Deze keer ben ik grondiger te werk gegaan dan de laatste keer. En ben een slag dieper gaan graven, om ook zoveel mogelijk wortels te verwijderen. Dat was best een vervelende klus. En op naar het nabijgelegen tuincentrum om 15 kilo of liter compost te halen en een rek waar de winterjasmijn tegenop kan gaan klimmen. Ook moest ik de toegang tot de tuin voor mijn fiets verbreden want dat is elke keer getob. Uiteindelijk had ik een strook van plm 60 centimeter helemaal schoon en de toegang was met 30 cm verbreed. Ik neem me voor ook vandaag en morgen daar verder aan te werken, misschien met nog wel een meter of anderhalve meter, maar af krijg ik hem absoluut niet. Volgende week wordt toch weer een werkweek, dus dat wordt wellicht pas volgend weekend. En is hij dan af? Ik hoop het en laat het u hier weten. Ik heb me wel weer verbaasd hoe belangrijk bewegen is. De winkelierster van het tuincentrum was zeker niet jonger dan ik, tilde met het grootste gemak de diverse zware zakken van hun plaats en legde de uitverkoren zak compost opzij. Ze keek me aan en nam me op, en vroeg: hoe gaat u dat dragen? Nu zie ik er toch best groot en flink uit, maar ze zag mij toch die zak niet zomaar dragen. Zij zelf had daar duidelijk geen enkel probleem mee, maar zij doet het ook elke dag, tussen honderden van dit soort zakken. Zonder mijn antwoord af te wachten, liep ze weg om een steekwagentje te halen en legde de zak erop. En zelfs met een soepel rollend steekwagentje vond ik het nog knap zwaar en zeeg ik eerst een tijdje op de bank neer, om even uit te blazen. Ik heb grote bewondering voor haar.
Maandag 20 juni 2023. Bij de tandarts.
Bij de tandarts had ik weer een nieuwe mondhygiëniste. Marleen dacht ik, maar het kan ook Mathilda zijn. Bij mij moet regelmatig tandsteen worden verwijderd. Bij elke nieuwe medewerk(st) er is dan de vraag of ik verdoofd wil worden. Dat hangt bij mij eigenlijk van de medewerker af. Zij besloot het zonder verdoving te doen en dat verliep verder heel goed: geen centje pijn. En plots begreep ik het: Degenen die het met verdoving deden waren eigenlijk uitsluitend mannen. De vrouwen deden het allemaal zonder verdoving. En ik begreep ook meteen waarom. Vrouwen werken namelijk preciezer dan mannen. Ik moest denken aan – en ik vertelde haar ook meteen – de baas van een kartbaan. Karten is blijkbaar bij meisjes sinds kort heel populair. De heel jonge mondhygiëniste knikte ook duidelijk: zij wist het ook. De kartbaanbaas vertelde dat sinds hij ineens zoveel meisjes zag, het hem opviel dat meisjes veel preciezer rijden dan jongens. En ik wist dat ook van een rotonde bij mij in de buurt, waar ook de bus, waar ik regelmatig in zit, de hele dag overheen moet. Die rotonde is de krapst mogelijke die er bestaat. Een bus of vrachtauto kan er maar nét overheen. Als de buschauffeur een man is, dan tikt hij vrijwel altijd met een achterwiel een of zelfs twee ‘verdrijvingsstenen’ in het midden aan, waardoor de passagiers allemaal enkele centimeters omhoog komen en dan weer terugvallen. Als de buschauffeur een vrouw is, dan stuurt een vrouw de bus keurig netjes langs alle stenen en gaat er niet overheen. Dat is heel precies sturen, maar het kan dus wel. Wat leren wij hiervan: bij de tandarts kun je maar beter een vrouw hebben.
Woensdag 21 juni 2023. Auto-ellende.
Een ingelaste vergadering in Enschede, met o.a. leden van de RvC. Het was zeker een nuttige vergadering waarin iedereen kon vertellen wat hij of zij wilde. En ook goede afspraken werden gemaakt. Door het KNMI was met code oranje veel regen en onweer voorspeld, zelfs tot in Groningen toe, dus ging ik na de vergadering en een broodje, zo snel mogelijk naar huis. Ik reed in één stuk door naar de garage om de auto meteen maar weer weg te brengen, en al ruim vóór acht uur kwam ik daar ook nog geheel droog aan. Nu moest ik ook nog proberen voor de bui(en) thuis te zijn, dus enigszins gehaast ruimde ik de auto uit, sloot de auto af en dropte de sleutel in de daarvoor bestemde muurkluis. Ik draai me om, kijk naar ‘mijn’ auto en zag tot mijn pure schrik dat het raam aan de bestuurderskant nog open stond. En de sleutel was ik al kwijt. Wat nu? Ik bel en app alle mogelijke nummers van het bedrijf, maar bij allemaal kreeg ik het automatische bericht dat het bedrijf gesloten is. Dan was er nog een nummer van een externe service waar je terecht kon voor pech en schade. Daar kreeg ik werkelijk een levend mens aan de telefoon, legde uit wat het probleem was en of er niet iemand even naar die auto kon gaan om een plastic zak voor het raam te plakken. Het zou immers langdurig gaan plenzen. Daarmee zou serieuze schade van de auto voorkomen kunnen worden. Maar daar is die firma niet voor. Die hebben juist belang bij schade, want dat is immers hun brood, en dat gaan ze dus niet bewust voorkomen. Vervolgens besloot ik om mijn regencape te offeren en probeerde die om het stuur en de gevoeligste elektronica te draperen. Maar daar was de auto het niet mee eens en hij begon dus te gillen. Dan niet, dan moet je het verder zelf maar weten. Intussen was het nog steeds droog. Ik ging dus toch maar naar huis, want ik kan bezwaarlijk de hele nacht voor dat open raam blijven staan. Mijn eerste stop was dus de bushalte. Daar kwam ik om een paar minuten over acht aan, en de bus zou vertrekken om 20.19 uur. Enkele minuten daarvoor, dus plm 20.15 begint het inderdaad zachtjes te regenen, en eenmaal onderweg, eerst naar het station Groningen, zette de regen ook stevig door, maar echt noodweer was het nog steeds niet. Ik heb wel zwaarder weer gekend. Om 20.32 komen we aan bij het station en toen was het alweer bijna droog. De bus naar Haren vertrekt dan precies op tijd, om 20.38 naar Haren. Om 20.45 stapte ik bij de uitstaphalte uit en was het nog altijd helemaal droog en ben op mijn akkertje naar huis gelopen, waar ik 5 minuten later ook aankwam, nauwelijks nat geworden. Op de buienradar zag ik dat alle buien Groningen alweer uit waren. In Groningen heeft dus na ‘noodweer en code oranje’ hooguit een kwartiertje geregend. Maar dat geeft nog genoeg water om die auto te verwoesten of tenminste te beschadigen. Dat zou ervan afhangen waar de wind vandaan kwam. Vanmorgen vroeg werd ik gebeld door mijn garage. Ze hadden mijn appjes ontvangen, de auto geïnspecteerd en ze hadden besloten om hem met alle ramen open, maar een tijdje te laten staan, dan zou hij wel weer helemaal droog worden. Hij was binnen maar een heel klein beetje nat geworden. Niks aan de hand en het komt helemaal goed. Dat gaat me dus echt geen tweede keer overkomen.
Dinsdag 27 juni 2023. Ouder worden.
Weer heb ik mij van mijn taken gekweten die nog op mij lagen te wachten. Ik heb nu nog twee beloofde taken te doen. Eén taak moet ik volgens afspraak uiterlijk 1 juli nakomen, dus dat kan deze week nog makkelijk. Met de andere taak heb ik zelfs nog de tijd tot en met 31 juli. Dus het lukt me nog steeds om aan al mijn verplichtingen te voldoen. En ook met gemak. Je vraagt je op mijn leeftijd wel eens af, en ik doe dat zeker af en toe, wanneer het moment komt dat je werkelijk gaat aftakelen en niet meer aan de verwachtingen en wensen van je omgeving kunt voldoen. Met het leven komt helaas de gebruiksaanwijzing niet mee. Dat moet nog worden uitgevonden en dat zal ook nog wel gaan gebeuren, alleen zal ik dat hoogstwaarschijnlijk niet meer meemaken. Dus intussen word je aan je lot overgelaten. Ik hoop alleen maar vurig dat ik het wel als eerste merk en vervolgens de juiste conclusies trek, en niet dat anderen je daarop moeten wijzen.
Woensdag 28 juni 2023. Het reizen van en naar Groningen.
Zelfs Groningers hebben soms niet door, dat ze in Nederland een aparte positie hebben. Niet iedereen weet dat Groningen veel verder van bijvoorbeeld Den Haag af ligt, dan Den Haag van Groningen. En dat Utrecht niet halverwege Groningen en Utrecht, Amsterdam en Rotterdam ligt. Als je iedereen even ver wil laten reizen is een vergadering in Harderwijk of Nunspeet het meest voor de hand liggend. Bij een vergadering in Utrecht zijn Amsterdammers, Rotterdammers en Hagenaars binnen een uur op de vergadering terwijl de Groninger er uren langer over doet. Zowel met de auto als met openbaar vervoer. Gisteren moest ik plannen maken om een pakje weg te brengen naar Oude Pekela. Dat gaat verreweg het snelste met openbaar vervoer (afgezien van een privé-auto). Dan ben ik binnen een halve dag heen en weer. De ander vond dat blijkbaar maar niks en had met mij te doen, en stelde voor om het pakje aangetekend te verzenden. En later na behandeling het zo ook weer terug te sturen. Maar als je dat doet dan moet je bij elkaar wel op zeker tien dagen vertraging rekenen, leerde onlangs de ervaring weer eens. Het was goed bedoeld en ook bedoeld om mij te ontzien, maar het zou radicaal anders uitpakken. Een pakje van Groningen naar Groningen gaat namelijk eerst naar een tussenstation in Groningen of vlakbij, bijvoorbeeld Tynaarlo. Daarvandaan worden alle uit Groningen ontvangen pakjes gestuurd naar een landelijk verdeelcentrum, bijvoorbeeld Veenendaal. Vervolgens gaan de voor Groningen bestemde pakjes weer terug naar Tynaarlo en van daar worden ze dan verdeeld over de bestemmingen in Groningen. Een pakje van Groningen naar Goes gaat vele malen sneller. Ik ga binnenkort toch maar met het OV naar Oude Pekela en weer terug. Dat is veilig en snel.
Maandag 3 juli 2023. De slavernijkwestie.
Vanmorgen in de Telegraaf een hoofdredactioneel commentaar over de slavernijkwestie. Aangezien ik geen abonnement op deze krant heb, kon ik alleen maar de kop lezen: Belastingbetalers die geen schuld dragen aan het slavernijverleden, mogen straks de compensatie ophoesten. Daar ben ik het maar eens helemaal mee eens. Ik zou bijna een bedragje betalen om de rest van het commentaar ook te kunnen lezen. Ik erger me al jaren aan de slavernijdiscussie. Deze vreselijke geschiedenis, waar geen goed woord voor te bedenken is, is zonder twijfel een gitzwarte bladzijde uit de geschiedenis van de mensheid. Net zoals de holocaust, de heksenverbrandingen, de inquisitie en nog veel meer zaken uit onze geschiedenis. De geschiedenis staat bol van de vreselijkste periodes. Maar om alleen het slavernijverleden eruit te lichten en excuses voor te gaan maken vind ik bizar. Laat staan om er als enige wandaad uit het verleden compensatie voor te geven. Dan moeten de mensen van vandaag (en dat zijn ze bijna allemaal, behalve een stelletje warhoofden) die er niks mee te maken hadden, betalen voor zaken waar ze of niks mee te maken hadden, of worden gestraft voor wat hun verre voorouders verkeerd hebben gedaan. En voor zaken die meerdere generaties terug in het verleden liggen. De laatste heks werd verbrand in 1794 en de pauselijke inquisitie werd pas in 1965 afgeschaft. De holocaust is nog maar in 1945 beëindigd. Moeten daar allemaal excuses voor worden gemaakt en compensaties voor komen?
Dinsdag 4 juli 2023. Lekkage.
Ik heb weer eens een lekkage in mijn woning. Recht boven het afvoerputje in de douche is op het plafond sinds enkele dagen een vlek ontstaan die er met normale middelen niet is uit te krijgen. In het huis boven mij wonen namelijk sinds kort twee personen, terwijl daar de afgelopen 12 jaar steeds slechts één persoon woonachtig was. En twee personen douchen uiteraard ongeveer twee keer zoveel als één persoon. En daar kan het voegwerk in deze woningen niet tegen. Eerst even de bovenburen vertellen, anders valt de reparatieploeg ze zo rauw op het dak. Het is namelijk in het belang van de eigenaar (en veel minder van de huurder) om zo’n lekkage zo snel mogelijk te repareren. Dus als ik het doorgeef staat de reparatieploeg steeds snel voor de deur. (Ik had het zelf al twee keer). Als het zonnescherm kapot is, moet je altijd heel lang op de reparatie wachten, zelfs tot meer dan een jaar. Dát is nu een particuliere verhuurder.
Vrijdag 7 juli 2023. Twee boeken.
Ik heb eerst een boek over de Arabische veroveringen gelezen, vanaf Mohammed, 7e eeuw, tot voorbij het moment dat de Arabieren werden gestuit door Karel Martel in 732 bij Poitiers. Het boek is geschreven door een Engelsman, die – volgens het boek – het grootste deel van zijn leven in het Midden-Oosten heeft gewoond. En dat is ook goed te merken aan de stijl van het boek. Het is wel erg pro-arabisch, terwijl de minder fraaie kanten van hun gedragingen zorgvuldig zijn vermeden. Ook staat er soms uitgesproken wartaal in. Zo wordt geschetst hoe Mekka eruit zag, in de tijd van Mohammed. Het kon er – volgens het boek – wel 50 graden Celsius worden. Terwijl de heer Celsius pas in 1701 geboren werd in Zweden. Niemand weet welke temperatuur er in Mekka was ten tijde van Mohammed, of elke andere tijd ervoor of erna, tot tenminste in de loop van de 18e eeuw of mogelijk zelfs nog (veel) later. Opvallend is dat er maar één recensie van het boek wordt vermeld: het was het mooiste boek dat de recensent in jaren had gelezen. Daar ben ik het mee eens: het boek heeft vele voortreffelijke illustraties.
Het tweede boek, waarbij ik nu bij het lezen even voorbij de helft ervan ben, gaat over de geschiedenis van de Ottomanen. Wederom van een Engelse schrijver, maar waar hij gewoond heeft wordt niet vermeld. Deze geschiedenis begint met Osman in 1288 en eindigt kort na de Eerste Wereldoorlog. De inleiding van dit boek is een uitgebreid betoog van tien pagina’s dat en waarom Turkije toch echt behoort tot Europa en ook altijd – in elk geval sinds Osman – tot Europa heeft behoord. Turkije deelt alle Europese waarden en heeft met alle belangrijke Europese stromingen – zoals o.a. de ontdekkingsreizen en de renaissance – meegedaan. Het gemeenschappelijke lot van Turkije en Europa wordt ook verder in het boek vele malen genoemd en onderbouwd met steeds nieuwe voorbeelden. Merkwaardig. Ik heb helemaal niks gemeen met Lappen en met Russen, hoewel dat toch ook Europeanen zijn. Met sommige Zuideuropese volkeren wil ik toch echt niet graag vergeleken worden. Er zijn vele voorbeelden uit het boek te noemen. Ik noem er twee. De ruimhartige omgang – volgens dit boek – met godsdienst van de Ottomanen. Zowel Christenen als Joden konden heel makkelijk overgaan tot de Islam. Geen probleem. Of Islamieten ook zo makkelijk Christen konden worden, wordt niets over gezegd. Ik weet het antwoord wel: op geloofsafval stond er de doodstraf. Het tweede voorbeeld gaat over de beroemde Turkse harems. Nog niet zo lang geleden zag ik op de tv een interview met mevrouw Erdogan. Inderdaad, de vrouw van. Zij roemde de harem. De vrouwen leerden er goede omgangsvormen en zingen en dansen. En ze waren in de harems ook veilig. Ik vroeg me af waarom Erdogan niet allang zijn eigen harem is begonnen. Zijn vrouw heeft er in elk geval geen bezwaar tegen en zou hem zelfs aanmoedigen. In het boek over de Ottomanen noemt de schrijver dezelfde belangrijke verworvenheden van de harem, als mevrouw Erdogan. Maar hij noemt nog een extra argument: de vrouwen leerden er borduren. Dat ik dat nou nooit zelf heb bedacht. Het moet toch de ultieme droom van elke vrouw zijn om te borduren!! Als je goed kunt borduren, dan pas ben je een echte Europeaan volgens mij. Ik ga meteen oefenen. Hieronder de plaatjes.
Maandag 10 juli 2023. Mijn vakanties.
Voor deze zomer en waarschijnlijk zelfs dit jaar, leg ik me er bij neer dat ik wederom niet met vakantie ga. Ik heb eigenlijk nog nooit in mijn leven een sterk vakantiegevoel gehad. Waar anderen hunkeren naar vakantie en er reikhalzend naar uitkijken, had ik dat nooit. Ook gedurende de covidperiode heb ik nooit de aandrang gehad om maar eens weg te gaan. Zoveel anderen zag je dan steen en been klagen dat ze niet mochten vliegen of zelfs de deur niet uit mochten. Ik had er nooit een probleem mee. Ook de wens, die zovelen lijken te hebben, om massaal met zijn duizenden tegelijk als het even kan, opgehoopt te staan op Schiphol of bij een giga-evenement of andere te kleine ruimte, heb ik totaal niet. Ik mijd juist mensenmassa’s. Maar nu bekruipt me dan toch het idee dat ik toch nog eens met vakantie wil. Ik wil nog eens de reis afmaken die ik wel van plan was, maar nooit helemaal deed. Dat was de reis, ook alleen, van onder tot bovenin Noorwegen, tot aan Narvik, dan naar het Finse Kilpisjärvi en daarna via Finland weer naar het zuiden, met de boot oversteken van Turku naar Stockholm en via Denemarken en Duitsland weer naar huis. Deze keer wil ik door naar de Noordkaap, vervolgens naar Kirkenes, aan de grens met Rusland, al was het maar om ons te zien of dat merkwaardige grensverkeer daar nog steeds bestaat: dat je alleen op een fiets de grens over mag. Alle andere verkeer is (of was?) er verboden. Daarna wederom via Finland maar nu met de pont naar Estland en via Letland, Litouwen, Polen en Duitsland weer naar huis. Of het nog komt tot een bezoek aan Moermansk of een rit via Sint Petersburg naar Estland in plaats van met de pont, hangt helemaal af van de politieke situatie van dat moment. In prettig gezelschap zou natuurlijk wel heel mooi zijn, maar tegen alleen reizen zie ik ook helemaal niet op. We hebben het wel over volgend jaar, want ik wil er niet reizen over sneeuw en ijs of in het muggenseizoen.
Voor latere bijdragen zie Deel IV van de ‘Overpeinzingen etc.’