Dinsdag 11 juli 2023. De klussen in mijn huis.
Het is lastig om in deze plaats iemand te vinden die goed kan klussen. Ik was al zo verrast dat ik vorig jaar bij de toen nog bestaande HUBO vernam, dat hun opdrachtenportefeuille voor klussen in huis zo vol zat. Je moest voor een klus in huis maanden tevoren boeken. Ik kreeg zelfs de indruk dat dat het merendeel van hun omzet betrof. Gisteren ging ik dus voor de klussen die ik gedaan wil hebben, naar de enig overgebleven Doe-het-zelfzaak die hier nog over is, en die voor een voetganger zo slecht te bereiken is. Ook daar merkte ik dat hun opdrachtenportefeuille al tot begin oktober zit volgeboekt. En sterker nog: sommige mogelijke opdrachten weigeren ze zelfs. Zoals het vloertje dat ik in mijn meterkast wil hebben, van ca 35 bij 75 centimeter. Je kijkt daar nu in de peilloze diepte van het onderaardse, en daar moet een plankje komen, waar dan ook de de diverse leidingen doorheen moeten lopen. Dat is dus figuurzagen voor gevorderden. Nee, zulke opdrachten boeken ze helemaal niet, ook niet op termijn. De andere klus, het weer in de rails zetten van mijn hordeur, willen ze wel doen, en dat is uiteraard een mooi klusje ertussendoor, omdat een beetje handige Harry dat in 5 minuten, of hooguit 10 minuten gefikst heeft. Als een klusser er een half uur mee bezig is, dan weet ik dat ik dat veel beter kan en ook veel langer kan volhouden: klungelen met een technische opdracht zonder resultaat. Daar kan ik dagen mee bezig zijn. Dat zal ik nou dus moeten doen met de bodem van de meterkast. Ik moet ook nog ergens behalve een figuurzaag, ook nog een schrobzaag hebben. Ik zal er toch nog aan moeten geloven.
Vrijdag 14 juli 2023. De piketdiensten bij de Post.
Een buurvrouw is op vakantie en zoals altijd pas ik op haar huis en haar auto op de parkeerplaats. Ik neem dit soort verantwoordelijkheden altijd bloedserieus, al is de kans dat er hier iets gebeurt, minimaal. Het doet me ook altijd denken aan mijn tijd bij PTT-Post, thans PostNL. Toen ik daar in het postdistrict Den Haag werkte was er altijd een klein gezelschap van plm vier of vijf personen, waar ik er één van was, die bij toerbeurt in het weekend van vrijdagavond 17.00 uur tot maandagmorgen 08.00 uur, verantwoordelijk was voor alles wat er in het district gebeurde. Piketdiensten noemden we dat. PTT-Post was een volcontinubedrijf, bijna net zoals PostNL dat nu ook nog is. In het postdistrict werkten bij elkaar zo’n 6.000 personen en omvatte de plaatsen Den Haag, Leiden, Delft en Gouda, en alles wat daar tussenin lag. Er waren in dat gebied tientallen bedrijfspanden dag en nacht bezet en er reden honderden postauto’s bijna permanent rond. Als er ergens een calamiteit was, een verkeersongeluk, een overval op een postkantoor of een urgent (personeels)probleem, had de piketverantwoordelijke het laatste woord en vertegenwoordigde het bedrijf naar binnen en naar buiten. Je werd ook verondersteld zowel het expeditieknooppunt te bezoeken (Waldorpstraat Den Haag), als ook tenminste twee op zaterdag opengestelde postkantoren in het gebied. Ik was ook permanent bereikbaar, toen nog met een pieper. Ik voelde me ook erg verantwoordelijk. Ik had zeker geen andere afspraak in zo’n weekend, met helemaal niemand en zorgde dat mijn auto tiptop in orde was. Ook gebruikte ik de hele periode geen alcohol. Ik wilde ook zelf permanent beschikbaar en helder van geest zijn. Dat was allemaal niet voorgeschreven, en dat verbaast me achteraf nog het meeste. Iedere piketverantwoordelijke vulde het verder grotendeels op zijn eigen wijze in. Op maandagmorgen keek ik steeds de laatste minuten tot 08.00 uur uit de klok. En als het dan 08.00 uur was geworden viel er een last van mijn schouders. Daarmee vergeleken valt het passen op het huis van de buurvrouw natuurlijk erg mee. Maar het verantwoordelijkheidsgevoel is nog steeds precies hetzelfde: ik zal blij zijn als ze maandag weer terug is.
Maandag 17 juli 2023. Oude vrienden.
Dat was weer een druk weekend. Zaterdagmorgen vroeg vertrokken voor mijn jaarlijkse lunch met vriend Hans in Rijswijk. En zoals al jaren ontmoetten we elkaar weer op vrijwel dezelfde tijd op dezelfde plaats. En het was ook weer erg leuk en gezellig, ook zoals al vele jaren. En lekker, vergat ik haast nog. Ik heb deze keer op mij genomen om eens na te gaan, hoe lang we dit nu eigenlijk al doen. We kennen elkaar al sinds 1967 bij wat toen het Staatsdrukkerij en – Uitgeverijbedrijf (SDUB) was. Ook na mijn vertrek daar in 1969 bleven we nog jaren contact houden, o.a. met ‘platenavonden’ zoals het toen in mijn agenda stond, maar op zeker moment kwam daar toch de klad in. Totdat we elkaar via Facebook weer tegenkwamen en het tot deze jaarlijkse lunch kwamen. Er tussendoor hebben we uiteraard ook nog contacten. Het bleek dat we hiermee in juli 2011 (opnieuw) zijn begonnen.

Maandag 31 juli 2023. EHerkenning.
Zondag en vandaag en groot deel van de dag besteed aan het op orde brengen van de nieuwe identificatieplicht voor ondernemers. Dat heet Eherkenning. Dat is verplicht, anders kun je geen aangiftes doen. Daar heb je een bedrijf voor nodig die dat voor je regelt. Er blijken zes bedrijven daarvoor een vergunning te hebben. Maar wat is het verschil daartussen? Het zijn voor mij allemaal onbekende namen, dus ik neem de bovenste maar. Ik vul de noodzakelijke formulieren in, en moet dan voor allerlei bijlagen zorgen. Zoals een recent uittreksel uit het handelsregister van de KvK, een ingevuld aanvraagformulier, een kopie van je paspoort, en een machtigingsformulier voor automatische afschrijving van de kosten. Bij dit eerste bedrijf moet je dan alles op de post doen. Pas hier aangekomen, maar nog voordat het op de bus zat, vroeg ik me af of er ook reviews zijn van dit bedrijf. En warempel. Een hele berg zelfs. En ze scoorden dit bedrijf allemaal en zonder uitzondering met één ster van maximaal 5. Geen sterren mag niet, al schrijven diverse mensen dat ze graag nul sterren hadden willen geven. Dus deze keus van mij is misschien toch niet zo goed. Ga nu toch maar eens naar de andere vijf kijken. Die scoren ook allemaal veel enen, maar toch ook wel hogere aantallen sterren. Het zijn ook allemaal totaal onbekende namen en het is dus weer zo’n overheidsmaatregel die nieuwe ondernemers weer nieuwe kansen geeft. Zoals ook gebeurt bij de diverse toeslagen die je kunt krijgen, en bij het oerwoud aan energiebedrijven. Tot mijn verrassing bleek mij toen dat ook KPN deze diensten verricht. Dat is in elk geval een bekend bedrijf. Geen beun de haas of wildwestcowboy in ondernemersland. Dus heb ik de aanvraag daar maar gedaan. Ook zij hebben overigens veel enen in de reviews, maar toch ook een hoop beoordelingen met 4 of 5 sterren. Maar hier loopt de procedure toch anders. Hier heb ik geen recent uittreksel van de KvK nodig, want die vragen ze zelf op, je krijgt ook ook geen automatische afschrijving maar een nette rekening. Wel komen ze bij je langs om je identiteit te controleren. Die afspraak is dus voor woensdag inmiddels gemaakt. Het ging allemaal vrij vlot. Ook had ik twee keer hun helpdesk nodig, en het contact werd binnen een minuut gelegd. Dus die helpdesk functioneerde toen ik hem nodig had wel goed. Dat identificatiebezoek heeft KPN dan weer uitbesteed aan weer een ander bedrijf. Meer mensen verdienen dan aan deze ongein een boterham. De kosten die je moet maken om je belastingen te kunnen doen, worden overigens wel vergoed. Niet door de Belastingdienst uiteraard, want dat is te makkelijk. Daar komt de RVO aan te pas. Dat moet je dan natuurlijk wel schriftelijk aanvragen. Dat moet ik dus nog doen. Dat is voor morgen. Wat hebben wij toch een prachtig land, waarin de ambtenaren zorgen voor hun eigen werkgelegenheid, maar ook vrije jongens wat wil laten verdienen.
September 2023. Bart de Wever, Burgemeester van Antwerpen.
Bart de Wever is de burgemeester van Antwerpen, die o.a. bekend staat vanwege zijn liefhebberij: geschiedenis. Nu ik zijn jongste boek aan het lezen ben merk ik dat hij een moderne historicus is. De ouderwetse geschiedenisliefhebber, waartoe ik mezelf reken, ziet een geschiedenis het liefst verteld met: op 12 augustus gebeurde dit en op 13 augustus gebeurde dat. Enzovoorts. In volgorde van de tijd dus. De moderne historicus neemt een thema (bijvoorbeeld godsdienst of handel etc. etc.) en bespreekt dit thema van begin tot het eind of in een door de historicus gekozen periode. Zo zou je meer samenhang per onderwerp krijgen. Met dit boek spring je dus voortdurend van voor naar achter en dan weer omgekeerd door de tijd heen. Wat ook opvalt is dat vrijwel alles van wat hij beschrijft niet ouder is dan 1500. Over de geschiedenis van Antwerpen van vóór 1500 staat er bijna niets in, terwijl het vanaf de Romeinse tijd tot 1500 wel heeft bestaan. Ook hij laat de Romeinen opvolgen door Clovis (die in werkelijkheid Chlodovech heette), zoals ik het in 1967 op school leerde, en dat is wel heel ver bezijden de waarheid. De Romeinen vertrokken uit Antwerpen plm het jaar 270, terwijl Chlodovech (465 – 511) waarschijnlijk nooit over Antwerpen heeft geheerst. Chlodovechs bestuur reikte, vanuit Parijs bezien, waarschijnlijk nooit verder dan de huidige taalgrens in België. Maar los van deze manco’s is het een zeer lezenswaardig boek. Ik heb er al heel wat van opgestoken.

Woensdag 4 oktober 2023. Kassawerk.
Bij de kassa trof ik het weer. Eerst ga ik als vanzelfsprekend in de verkeerde rij staan, en dan blijkt een klant voor me een probleem te hebben met het afrekenen van twee sixpacks bier. Wat het probleem was weet ik niet precies, maar ze wilde afrekenen op de wijze zoals ze dat met een medewerkster in de winkel had afgesproken. Volgens de caissière kon dat niet. Chef erbij. Chef legde geduldig en vriendelijk uit dat wat zij wilde niet kon, en dat het in de winkel ook erg duidelijk was aangegeven. De klant beriep zich op de afspraak met de medewerkster in de winkel. De chef vroeg naar de naam van deze medewerkster of een beschrijving hoe ze eruit zag. De klant gaf vervolgens een beschrijving, die kon passen bij elke medewerkster in die winkel. Hoe het is opgelost kan ik niet melden, omdat inmiddels alle wachtende klanten naar een andere kassa waren geloodst. Het voorval deed me denken aan een situatie, jaren geleden, in de rij bij de balie van een restaurant, waarbij je je plateautje steeds doorschuift op een daarvoor gemaakte soort rail en je steeds weer wat anders op je plateautje erbij kunt leggen, met aan het eind van de rij de kassa om af te rekenen. In de aanbieding was de maaltijd: bloemkool, gekookte aardappelen en een gehaktbal, voor een spotprijsje. Een klant vroeg of ze in plaats van de gekookte aardappelen ook gebakken aardappels kon krijgen. Dat ging niet. Vervolgens maakte de klant een enorme heisa. “Gebakken of gekookt. Wat maakt dat nou uit?”. Chef erbij, maar de klant was niet tot rede te brengen. Uiteindelijk gaf de chef maar toe om van het gedoe en een soort opstootje in zijn winkel af te zijn en mevrouw kreeg gebakken aardappels. Toen kwam het volgende probleem: of ze niet in plaats van bloemkool sperziebonen kon krijgen, daar hadden ze ook een bak vol van staan. Er volgde een herhaling van zetten met weer veel geschreeuw. Mevrouw kreeg ook haar sperziebonen. Toen kwam het volgende hoofdstuk met haar vraag of zo ook niet in plaats van de gehaktbal een karbonade kon krijgen, want daar stond ook al een hele bak van klaar. De chef gaf zonder woorden haar de karbonade en ze rekende het spotprijsje bij de kassa af.
Zaterdag 11 november 2023: Sint Maarten. Nog meer kassazaken.
En weer heb ik een nieuwe variant meegemaakt, wat er bij de kassa in de supermarkt verkeerd kan gaan. Ik kies altijd feilloos de verkeerde rij, waar je het langst moet wachten. Dat is een talent van me. De oorzaak van het langer moeten wachten kan heel verschillend zijn. Er kunnen zelfs tientallen verschillende oorzaken zijn, die ik allemaal al een keer heb meegemaakt. Sommige wel vaker. Een kleine bloemlezing: een fles die bij de kassa op de grond valt, in stukken breekt met een kleine overstroming tot gevolg, die uiteraard eerst moet worden opgeruimd; een kassa die helemaal uitvalt: al meerdere keren meegemaakt: mijn lijf reageert nu eenmaal slecht op elektrische apparaten in de buurt, of kassa’s reageren soms slecht op mijn aanwezigheid. Een ruzie bij de kassa of iets nu witte kool of spitskool was, die uit de hand liep. Er zit een onderling verschil van wel enkele centen tussen die twee koolsoorten en dat moet uiteraard tot op de bodem worden uitgezocht; weigerende pinpassen, die tot tientallen malen opnieuw worden geprobeerd, doorgaans zonder resultaat: ook al vaker gehad. En zo waren er nog veel meer oorzaken. Gisteren gleed er – bij de klant die voor mij stond – een pakje worst in een gleuf naast de lopende band. Het paste nét en niemand kon daarna vertellen waar dat pakje dan gebleven was. Enkele supermarktmedewerkers kropen daarna over de vloer om handmatig het pakje te zoeken en na enige minuten vonden ze het ook. Dat pakje vleeswaar kon natuurlijk niet meer verkocht worden, dus er moest ook nog een goed pakje uit het schap in de winkel worden gehaald. En ik was zoals altijd de volgende klant en was dus de laatste die uit de rij kon, op weg naar de volgende kassa. Stond ik weer helemaal achteraan. En zo is het al tientallen keren gegaan. Ik ben altijd verbaasd als ik een keer helemaal foutloos en zonder oponthoud kan afrekenen.
Dan waren er ook nog de veldritten in Niel in België. Of beter: de moddergevechten. En het was weer eens een ouderwets moddergevecht. Een streling voor het oog. De vrouwen gaan altijd als eerste. De organisatie had een prima parcours uitgezet. En het hielp natuurlijk enorm dat er al dagenlang heel veel regen was gevallen in westelijk Vlaanderen. En dat was ook te merken. Op de stukjes asfalt konden de deelneemsters even bijkomen, om vervolgens weer verder te gaan over veldwegen en – paden. Overal modder, overal plassen, waarvan niemand wist hoe diep ze waren. Op een loopstukje gingen de dames, met hun fiets op de schouder, tot aan de knieën in de drab. Dat ze geen schoenen zijn kwijtgeraakt is toch wel apart. De Nederlandse dames zijn hier altijd het beste in. En de winnares was dan ook een Nederlandse: Celin Alvarado. Daarna mochten de heren op dezelfde route. Ook een feest voor het oog. Ik heb genoten. Hierdoor kwam de eigen lichaamsbeweging in het nauw, en kon ik aan het eind van de middag nog gauw een uurtje naar buiten, waar ik hele drommen kinderen met hun ouders tegenkwam. Ik dacht eerst even dat ik de intocht van Sinterklaas had gemist, maar het bleek om Sint Maarten te gaan. De kinderen gaan blijkbaar eerst de winkels af. Die hebben natuurlijk meer te geven. Bij elke winkelingang zat een medewerkster aan een tafeltje, die na het gezongen lied uitdeelde. Dat is uiteraard veel effectiever dan langs de huisdeuren. Bij mij bleef het verder de hele avond rustig. Daarna heb ik weer eens mijn aardappelsalade gemaakt, naar eigen recept.
Donderdag 23 november 2023. Een opwindend dagje.
Dat was gisteren dus weer een dagje Enschede. Voor een zogenaamde ’themadag’. Dit keer was door ons aangevraagd het te hebben over wat we allemaal vanaf 2024 kunnen verwachten, met de vele wetgeving die al gerealiseerd is, en nog in de steigers staat. We kregen dus dezelfde presentatie die dezer dagen ook aan de RvC is gegeven, want de RvC had hier blijkbaar ook om gevraagd. Op de terugweg langs Meppel, om mijn LP’s terug te halen die nu voor de tweede keer zijn gedigitaliseerd. De trek speelde toen een hoofdrol, en onderweg naar Meppel had ik al bedacht dat ik wel ergens een uitsmijter zou kunnen halen. Daar had ik wel zin in. Op het Rembrandtplein in Meppel aangekomen, bleek daar inderdaad een soort snackbar met tafels en stoelen te zijn, dus dat leek me wel een mooie plek voor mijn uitsmijter. Maar vlakbij was ook een vistent en een visje zou er toch ook wel ingaan. Na enige twijfel besloot ik toch maar voor de uitsmijter te gaan. Er waren meer zitplaatsen en zoiets geeft dan bij mij de doorslag. De uitsmijter viel tegen. Wat kan er nou toch bij een uitsmijter verkeerd gaan? Antwoord: hij was met veel te veel boter gebakken en dus veel te vet. Was ik nou toch maar naar de vistent gegaan. Daar kan toch helemaal niets mee misgaan? Of bij mij toch wel? Daarna doorgereden naar huis en de garage om de auto weer weg te brengen. Om een uur of half zeven was ik weer thuis en toen moest ik ook nog eerst stemmen. Het bleek dat mijn vaste stembureau blijkbaar was opgeheven, want ik moest ineens naar de voor mij totaal onbekende Sint-Nicolaasschool, een plaatselijke basisschool. Die school bleek lopend maar lastig te bereiken. De stoep die ik nodig had, was door werkzaamheden onbeloopbaar dus moest ik omlopen. In een volgende straat, werd ik geleid door een stikdonker bospaadje van een paar honderd meter, waar ik niet kon zien waar ik mijn voeten neerzette en dat vind ik heel griezelig lopen. Aangekomen in de straat van de Sint-Nicolaasschool, bleken de lantaarnpalen in die straat te zijn uitgevallen, zodat je een beetje op je gevoel naar de verlichte ramen van de school, die op enige afstand van de straat stond, moest lopen en je opnieuw niet kon zien waar je voeten neerkwamen. Wat een mens er al niet voor over moet hebben, om zijn stem te kunnen uitbrengen.
Zaterdag 25 november 2023. Hagel en nootjes.
Voor mij is de wintertijd niet de mooiste tijd van het jaar, behalve dan als je je beperkt tot naar buiten kijken, want dan is het mogelijk wel de mooiste tijd van het jaar. Maar ik ga nog elke dag de deur uit, dus dat blijft in de wintertijd voor mij toch steeds oppassen. Gisteravond moest ik dan bijvoorbeeld de deur weer uit voor mijn geliefde nootjes. Eenmaal buiten viel me op dat er een soort bolletjes op de grond lagen en het eerste dat ik mij afvroeg was, wat er toch zo massaal uit de bomen was gevallen. Doorlopende richting nootjes viel me op dat overal deze bolletjes op de grond lagen, ongeacht welke boom er stond en ook als er helemaal geen boom in de buurt was. Het duurde wel een minuut of tien tot het tot mij doordrong dat die bolletjes hagel waren. Het had net fors gehageld!! Toevallig had ik deze dag een weerman horen zeggen, dat hagel op dit moment geen enkel probleem is en geen gladheid veroorzaakt, omdat de bodem nog 6 tot 7 graden warm is: dus de hagelstenen smelten. Aangekomen bij de notenboer bleek dat ik de enige klant was. Dat heb ik daar nog nooit meegemaakt. Het was behalve koud ook uitgesproken guur en ik waaide af en toe zowat van de weg én van waar het pas nog fors gehageld had. Geen weer dus om nog naar buiten te gaan. Op de terugweg naar huis, waren de bolletjes al voor 90% verdwenen. Ik heb weer voor drie weken voldoende noten in huis.
Woensdag 29 november 2023. Nagenieten.
Het valt me al weken op dat ik na afloop van het avondeten, met een grote glimlach op de bank ga zitten en me erover verheug dat ik weer zo lekker gegeten heb. Het nagenieten dus. En het hoeft dan zeker niet een ingewikkelde maaltijd te zijn geweest, want het gebeurt me ook vaak dat ik dat heb na boerenkool met worst of een portie simpele macaroni. Op andere – veel minder vaak voorkomende – momenten denk ik na afloop: dat heb ik wel eens lekkerder gevonden en wat had er nou anders gemoeten? Ook word ik steeds selectiever als het gaat om vlees of vis erbij. Bij de meukvrije slager, weet je meestal niet tevoren hoe groot het stuk precies is. Soms kun je het stuk vlees in tweeën snijden, dan heb je voor twee dagen, maar bij een karbonade lukt dat niet. En die zijn me daar veel te groot. Biefstukjes, speklapjes en filetlapjes zijn dan weer plezierig klein. Varkenshaas, gehakt en rookworst gaan makkelijk twee dagen mee. Zo probeer ik ook mijn eigen ‘footprint’ kleiner te maken. En geleidelijk ook wat meer groenten te eten.
Zondag 3 december 2023. Een tredmolen.
Mijn daggemiddelde met wandelen is aan het dalen. Dat komt door een combinatie van meerdere zaken.
1.Minder verplichtingen buitenshuis.
2. In het weekend: interessante sport op de buis.
3. Het weer.
En als er twee of alle drie samenvallen kom ik helemaal de deur niet uit. Misschien moet ik wel een tredmolen aanschaffen. Maar dan niet een ronde, maar een platte. Als ik dan de deur niet uitkan, heb ik een alternatief.
Dinsdag 12 december 2023. Een roestend ventilatiesysteem.
Een afdekking van mijn ventilatiesysteem is onlangs spontaan van de badkamermuur gevallen. Dat berichtte ik al eerder. Het is inmiddels weer hersteld met een nieuw exemplaar. De vraag aan de monteur, de vaste monteur voor het hele complex van 56 woningen, was waarom de vorige sneuvelde, omdat geen enkele hechting was meegevallen. Zijn antwoord: de drie bevestigingspunten waren verroest. De drie restantjes waren echter niet mee naar beneden gevallen. De drie restantjes moeten wel in de pijp zelf hebben gezeten, aldus de monteur. Mijn volgende vraag was dan, dat dat dan wel in andere woningen van het complex ook wel gebeurd zou zijn. Maar nee, aldus de monteur, ik was de eerste. Mijn conclusie was dus dat hij dan nog wel 55 andere nieuwe deksels kon gaan bestellen, want ze zijn overal hetzelfde. Mijn gevolgtrekking van dit verhaal is dan ook, dat blijkbaar bij mij alles het snelst roest. Kan ik nog ergens trots op zijn.
Donderdag 21 december 2023. De oplaadsnoertjes.
Al maanden en misschien wel jaren erger ik me aan de oplaadsnoertjes van mijn Applespullen (telefoon, iPad en Mac). Het lijkt zo handig dat je die gewoon bij de kassa van de Jumbo (en vast ook wel bij de AH) gewoon voor een paar euro bij je boodschappen kunt mikken en je hebt weer een splinternieuwe, als de vorige kapot is gegaan. Maar langer dan een maand of twee gaat de nieuwe niet mee. En precies op een moment dat je het niet kunt hebben, staakt de nieuwe dan alle diensten en zit je weer zonder. Ze zien er op het eerste gezicht ook precies zo uit als de originele Applesnoertjes. En toch is er een wereld van verschil. Gisteren ben ik dan maar weer eens naar de Applewinkel in de stad getrokken. Het origineel doet het veel en veel beter dan de goedkope kopie. Dan blijkt de Applewinkel er ook twee soorten op na te houden. Een authentiek Applesnoertje en een voordeliger snoertje van een door Apple geautoriseerde firma. Het voordelige snoertje is dan nog altijd wel ongeveer 25 euro, maar je krijgt daar dan wel een jaar garantie bij. Het authentieke Applesnoertje zal nog wel een slag duurder zijn, maar de garantie is niet langer. Heb er maar meteen twee gekocht, dan kan ik voorlopig weer vooruit.
Zaterdag 6 januari 2024. Mijn zoekkwaliteiten.
Een bezoeker van deze website wilde wat meer informatie hebben, indien ik die had, over mijn vroegere baas bij de Rijks Psychologische Dienst, de heer dr. F.J.E. Hogewind, zoals zijn leefjaren en eventuele andere functies. Maar veel meer dan er op deze website over hem staat heb ik toch ook niet. Maar ik ben niet te beroerd om een goedwillend medemens even bij te staan. Ik las bij het googelen eerst een stuk, ter gelegenheid van de benoeming van zijn opvolger, op 1 januari 1981, dat hij in het najaar van 1979 ziek werd en ook niet meer op zijn werk was verschenen, en vervolgens op 1 april 1981 met pensioen zou gaan. Aan dat laatste had ik alvast wat houvast, want dat moet betekenen, omdat de regel nog was dat je met 65 jaar met pensioen ging, dat hij in maart 1916 geboren is. En aangezien ik heel precies zijn voorletters kende kwam ik bij MyHeritage de geboortedatum tegen van een kind dat met die voor- en achternaam geboren is op 6 maart 1916 ergens op Java. Het moest hem haast wel zijn. In Erfgoed Leiden kwam ik tegen dat dit zelfde kind als 7-jarige in Leiden woonde. Geboren in 1916 was hij zonder enige twijfel intussen echt wel overleden. Dus ik ben vervolgens bij de diverse begrafenissites gaan zoeken. Dat viel niet mee. Vooral niet omdat één van deze websites geen centrale zoekfunctie heeft en je dus eerst de begraafplaats moet weten. Ik gokte er op dat hij wel begraven zou zijn en niet gecremeerd, want dan zou het pas echt lastig worden. Aangezien hij in of vlakbij Den Haag woonde, ging ik dan maar de diverse Haagse begraafplaatsen na. En bij de tweede poging, bij begraafplaats Kerkhoflaan, trof ik zowaar de correct gespelde naam aan met de juiste geboortedatum: 6 maart 1916. Het moest hem wel zijn, maar 100% zeker ben je nog steeds niet. We hebben nu wel een overlijdensdatum, ergens in 1999, en dan kunnen we op zoek naar bijvoorbeeld krantenberichten, wellicht een In Memoriam, maar tenminste toch wel een familiebericht. Ik deed de bezoeker nog de suggestie te gaan informeren bij de Kanselarij der Nederlandse Orden, want Hogewind zal vast wel geridderd zijn geweest. Tot zover mijn helpen. Ik kreeg nog wel een bericht dat hij niet in de NRC van die tijd heeft gestaan. En ik besloot hem nog maar verder te helpen. Ik ben lid of donateur bij het CBG en daar hebben ze systemen met familieberichten. En daar vond ik – na inloggen – vrij gemakkelijk zijn overlijdensbericht, waar onder andere op stond dat hij bij leven Directeur van de Rijks Psychologische Dienst was geweest en zijn diverse Koninklijke onderscheidingen. Dus ik heb mijn lezer maar deze overlijdensadvertentie toegestuurd. Hij heeft nu 100% zeker de juiste data bij de juiste persoon.
Woensdag 10 januari 2024. Treinperikelen.
Was ik van plan om vandaag mijn broer in Rotterdam te gaan bezoeken, bleek op het station dat de trein niet verder dan Meppel zou gaan. Ik was al aan de late kant op het station, en bij de automaat waar ik mijn vrije rit moest tanken, stond al een klant ontzettend te klungelen. Er is maar één automaat op ons station. Dus dat werd wachten, met een grote kans dat ik mijn trein niet meer zou halen. De lift deed het ook niet, dus dat werd klauteren. Op het perron dan maar gewoon inchecken. Op het display stond dat de trein vijf minuten vertraging zou hebben, dus dat betekende dat ik alsnog naar beneden kon om alsnog de dag vrij reizen te laden en het inchecken weer teniet te doen. Voor alle zekerheid keek ik eerst nog even in de NS-app, omdat ik weet dat de vermeldingen (o.a. vertraging) op de stations vaak onnauwkeurig zijn en de app veel zekerder is. Op de app stond dat de vertraging slechts 3 minuten zou zijn, maar ook dat de trein niet verder zou rijden dan Meppel. Dat was op het station nog helemaal niet vermeld. Tussen Meppel en Zwolle reden geen treinen. Bij NS is elke vertragingsmededeling onbetrouwbaar, weet ik op basis van jarenlange ervaring. Het zou dus kunnen dat hij na Meppel gewoon doorrijdt naar Zwolle, of dat er een uur, enkele uren of een heel dagdeel geen treinen meer rijden. En of er dan vervangend vervoer is, is ook nog zeer de vraag. En als er vervangend vervoer is, is de volgende vraag of je dan ook meekunt. Ik heb heel vaak meegemaakt dat er één of twee bussen stonden, bij gepland onderhoud, goed voor plm 50 of 100 passagiers, maar dat er honderden mensen stonden te wachten. Elke buschauffeur heeft dan zo zijn eigen opvatting over waar hij bij die mensenmassa wil stoppen, zodat het puur toevallig is als hij met zijn ingang dichtbij jou stopt. Ik besloot dus dan maar niet te gaan. Ik heb absoluut geen zin om urenlang op een ijskoud station te staan wachten, zonder ook maar enig idee te hebben of ik wel verder kan en zo ja hoe en wanneer. Ik kon nog wel het inchecken ongedaan maken en heb dat ook gedaan. En ben terug naar huis gegaan. Ik ben achteraf bezien die klungelende meneer bij de automaat erg dankbaar. Als hij dat niet gedaan had, had ik vlot mijn vrij reizenbewijs opgehaald, had hiermee ingecheckt, en was gaan wachten op de trein, en was daar rustig ingestapt en had dan tegen Meppel gemerkt dat ik niet verder kon. Wat ben ik toch soms een geluksvogel. Nu ga ik binnenkort een andere keer.
Dinsdag 9 januari 2024. Duizend jaar weer.
Hoe een voortreffelijk begonnen project uiteindelijk – na vele jaren – een wisse dood zal sterven. Ik ben in het bezit van een boekenreeks “Duizend jaar weer, wind en water in de Lage Landen.” Daarvan zijn nu zeven banden verschenen, terwijl op 31 januari de achtste band zal verschijnen. Bedenker en schrijver van deze serie is Buisman, een voormalig medewerker van het KNMI. Het is nooit duidelijk geworden uit hoeveel banden deze publicatie uiteindelijk zal bestaan en dat kun je ook niet uitrekenen. Zeker niet meer sinds het verschijnen van deel acht op 31 januari bekend is gemaakt. Nu is het wel logisch dat in de begintijd er niet veel bekend is over het weer, behalve dan wat er in allerlei verslagen uit die tijd over is vermeld. Dus stormvloeden, en ander heftig weer, waar de Lage Landen zo onder geleden hebben, voordat we met dijken en andere waterbeheersing van start gingen. De eerste delen gingen over een vrij lange periode, soms wel honderden jaren. Deel zes ging dan over de periode 1751 – 1800. Vijftig jaar dus. Als je vervolgens elk volgend deel ook over vijftig jaar laat lopen, dan zou je nog vijf delen nodig hebben. 1800 – 1850, 1850 – 1900, 1900 – 1950, 1950 – 2000 en tenslotte 2000 – plm. 2040. Elke drie jaar een deel. En dan zou de serie uiteindelijk uit 12 delen bestaan. Maar bij het verschijnen van deel 7 werd dat een illusie. Want deel zeven omvatte slechts 25 jaar: van 1800 tot 1825, en was toch ook ongeveer even dik als deel zeven: plm 1000 pagina’s. Dan heb je niet 5 extra delen nodig maar precies het dubbele: nog 10 delen en dan omvat de hele reeks 17 delen. Nu dus eind van deze maand deel 8 uitkomt, blijkt dat met dit deel de periode weer gehalveerd is:12 jaar, van 1825 tot 1837. Dus hiermee doorgaand zou je zelfs nog 20 extra delen nodig hebben. Nu moet je ook nog weten dat de schrijver (Buisman) geboren is in 1925 dus dit jaar is of wordt hij 99. Met drie jaar per deel, zoals het tot nu toe gaat, heeft hij dus nog 60 jaar nodig voordat het werk af is. Nu gun ik hem natuurlijk een lang en gelukkig leven, maar ik heb toch wat aarzeling bij het idee of hij wel 158 jaar zal worden. Maar zelfs als hij een opvolger krijgt, heeft deze toch ook nog zestig jaar nodig. Als je daarvoor dus een veertiger of vijftiger kiest, maakt dat ook de kans klein dat deze het wel haalt. Het is dus een project voor tenminste drie generaties geworden. Ik kan me niet voorstellen dat deze overwegingen niet bij de uitgever zijn gemaakt. Later stelde ik vast dat de uitgever het verschijnen van deel 8 opnieuw heeft uitgesteld. Ditmaal tot 31 oktober 2024. Mijn voorspelling: dit deel verschijnt nooit meer, zolang Buisman aan het roer staat.
Dinsdag 16 januari 2024. De prijs van water.
Zoals ik al aankondigde heb ik toch maar even uitgerekend hoeveel water je eigenlijk krijgt voor € 0,20. Eerst weet ik nu dat ik vorig jaar 79 m3 water heb gebruikt. Dat is dus 79.000 liter, of 216 liter per dag. En dan verbeeld ik me dat ik zuinig ben met water. Voor € 0,20 krijg je dan ongeveer 88 liter water. Dat is toch iets meer dan een kopje koffie. Eigenlijk is water dus spotgoedkoop. En wat is water in een fles bij de kruidenier dan ongelooflijk duur.
Zaterdag 20 januari 2024. Een Apple Watch voor Jan en Sjoukje Dijkstra.
Na donderdag eerst een Apple Watch te hebben gekocht en mij daarbij uitgebreid heb laten voorlichten, ben ik vrijdag daarmee naar Rotterdam getrokken en heb de tijd genomen om mijn broer uitleg te geven. Aangezien hij een hypo niet meer voelt aankomen, kan hij plots omvallen. En dan is de valdetectie van Apple, weet ik ook uit eigen ervaring, voor hem het ideale hulpmiddel. De heenweg was enigszins problematisch. Vooral het belopen van het voetpaadje voor mijn deur naar de doorgaande weg was een crime. Ik kon mezelf maar amper overeind houden. Bewust niet via het station gegaan want dat betekent dan ruim meer dan twintig minuten lopen over wegen en paden met onbekende gladheid. Dat is vragen om problemen. De bus is relatief dichtbij en die bracht me dan naar station Assen. Ook de trein naar Rotterdam en de aansluitende tram naar het ziekenhuis liepen mooi op tijd. In Rotterdam was het nauwelijks glad, want bijna alle sneeuw waar ik liep was weg. Nu kun je die Watch pas koppelen als de beide apparaten eerst goed zijn opgeladen en geüpdatet. Dat was niet het geval, dus dat moest eerst gebeuren. Maar dat kost dus tijd. Uren zelfs, als je niet oplet. En ik zag al voor mijn geestesoog gebeuren, dat het vanaf zonsondergang, een uur of vijf, wel weer eens kon gaan vriezen en ik problemen zou krijgen, om zonder botbreuken thuis te komen. Dus heb ik bijtijds afscheid kunnen nemen, terwijl de koppeling nog niet af was. Ik hoop maar dat hij er uit is gekomen. Ik nam dezelfde weg terug via Assen en dan met de bus. Ik zag vanuit de bus dat de meeste stoepen wel redelijk ijsvrij waren, dus ik besloot nog even via mijn notenboer te gaan. Want vrijdag is mijn nootjesdag. De notenboer was vanaf de bushalte uitstekend bereikbaar en de loopweg naar huis vervolgens ook grotendeels. Het verbaast me dan wel dat er altijd winkeliers zijn, die de toegang tot hun winkel niet schoonhouden. Maar gelukkig kon ik daar via boogjes omheen toch langskomen. Het probleem kwam dan toch weer, net als in de morgen, bij het looppad voor mijn huis. Het was intussen een uur of zeven en het vroor weer, en het ging dan ook op een haartje na nog fout: een meter of tien voor mijn huisdeur. Met enkele fraaie bewegingen waar Sjoukje Dijkstra (een voormalige wereldkampioene kunstrijden op de schaats) nog van zou hebben opgekeken, kwam ik tenslotte heelhuids bij mijn voordeur aan. Mijn hart zat intussen zowel in mijn maag, mijn keel als mijn voeten, maar verder ging het wel en moest ik alleen een tijdje bijkomen. Voorlopig ga ik de deur niet uit.
Dinsdag 23 januari 2024. Mijn opleiding.
Ik heb besloten weer eens op cursus te gaan. Wat zou dan toch mijn laatste cursus geweest zijn, nadat ik in 1967 zakte voor mijn HBS-B-diploma? Heb ik eigenlijk ooit nog daarna een cursus gehad? De enige cursusdag die mij te binnen wil schieten is een cursus (-dag of twee dagen) ‘selecteren van personeel’. Dat was op de Universiteit van Amsterdam. Bij de Rijks Geneeskundige Dienst had ik heel veel selectiewerk te doen. Deze dienst, die bij mijn binnenkomst in 1972, zes vestigingen in het land had, moest in korte tijd worden uitgebreid naar 42 vestigingen, verspreid over heel Nederland. En al die vestigingen moesten van een bezetting worden voorzien. De artsen werden geselecteerd door de directeur persoonlijk, maar zo’n 80 % van alle niet-artsen selecteerde ik. Mijn toenmalige baas deed ook af en toe een selectie. Voor mijn gevoel alleen als ik met vakantie was of niet beschikbaar. Ik heb op die cursus inderdaad wat opgestoken. Dat was dat als je een rijtje kandidaten voor dezelfde baan na elkaar ontvangt, die ongeveer gelijkwaardig zijn, dat dan de voorkeur uitgaat naar de laatst ontvangen kandidaat. Dat werd op die cursus concreet geoefend. Uiteraard met nepkandidaten, die ieder een nep-cv meekregen, waarbij de ene kandidaat wat meer ervaring had en een andere kandidaat een betere opleiding. En ook de andere gegevens (leeftijd, woonplaats etc.) verschillend waren. En elk van de willekeurig samengestelde selectieteams koos voor hun laatste kandidaat. Zodat we met vier kandidaten allemaal een andere ‘beste’ kandidaat uitkozen. Ook de discussie na afloop over elkaars motieven leverde geen oplossing op. Ieder bleef achter zijn eigen keuze staan. Ik ook. Met deze kennis heb ik nog enkele goede vrienden geholpen. Of als ik als zelfstandige voor anderen selecteeerde stuurde ik de door mij meest geschikt geachte kandidaat, als laatste door naar de betreffende chef. Grote kans dat die kandidaat het ook werd. Als je wordt uitgenodigd voor een gesprek, ben je verhinderd. Je weet dan natuurlijk niet welke plek je hebt in de volgorde van te ontvangen kandidaten, maar dat merk je vanzelf als je opbelt met de mededeling dat je helaas bent verhinderd. Als je dan merkt dat je toch al de laatste kandidaat bent en ze diezelfde avond nog een beslissing willen nemen, kun je plotseling met enige zuchten toch. Voor een andere afspraak word je dan na de laatst ontvangen kandidaat geplaatst, en dan ben jij de laatste en krijg je aldus de beste kans. Dat afbellen gebeurt bij elke selectie elke dag, dus dat valt niemand op. Deze cursus moet dan in 1972 of 1973 geweest zijn, en van daarvóór en daarna kan ik me geen andere cursus herinneren. Ik heb blijkbaar alles wat ik kan en weet, mezelf geleerd. Autodidact heet dat. De nieuwe cursus is “genealogie voor gevorderden” en omvat zelfs acht dagen. Zo’n zware opleiding heb ik nog nooit gehad.
Woensdag 24 januari 2024. Zwemmen en lopen voor 100+-ers.
Dinsdag voor het eerst sinds een tijdje weer een lange wandeling kunnen maken, nu ijs en sneeuw verdwenen zijn. En ik merkte direct dat ik het niet meer gewend was. Dat moet ik dus weer vaker doen. Als ik dat op een dag opgeef, zal het wel enorm afkicken zijn. Dat zien we tegen die tijd wel weer. Ik las vanmorgen van een 99-jarige dame, geboren in 1924, die nog elke dag traint voor nieuwe wereldzwemrecords, voor de categorie 100+-ers. Geboren zijnde in 1924 mocht ze daaraan meedoen. Ze gaat dan voor afstanden van 50 tot 400 meter en in de diverse technieken (schoolslag, rugslag etc.). Voor sommige afstanden bestond er zelfs nog geen oud record. 400 meter zwemmen voor een 100+-er !! Ik hoop dat ik tegen die tijd nog 400 meter kan lopen!!
Woensdag 20 maart 2024. Een zwarte kat ……….
De terugweg naar huis verliep bijzonder. Mijn vaste autoverhuurder heeft in het Groningse sinds enkele dagen een nieuwe locatie in gebruik genomen. Hij is gelegen op een soort bedrijventerrein, verder weg van de ‘bewoonde wereld’ dan de oude locatie. Er is op tien minuten loopafstand wel een bus, die eenmaal per uur rijdt. In elk geval in de avond. Ik kwam om kwart voor elf bij de garage op de nieuwe locatie aan, parkeerde de auto in de buurt en mikte de sleutel in de speciale sleutelvanger. Ik had van tevoren al opgezocht dat mijn bus richting stadscentrum van de door mij bedoelde halte om 23.09 zou vertrekken. Die moest naar het Hoofdstation gaan, en daar moest ik dan op mijn bus naar huis stappen, die om 23.38 zou vertrekken. Voor alle zekerheid zocht ik als eerste, toen ik zonder auto buiten stond op de app nog even op of het nog steeds klopte. En tot mijn schrik ontdekte ik toen dat precies de bus die ik wilde hebben die avond niet zou rijden. Er staat bij bussen nooit bij waarom niet, maar dat is doorgaans een technisch mankement aan de bus of, minder vaak, personeelsgebrek. Wat nu? Een uur wachten op de volgende bus is dan geen optie. Ik moest dus ervoor zorgen dat ik lopend weer in de bewoonde wereld kwam, want waar ik stond was het compleet uitgestorven: geen levende ziel was er te bekennen. Zeker een half uur lang heb ik geen voetganger, geen fietser en zelfs geen auto gezien. Het was bovendien druilerig. Lichte regen verhoogde ook al de feeststemming niet. De enige levende ziel die ik toch nog na enige tijd tegenkwam was een zwarte kat die mijn weg kruiste. Nu ben ik niet bijgelovig, dus ik moest er zelfs even bij glimlachen, maar zwakkere personen zouden het nu moeilijk hebben gehad. Het was nog bijtijds dus vanaf 22.45 uur begon ik te lopen. Na een half uurtje lopen in de leegte kwam ik bij de bushalte van een andere lijn, die ook naar het Hoofdstation ging. Die reed wel en die zette me even over half twaalf bij dat station af en kon ik toch nog op de bus van 23.38 naar huis stappen. Alsnog dezelfde bus die ik al wilde hebben. Ik raad iedereen die alleen is af daar een auto te huren, zeker voor vrouwen alleen, als je die ’s avonds weer wil terugbrengen. Het is er griezelig stil en niet overal brandt er verlichting. En er lopen zwarte katten ……..
Zaterdag 23 maart 2024. Mijn portemonnee kwijt……
Ik ging weer bijtijds de deur uit voor mij zoveelste les genealogie. Die cursus loopt nu op zijn eind en het wordt inderdaad met elke les nu een stuk ingewikkelder. Kort voor de aankomst bij het cursuslokaal in Delft, ontdekte ik tot mijn schrik dat ik mijn portemonnee kwijt was. Honderd keer tasten op plaatsen op mijn lijf waar hij kon zitten waren tevergeefs. Hij was echt weg. Ik vroeg me af wat er eigenlijk in zat. In elke geval geen geld, sinds ik vrijwel alles pin. Wel mijn OV-chipkaart en drie bankpasjes, waarvan er twee al verlopen zijn, en die het dus 100% zeker niet doen. De enige werkende pas heb ik meteen maar even via de app geblokkeerd. Dus geld zou het in elk geval niet (direct) kosten. Maar het is wel erg onhandig zonder OVchipkaart en betaalpas. Ik was onderweg naar broer Jan in Maassluis, die inmiddels weer uit het ziekenhuis is. Dus moest ik één halte met de trein naar Schiedam en zou daar dan de metro moeten nemen. Meteen in de trein liep ik de conducteur tegen het lijf en ik bekende meteen dat ik illegaal aanwezig was. In Schiedam kon er toch wel iemand mij helpen? ‘Vast wel’, zei hij. ‘Er is in elk geval een praatpaal’. Het is 2024: men wordt bij problemen geholpen door een paal. Maar zonder kaartje of OV-chipkaart kom ik het NS-station niet uit. Ik bedacht ineens dat ik natuurlijk met mijn telefoon een NS-kaartje kon kopen (een zogenaamd e-ticket) en dan kon ik het station in elk geval wel uitkomen. Of dat bij de Rotterdamse metro ook kon wist ik nog niet en weet ik zelfs nog steeds niet. Ik was net begonnen met het kopen van een kaartje met mijn telefoon, toen de telefoon ging. Het was het Martiniziekenhuis in Groningen. Daar was ik wel eens een keer geweest, maar voor het laatst in 2007. De meneer vroeg of ik wel eens in Leiden kwam. Zeker, want daar woont een broer van me. Mooi, want in Leiden is uw portemonnee gevonden. Mooi bericht maar het leek me extreem onwaarschijnlijk. Waarschijnlijker is dat een gemiddelde Groninger gemakkelijk Leiden en Delft door elkaar kan halen. En ik kreeg van hem de naam van een dame met haar 06-nummer. Ik belde dus deze dame, en zij bevestigde dat zij mijn portemonnee had gevonden. De plaats waar was toch een verrassing, al was het niet in Leiden. Ze beschreef een plek op nog geen 200 meter van mijn cursusplaats. Ik werd mij dus bewust van het verlies van mijn portemonnee, pal nadat ik hem kwijt was. Als ik op dat moment achterom had gekeken, had ik hem waarschijnlijk zien liggen. Zij bleek in Delft te wonen, ‘boven het station’. Als ik nu de trein van Schiedam naar Delft zou nemen, dan moest ik haar weer bellen en zou zij naar beneden komen. Ik maakte de bestelling van het kaartje af en ging dus geheel legaal naar Delft, belde haar en zij kwam er snel aan. En ik had mijn portemonnee weer terug. Ik heb haar uiteraard uitvoerig bedankt, maar een spontane omhelzing, een zoen op de wang of een bos bloemen laten bezorgen, kan uiteraard tegenwoordig niet meer. De tijden zijn veranderd. Dus ik ging daarna opnieuw naar Schiedam en vervolgens naar Maassluis. En alles kwam uiteindelijk op zijn pootjes terecht.
Maandag 25 maart 2024. Prönk.
Een lunch met zoon Jeroen bij Prönk op de Vismarkt. Die Prönk met een trema op de o vind ik maar verdacht. Zo krijgt een doodsimpele – vooral Scheveningse – naam toch nog een beetje standing. Eerst nog even mijn pas deblokkeren, zodat ik iets zou kunnen betalen. Na dit gedaan te hebben bleek dat ik dan eerst met pincode naar een betaalautomaat moest gaan en pas daarna kon ik er weer mee betalen. Alles voor de veiligheid. Gelukkig kwam ik onderweg naar Prönk een betaalautomaat tegen en kwam ook dit weer helemaal in orde. Het was weer gezellig en informatief. Op de terugweg naar huis miste ik nét de bus die op zondag om het uur rijdt. Je kunt dus ook een keer pech hebben.
Donderdag 18 april 2024. De uitsmijter.
En toen kwam er weer een dagje Enschede tussen. Speciaal voor de evaluatie van het lopende visitatieproces. Het jarenlang aandacht vragen voor een betere procedure heeft nu inderdaad geleid tot een voor de huurders veel beter proces dan we ooit gehad hebben. Omdat het maar voor één onderwerp was, waren we dus relatief snel klaar en was ik bijtijds ook weer terug. In een plaatselijk restaurantje, waar ik vrijwel nooit kom, bestelde ik een uitsmijter. Al eerder meldde ik dat het bakken van een goede uitsmijter tegenwoordig niet zo simpel is. Toen ik in 1969 ging werken bij de Rijks Psychologische Dienst (RPD), was dat de tijd dat de patat en de kroket nog niet in Nederland waren geïntroduceerd. Alle andere snacks die we tegenwoordig kennen waren er dus ook nog niet. Er bestonden dus helemaal nog geen snacks. Snackbars waren er dus ook nog niet. Het hipste voedsel dat er was, was de uitsmijter. Gemiddeld werden er bij de RPD zo’n 40 mensen per dag psychologisch getest. Die test duurde een hele dag en tussen de middag moesten al die mensen toch ook wat eten. Het aanbod in de RPD-kantine bestond dus uit brood of broodjes met ham of kaas, of een uitsmijter. En koffie, thee of melk. Dus massaal werden er uitsmijters besteld voor wie eens iets anders wilde dan een broodje. De dames in de keuken, wier baas ik werd, stonden dus in hoog tempo, elk in meerdere pannen tegelijk, eieren te bakken en daarvan uitsmijters te maken. En als je zoveel ervaring had, als deze dames hiermee hadden, dan kreeg je dus de perfecte uitsmijter. De vorige keer dat ik – dit jaar – in Meppel een uitsmijter bestelde was hij veel en veel te vet. Hij dreef zowat in een plasje met vet. Op die van gisteren was het zout vergeten en er stonden ook nog eens geen zoutvaatjes op de tafeltjes. Dus dat was ook weer een niet-perfecte uitsmijter. We zijn als volk de uitsmijter ontwend geraakt. Dass war einmal. Die tijd komt ook niet meer terug.
Zondag 21 april 2024. Mijn opleiding.
Daar had ik dan mijn laatste cursusdag van de cursus “Genealogie voor gevorderden” in Delft. En ik heb meteen nog even een zeer oude traditie van me hersteld. Na mijn schooltijd, waar ik in 1967 voor mijn HBS-B zakte (zie in mijn geschiedenis op deze website voor de reden), heb ik slechts één keer eerder, ergens in de buurt van 1973 een cursus gevolgd. Dat waren, als ik het me goed herinner, twee dagen. Het was een cursus ‘werving en selectie’ van personeel. Nu had ik bij de RPD al heel wat opgestoken over het onderwerp, en wat ik er op deze cursus nog bijleerde was dat als je op een dag een aantal min of meer gelijkwaardige kandidaten ontvangt, de keus altijd uitgaat naar de laatste ontvangen kandidaat. Het werd met een praktijkoefening, waarbij de 12 deelnemers afwisselend selecteur of kandidaat waren helemaal bevestigd. Terwijl iedere deelnemer om strijd probeerde aan te tonen dat zijn laatste kandidaat toch echt de beste was. Dit was dus op mijn 77e mijn tweede cursus/opleiding na mijn schooltijd. Het waren acht dagen van elk twee uur. Met huiswerk tussen de lessen door.
In mijn schooltijd al stelde ik meerdere keren verschillende docenten – ongewild en onbedoeld – op de proef. Dan was mij bijvoorbeeld opgevallen dat in het lesboek op pagina 34 bij dezelfde gebeurtenis iets heel anders stond dan op bladzijde 114. Beide beweringen konden onmogelijk allebei waar zijn. Het meest verrassend was dan dat de docent, doorgaans met vele jaren ervaring, en ook het lesboek van haver tot gort kennende, het juiste antwoord ook niet wist. En ik deed het er uiteraard echt niet om, om de docent eens even goed voor schut te zetten. Het was een eerlijke vraag waarbij de docent toch wel het antwoord zou moeten weten. Dat dat nou hem (of haar) of een andere leerling nou nooit eerder was opgevallen…..
In de zojuist beëindigde cursus ‘genealogie voor gevorderden’ praat iedere deelnemer ook af en toe over zijn eigen ervaringen. De docent was overduidelijk de persoon met verreweg de meeste ervaring en kon bij elke vraag of opmerking wel een inhoudelijke reactie geven. Het gaat bij dit soort onderzoek om de vraag welke bronnen je allemaal kunt raadplegen en waar en hoe dan. Tot ik met een anekdote uit mijn eigen ervaring kwam. Ik was eens op zoek naar bewoners van woonboten in Rotterdam. Ik kon dat zelf niet vinden, noch op het internet, noch in de studiezaal ter plaatse. Dus ik vroeg aan het aanwezige personeel, doorgaans zeer goed op de hoogte van wat waar te vinden is, waar ik (uiteraard historische) gegevens van woonbootbewoners zou kunnen vinden. Die bewoners moesten tot liggeld betalen en wie weet wat voor andere gemeentelijke lasten. Dat moet toch ergens vastgelegd zijn? Niemand van de aanwezige personeelsleden wist het antwoord. Dat moest worden uitgezocht. En in de weken daarna heeft men te Rotterdam kennelijk, zo werd mij verteld, alles ondersteboven gehaald om die gegevens te vinden. Resultaat: ook na uitgebreid intern onderzoek konden die gegevens niet boven water worden gehaald. De docent zat er een tijdje (hooguit enkele seconden) enigszins sprakeloos bij. Voor het eerst had hij een vraag van een deelnemer gehad, zo zei hij, waarop ook hij het antwoord niet wist. Die vraag had nog nooit iemand aan hem gesteld. Door het gemeentearchief van Rotterdam werd mij daarna verteld dat ik het kon proberen bij het Kadaster, omdat woonboten uiteraard ook onroerend goed zijn. Daarop meldde een andere deelnemer dat in een recente uitgave van Gens Nostra, een blad over genealogie, een artikel had gestaan over “Zoeken naar genealogische bronnen bij het kadaster.” Ik had mijn oude traditie uit mijn schooltijd in ere hersteld: een ogenschijnlijk gewone vraag stellen aan mijn docent, waarop deze het antwoord niet wist.
Zondag 28 april 2024. Zware treinperikelen.
Zaterdag, Koningsdag, een bezoek aan broer Jan in Maassluis. Ik had volgens afspraak allerlei spullen meegenomen voor een lekker maaltje. Op de heenweg dreigde het nog fout te gaan, omdat de trein naar Rotterdam in Utrecht niet verder ging, wegens ‘lopers op het spoor’, ergens in de buurt van Gouda. Treinen naar Den Haag gingen wel, dus die stopten dan toch ook in Gouda, dus Gouda was in elk geval wel bereikbaar. Dus nam ik de trein naar Den Haag, en stapte in Gouda weer uit. Dan was het nog maar één halte naar Rotterdam Alexander, een rit van 10 minuten. De stoptrein reed wel naar dit station, en die nam ik dus. Omdat hier allen in meegingen die eigenlijk naar Rotterdam wilden, was deze trein bomvol, maar het was maar een klein stukje. In Rotterdam Alexander nam ik de Metro naar Maassluis. Uiteindelijk kwam ik hooguit tien minuten later dan gepland bij Jan aan. Dat viel dus enorm mee. Bij Jan hadden we paling met asperges in een roomsausje. Een voltreffer. Het was al zo vreemd dat er meer dan 4000 reviews voor dit recept waren, met een gemiddelde score van 9,5, maar we gaven allebei ook een 9,5 aan dit maaltje: de saus was een tikje te dun, anders was het een dikke 10 geworden. Maar bij een volgende keer weet ik dus wat mij te doen staat. Ik ging bijtijds terug, tegen acht uur, omdat ik verwachtte dat naarmate de reis zou vorderen, er steeds meer Uitgelaten, Dronken en in het Oranje Uitgedoste Reizigers (UDOUR’s) zouden meegaan, en dat kon wel eens vertraging gaan opleveren. Het begon heel rustig. Bij het begin van de metrorit naar Rotterdam Alexander was ik bij de start zelfs de enige passagier. En meer dan een kwart vol werd het in deze metro nooit. Om 21.13 vertrok de intercity naar Groningen, mooi op tijd. Hier zag ik de eerste UDOURs in de trein en naarmate hij verder ging, werden het er steeds meer. Alles liep echter mooi op tijd tot in Zwolle. Daar stonden, zoals altijd, aan beide zijden van het perron de trein naar Groningen en de trein naar Leeuwarden. Standaard gaat de trein naar Groningen het eerste om .45 gevolgd door de trein naar Leeuwarden om .48. Zo gaat het altijd en ik weet niet beter. Maar bij het verstrijken van de klok tot ná .45 ging mijn trein maar niet weg, terwijl om .48 de trein naar Leeuwarden wel vertrok. Er was dus iets aan de hand, want de trein naar Leeuwarden stopt wel bij het eerste station: Meppel en de trein naar Groningen niet. Dus die treinen zouden elkaar zo in de weg gaan rijden. En toen kwam de omroeper in de trein: de trein zou helemaal niet vertrekken wegens ‘een ongeval nabij Assen’ en de passagiers werden verzocht allemaal uit te stappen en naar de stoptrein naar Groningen te gaan, aan de andere kant van het station. Het was inmiddels .52 geworden, de gewone vertrektijd van die stoptrein. Dus hoe kon ik die nou nog halen? Deze trein bleef echter wachten totdat alle passagiers van de niet-rijdende intercity, ook aan boord waren. Ik was dus een van de laatsten die nog meekonden, maar deze trein met dubbele passagiersbezetting, was dus bomvol met vrijwel uitsluitend UDOURs. Allemaal mensen van tussen de 18 en hooguit 25, waarvan zeker 80% meisjes. Ik heb nog nooit zoveel mensen van die leeftijd/meisjes bij elkaar gezien: vele honderden. Wat me meteen opviel was dat in deze trein zeker vier conducteurs meegingen. Ik had uiteraard een heel slecht overzicht over de trein, dus het kunnen er nog wel meer geweest zijn. Dat is dus een duidelijke beleidswijziging bij NS. Zodra er calamiteiten zijn, zijn altijd de aanwezige conducteurs als bij toverslag verdwenen. Ik vond dat altijd wel begrijpelijk, want ook de conducteurs hebben dan geen flauw idee wat er aan de hand is en kunnen de passagiers dan ook geen advies geven. En als ze het toch doen is de kans groot dat het het verkeerde advies is. Dan kunnen ze maar beter wegblijven, want de passagier heeft er toch niets aan. Nieuw beleid bij NS is nu blijkbaar dat de conducteurs bij calamiteiten wel bij de passagiers blijven, ook al is dat inhoudelijk zinloos. Volgens de app was er tot 02.00 uur geen treinverkeer mogelijk tussen Europapark en Beilen wegen een aanrijding met een persoon. (= een zelfmoord). Nog voordat we bij Meppel waren, meldde de omroeper in de trein, dat de trein niet verder zou gaan dan Beilen en dat passagiers met bestemming Groningen in Meppel moesten uitstappen, daar de trein naar Leeuwarden moesten nemen en in Leeuwarden de trein naar Groningen. Vanaf Groningen rijden er dan geen treinen meer richting Assen, maar wel bussen, zelfs de hele nacht door. Dus ik zou wel een keer thuiskomen. Al kon het wel de nodige uren duren, want er klopt uiteraard in die situatie geen enkele aansluiting. Dus alle UDOURs en ik, die onderweg naar Groningen waren, gingen in Meppel de trein uit om te wachten op de volgende trein naar Leeuwarden. Toen echter de eerste trein naar Leeuwarden aankwam, meldde de omroeper op het station, dat passagiers voor Groningen moesten wachten, omdat er toch een trein naar Groningen zou aankomen. De behulpzame conducteurs konden het niet bevestigen. Die wisten nog van niks. Ook niet vertellen hoe lang we dan nog moesten wachten. En ja hoor, om precies middernacht was daar de trein naar Groningen. Het was weliswaar een verlengde trein, want het was wel duidelijk dat er een enorm aantal mensen mee moest. Bij elke ingang van de trein hingen de laatste passagiers nog half buiten en die moeten nog allemaal naar binnen worden gepropt. Want de deuren konden op diverse plaatsen anders niet dicht. Ik was dus ook zo’n passagier die nog op de treeplank stond. En bij het sluiten van mijn deuren, bleken mijn voeten niet precies goed te staan, dus die moest ik nog in lichte paniek in den blinde verplaatsen. En we vertrokken.
Dit was dus niet ‘als haringen in een ton’, maar ‘als haringen in een ton en dan flink aangestampt’.
Wat is de lering van dit verhaal? Als er halve garen op de rails gaan lopen, dan moet het treinverkeer worden stilgelegd en kan de NS daar niks aan doen. Ook als iemand zich voor de trein werpt is dat niet de schuld van de NS. Dat er conducteurs bij de passagiers bleven kan haast geen toeval zijn. Die beleidswijziging is goed, ook al kunnen die conducteurs ook niet veel doen. Maar nu merken de conducteurs ook veel beter wat de informatieverwarring bij de passagier betekent. Al veel vaker pleitte ik voor een standaardaanpak voor elke vaker voorkomende calamiteit. De mededeling ‘geen treinverkeer tot 02.00 uur’, was de standaardreactie, want voor het opruimen van zo’n zaak staat een bepaalde duur, maar sloeg in dit geval nergens op. Het is met andere woorden zeggen: Geachte klanten, zoekt u het verder zelf maar uit. En waar u vannacht overnacht mag u helemaal zelf bedenken. Toedeloe, met lange neus.
Zondag 5 mei 2024. De rol van de vrouw.
Gisteravond keek ik naar een documentaire over de rol van de vrouw in Nazi-Duitsland. Bijna twee uur en geen minuut te lang. Het ging dan o.a. over de rol die vrouwen hebben gespeeld in de concentratie- en vernietigingskampen, die mij geheel onbekend was. Ook bij de nazi-vrouwen zaten verschrikkelijke misdadigers, waarvan sommigen ook zijn veroordeeld, o.a. voor misdaden tegen de menselijkheid. Maar – net als bij de mannen – gingen de meesten na de oorlog vrijuit. Ook een toespraak van wijlen Adolf H. werd vertoond waarbij hij toch overduidelijk zei dat de enige rol van de vrouw in het Duitsland van toen was: kinderen baren. Gelukkig maar, want mede door dit soort denkfouten verloor Duitsland die oorlog. Wie schetst mijn verbazing dat ik vanmorgen, na een pauze van enkele uren slaap, in een krant op het internet, een toespraak van onze ‘vriend’ Vladimir P. las, waarin deze verklaarde dat de enige rol van de vrouw in het Rusland van nu is …… U raadt het vast al. En tussen de uitspaken van Adolf en Vladimir over dit onderwerp zit binnenkort 100 jaar!! Tegelijk werden diverse posters van nu getoond waarbij vrouwen worden opgeroepen te solliciteren bij het Russische leger. Ook gevangenissen voor vrouwen worden nu afgestroopt om misdadigsters te werven voor de krijgsmacht. Maar vrouwen worden in Rusland dus niet aan het front ingezet, want dat mag niet van Vladimir.
Donderdag 16 mei 2024. De keuzes die journalisten maken.
Vanmorgen, meteen na het wakker worden, bleek dat er een nieuw rechts kabinet komt. De vier deelnemende partijen waren het eens geworden. Op de iPhone bleek dat alleen RTLnieuws de hele tekst van het ‘regeerakkoord’ via een link had geplaatst. Alle andere nieuwsuitingen hadden vast al de hele tekst, maar plaatsten slechts ‘de belangrijkste punten’ of woorden van gelijke strekking. Eenmaal, na mijn ochtendritueel, achter de computer, bleek dat ook RTLnieuws de link naar het hele programma had verwijderd. Nu heb ik uiteraard niet alle nieuwssites bekeken, maar toch wel een stuk of zeven. Maar toch stel ik vast dat veel journalisten precies menen te weten wat ik belangrijk vind. Want waarom krijg je nou niet de hele tekst, zodat je zelf kunt bepalen wat jij belangrijk vindt? Maar gelukkig was de hele tekst wel te vinden en te downloaden op de website van de Tweede Kamer. En er bleek zelfs nog een aparte tekst te zijn met de financiële afspraken. Dat had zelfs RTLnieuws nog niet bericht. Dat hoeven we dus blijkbaar niet te weten, volgens de journalisten. Of ze begrijpen zo’n stuk niet, dat kan natuurlijk ook. In elk geval vond ik in de hele tekst dat zowel de Lelylijn (spoorlijn Lelystad – Groningen) als de Nedersaksenlijn (spoorlijn Groningen – Enschede) zullen worden aangelegd. Dat is goed nieuws voor de Hollanders, want dan zijn ze niet langer zo geïsoleerd, als het stukje Zwolle – Meppel er weer eens uit ligt. De Engelsen meldden wel dat – als het weer eens mistte in het Kanaal – ‘het continent was geïsoleerd.’ Als de spoorlijn Meppel – Zwolle er door een ongeval, onderhoud of een technisch probleem, is onderbroken bestaat er meteen geen enkele spoorverbinding naar Groningen en Leeuwarden meer. Straks zijn er alternatieven voor de Hollanders om hier te komen. Nu wordt net het complete station(sgebied) in Groningen verbouwd, dus daar kunnen ze wel mee stoppen, want dat zal toch heel anders gaan worden. Het zal nog wel even duren voordat alles gerealiseerd is.
Donderdag 6 juni 2024. Europese verkiezingen in Nederland en glas.
Bij mijn zoektocht naar een glasleverancier, voor mijn staande kasten in de woonkamer, kwam ik terecht in de Wismarstraat. Dat pand ligt 100 meter van de plek waar ik steeds mijn auto ophaal en weer wegbreng. Dus dat was te doen, en ik ging op weg, gewapend met een glazen plaat, waarvan ik er dus nog twee wilde hebben. De vakman ziet dan meteen wat voor glas het is, en zijn vitale maten. Dat kon ik toch niet uitleggen of zelf gaan meten. Aangekomen ging ik door een buitendeur, waar het woord ‘shop’ op stond, dus dat leek me de goede ingang. Eenmaal binnen was het alles behalve een shop. Het was meer een enorme werkplaats, waar van alles in stond, met inbegrip van enige auto’s. Wel trof ik een vriendelijk persoon, die mij de route uitlegde, in het gebouw, om de persoon te vinden die ik moest hebben. En inderdaad. Na enkele keren links- en rechtsaf kwam ik bij een ruimte met open deur waar drie medewerkers genoten van iets lekkers. Koffie of thee of zo. Twee meter verder was een deur waarop een plakkaat zat met de naam: RECEPTIE. Ik legde uit wat ik kwam doen, en dat kon ik wel met de aanwezige dame bespreken. ‘Kom maar binnen’. Ik liet mijn plaat glas zien, en legde uit dat ik nog twee gelijke platen wilde. Dat kon, maar dat moest dan wel besteld worden. Ze noemde het soort glas dat het was en stelde dat het 3 of 4 millimeter dik was. Dat geloofde de man aan de andere kant van de tafel blijkbaar niet, hij stond op, deed een paar stappen naar het glas toe en zei, zonder het glas aan te raken of een meetapparaat te pakken, dit is 5 millimeter. Kijk dat mag ik nou: een echte vakman. Het deed me denken aan de situatie dat ik op zoek was naar een glas voor een olielamp. De vakman in Leeeuwarden, keek naar het kapotte glas in mijn hand en riep: “Ah, een tussenmaatje. Maar die hebben we wel hier. ” En hij legde uit dat ik een zeer incourante maat had, die nergens meer gemaakt of te koop was, maar zij hadden nog wel enkele exemplaren. En dat met één blik. En als afscheid: Denk eraan vooral geen lampolie voor een olielamp gebruiken. Want dan brandt behalve de olie ook de lont. Die man kan voor mij nooit meer stuk. Terug naar de glasplaat gisteren. De vakman nam meteen maar ook de andere maten op. Hij keek nog eens goed naar de glasplaat en zei: het valt me op dat de coating aan de kopse kant van de plaat, anders is dan dat wij hem van onze leverancier krijgen. Ten eerste wist ik niet dat ook een glasplaat een kopse kant had. Van een plank of een balk: ja, bekend. Ook wist ik niet dat de kopse kant van een glasplaat gecoat moet worden. En dat dat op verschillende manieren kan wist ik al helemaal niet. Vervolgens daalde hij af naar mijn niveau, want hij zag uiteraard wel dat ik compleet uit het veld was geslagen. En hij liet zien wat hij bedoelde. Ik vertelde dat dat geen bezwaar was. Immers de kopse kant van de glasplaat zit bij mij straks tegen de kastwand aan, en dat ziet niemand. Ook deze vakman kan inmiddels bij mij niet meer stuk. Het is altijd een genot om met een echte vakpersoon te spreken. Dat geldt voor elk vak. Levertijd: twee weken.
Vrijdag 14 juni 2024. Koningsgezind?
Ik ben niet koningsgezind. Wat niet wil zeggen dat Willem-Alexander van mij ook meteen weg moet. Als de meerderheid dat wil, dan uiteraard wel. En dan stem ik ook voor een president. Het wil ook niet zeggen dat ik zou vinden dat de Koning nooit iets goeds zou doen. Dat doet hij namelijk volgens mij af en toe wel. Zo vind ik zijn uitspraak van gisteren een schot in de roos. Bingo. Ik had het niet beter kunnen zeggen. Hem werd gevraagd wat hij ervan vond dat zoveel ambtenaren niet onder een PVV-minister of – kabinet wilden werken. Zijn reactie was dat die ambtenaren dan een andere plek moeten zoeken waar hun talenten beter tot hun recht komen. Geweldig. Het is nu juist het kenmerk van een parlementaire democratie, zoals de onze, dat er van politiek wisselende regeringen kunnen zijn en dat je die als ambtenaar neutraal hoort te dienen. Als je dat niet bevalt moet je weg wezen. De geschiedenis is bekend, dat ambtenaren in het oosten van Europa (delen van Hongarije en nabije streken) achtereenvolgens hebben gediend onder de Habsburgers, daarna onder de nazi’s, daarna onder de communisten en tenslotte in een parlementaire democratie. En dat allemaal binnen één loopbaan. Als je niet voor een overheid wil werken die je niet bevalt, moet je iets anders gaan doen. Zo simpel is het.
Dinsdag 18 juni 2024. Weten is meten.
Gisteren kwam ik de vereniging Meten is Weten op het spoor. Deze vereniging houdt zich bezig met de talloze bestrijdingsmiddelen die bij de teelt over ons voedsel wordt uitgestrooid. Bij de teelt van aardbeien, bijvoorbeeld, zijn tegenwoordig niet minder dan 28 chemicaliën nodig. Dat is dan wel de koploper, bij mijn weten. Niemand kan mij wijsmaken dat van zo verschrikkelijk veel chemicaliën, het moeten er bij elkaar vele honderden zijn, niets in mijn mond terecht gaat komen. En bovendien geloof ik ook niet dat dat gebruik geen nadelige consequenties zal hebben voor de grond en het grondwater. En tenslotte is intussen al gebleken dat de chemische besmetting niet ophoudt aan het einde van het kweekveld, maar dat het goedje zich ook nog verspreid over flinke afstanden buiten het kweekgebied. Deze vereniging doet onderzoek en laat onderzoek doen over deze verschijnselen en probeert de politiek te beïnvloeden. Onderzoek en actie voeren voor een letterlijk betere wereld. Ik ben meteen lid geworden. Het kost dan ook slechts € 5,00 per jaar. Uiteraard is dat een rib uit mijn lijf, maar dat moet ik er maar voor over hebben. www.wetenmeten.nl is de link. Ze geven ook een nieuwsbrief uit, die ik ook ga ontvangen. Zo blijf ik een beetje op de hoogte. De vereniging ziet er ondanks de lage contributie financieel zeer gezond uit. Behalve de lidmaatschapsgelden ontvangen ze ook donaties. Gelukkig zijn er ook mensen met veel geld die het goede met hun geld willen doen. Ze hebben mijn hartelijke steun.
Zondag 23 juni 2024. Turbulente Tijden: het onderwijs in de zestiende eeuw.
Maar iets eigenaardigs viel me wel al op. Ik ben net het hoofdstuk over het onderwijs in de zestiende en zeventiende eeuw voorbij. Tot mijn verrassing bleek dat klassikaal onderwijs – althans in Zierikzee en vast op veel meer plaatsen – heel gewoon was. De kinderen gingen vanaf hun vijfde naar school en tot hun zestiende jaar. Dat zal wellicht niet voor alle kinderen hebben gegolden, maar schrijfster vond het wel opvallend dat bij vrijwel alle kinderen die bij de weeskamer terecht kwamen, en dat waren alle kinderen die half of heel wees werden, iets werd gemeld over hun opleiding, ongeacht hun welstand. Volgens schijfster was onderwijs voor iedereen ook al in de zestiende eeuw heel gewoon. Jongens en meisjes kwamen meestal wel in aparte klassen. Vervolgens staat ze stil bij wat de meisjes zoal moesten leren. Niet alleen lezen en schrijven, maar bijvoorbeeld ook rekenen. Optellen en aftrekken, vermenigvuldigen en delen, maar ook het gebruik van decimalen. En daarnaast ook nog allerlei vormen van handwerken: breien en borduren, verstellen en repareren van kleding, beddengoed en de overige stoffen zaken. Niet het ontwerpen van kleding, maar wel bijvoorbeeld knopen en knoopsgaten maken, kragen en mouwen repareren of vervangen. Dat zat allemaal in het lesprogramma voor de meisjes van 5 tot 16 jaar. Ik verwacht dat er vervolgens ook verteld wordt wat de jongens dan intussen moesten leren. Maar daarover vertelt ze geen woord. Helemaal niets. Wat leerden de jongens dan naast lezen, schijven en rekenen? Aannemende dat ze dat ook moesten kunnen. Iets van aardrijkskunde en/of geschiedenis? Timmeren en zagen? We weten het niet en de schrijfster zegt er verder ook helemaal niets over. Die Katie toch. Maandag 24 juni 2024 werd het probleem opgelost. In het volgende hoofdstuk komen alsnog de jongens aan bod. In plaats van handwerken, waar de meisjes zoveel van meekregen, werd me overigens niet duidelijk wat de jongens dan extra kregen. De gegoede jongens gingen dan naar de Latijnse school, waar geen meisjes mochten komen, en kregen dus Latijn en soms ook oud-Grieks, en de overige jongens kregen dan extra Frans. Dat kregen de meisjes overigens ook, dus dat verschil blijft. Wel viel me op dat zowel de jongens als de meisjes al heel jong, soms al op hun 5de jaar, maar meestal toch op hun tiende levensjaar, ‘naar buiten’ werden geplaatst. Ze gingen dan bij een andere familie wonen, doorgaans in een andere stad. Vooral in Vlaanderen, maar toch ook in Holland. Dat zou beter zijn voor hun ontwikkeling. In mijn KPN-project (1989 – 1994) had ik ook ontdekt dat de kinderen die in hun jeugd veel en over grote afstanden verhuisden later sterkere interpersoonlijke eigenschappen ontwikkelden en een steilere loopbaan kregen. Zij moesten zich steeds aan een nieuwe omgeving aanpassen. De overige kinderen die steeds op dezelfde plek bleven wonen, hoefden dat niet. Dat hadden onze voorouders van 500 jaar geleden dus ook al door. De huidige trend, en zeker al vanaf WO II, is juist dat ouders niet willen verhuizen en zeker niet over een grotere afstand, zolang de kinderen schoolgaand zijn, omdat dat niet goed voor de kinderen zou zijn. Het tegendeel is dus waar. Ouders: ga vooral verhuizen, liefst ook vaak en ver weg, want dat is beter voor je kinderen. Echt waar.
Woensdag 26 juni 2024. Mijn liefde voor het voetballen.
Over voetballen heb ik het waarschijnlijk in deze rubriek nooit gehad. Dat komt uiteraard omdat ik er geen liefhebber van ben, om naar deze sport te kijken. Ik vind er niks aan. En om verschillende redenen. De eerste reden is dat voetballers maar weinig conditie hoeven te hebben. Veel voetballers houden het niet vol om twee keer drie kwartier, met ook nog eens een pauze van een kwartier, te spelen. Dan zijn ze op, zoals ik al menige trainer heb horen uitleggen. Vandaar dat er ook steeds meer wisselspelers mogen worden ingezet. Als je dat vergelijkt met duursporters, zoals wielrenners, schaatsers of hardlopers (op de langere afstanden), die soms meerdere uren achter elkaar een topinspanning moeten leveren, en dat soms dagen achter elkaar, dan hebben (top)voetballers de conditie van een natte krant. Een nog belangrijkere reden is de wedstrijdmentaliteit van (vooral Nederlandse) voetballers. Als er iets te verdienen valt, dan willen ze zich wel korte tijd inspannen. Maar als er niets (meer) te verdienen valt dan haken ze collectief af. Dat doen naar mijn mening Nederlandse voetballers dan eerder en vaker dan de meeste buitenlandse voetballers. Die gaan nog wel eens voor de eer. Zoals gisteren gebeurde. Het Nederlands elftal ging verschrikkelijk af, en vertoonde een wanvoorstelling volgens vrijwel alle Nederlandse en buitenlandse reporters. En verloor van het zwakke Oostenrijk. Dat was te voorspellen. Nederland had zich namelijk al geplaatst voor de volgende ronde van het EK, ongeacht de uitslag van de wedstrijd met Oostenrijk. En dat heeft tot gevolg dat Nederlandse voetballers er maar met de pet naar gaan gooien. Ze doen geen stap meer, dan strikt noodzakelijk is. En coach Koeman is ook niet de persoon die aan deze voorspelbare houding ook maar iets kan veranderen. Hij mist het gezag en de interpersoonlijke effectiviteit die Louis van Gaal wel had.
Maandag 8 juli 2024. Ouder worden.
Iedereen wordt ouder. En bijna vanzelfsprekend ga je ook steeds met andere ouderen om. In de diverse bestuursclubs waarvan ik lid ben, zitten ook nogal wat ouderen. En voor ieder van hen komt het moment dat het beter voor iedereen zou zijn, ook voor henzelf, om met bestuursactiviteiten te stoppen. Dat moment is voor iedereen verschillend. Ik heb al enkele keren meegemaakt, dat iedereen dat doorheeft, behalve de persoon zelf. Dan gaat zo’n afscheid en vertrek moeizaam en eigenlijk nooit geruisloos. Er blijft veel pijn achter, zeker bij de betrokkene. De betrokkene voelt zich geheel ten onrechte afgeserveerd, want hij deed toch nog elke keer goed mee? Nou nee. Dat dacht hij alleen zelf. Alle anderen stelden vast dat het steeds trager ging, hij of zij steeds slechter ging horen en zelf steeds zachter ging spreken en er vervolgens ook steeds meer fouten kwamen. Je ziet het nu ook bij Joe Biden. Steeds meer mensen zien, dat het helemaal niet goed met hem gaat en hele discussies van het eerste tot het laatste moment verliest. ‘Iedereen kan een slechte dag hebben’. Ja, dat kan. Zijn omgeving probeert hem ook te beschermen. Nu weer de casus dat een interview van een krant met hem, alleen kon doorgaan als hij tevoren de vragen kende en had goedgekeurd. De journalist die dit goedkeurde is op staande voet ontslagen. Het probleem zit hem niet alleen in het nu, maar vooral ook in de vraag hoe de persoon het over vier jaar zal doen. En je weet één ding zeker: het wordt alleen maar minder en zeker niet beter. Na verloop van tijd is hij de enige die nog in zichzelf gelooft. Het wordt een heel pijnlijk scheidingsproces, met alle gevolgen vandien voor zowel de betrokkene(n) als de komende verkiezingen aldaar. En ik zie het ook om me heen. Het gaat niet zo: ‘ Beste Gerrit het wordt tijd dat je met dit werk stopt: het gaat je steeds moeilijker af, je maakt ook af en toe fouten en het is ook tijd voor vernieuwing. Gerrit: je hebt gelijk, ik merk het zelf ook. Hoe zullen we mijn afscheid regelen?’. Zo gaat het dus niet. In werkelijkheid zet Gerrit de hakken in het zand en verwijst bijvoorbeeld naar anderen die even oud of zelfs nog ouder zijn en die rustig kunnen blijven. En dat hij alleen maar af en toe iets verkeerd doet, of ziek is geweest. Maar wie maakt er geen fouten? En iedereen kan ziek worden. Dat zijn toch geen redenen dat hij weg moet ? Het gaat de keren dat ik het heb meegemaakt altijd met pijn gepaard. Ik hoop dat ik zelf tijdig inzie dat mijn tijd is gekomen om te vertrekken.
Zaterdag 13 juli 2024. Seti. Het boek Seti I uitgelezen. Een beetje een eigenaardig boek. Het gaat toch vooral over de door de man, in zijn opdracht, gemaakte gebouwen en kunstwerken. Indrukwekkend, zeker. Het is nog altijd verbijsterend hoe deze ‘primitieve’ mensen (plm 1300 vóór Christus) zulke gigantische bouwwerken konden maken en nog mooi ook. Terwijl – bij wijze van spreken – nog nauwelijks de vork en de lepel waren uitgevonden. 134 pilaren van meer dan 20 meter hoog, met elk een omtrek van ruim 10 meter. Een aannemer vandaag die zo’n opdracht zou krijgen, vraagt zich meteen af of je wel lekker bent. En elke planning met de beschikking over de zwaarste machines zal fors uitlopen, zowel in tijd als in kosten. Zijn bestuurlijke vaardigheden kwamen echter nauwelijks aan de orde, evenmin als de strijd die hij met al zijn buren heeft geleverd. Om over de economie van Egypte in zijn tijd maar te zwijgen: ook niks. Zo wordt er wel een fraaie beschildering/reliëf beschreven waarbij Seti tegelijk strijdt met zijn Libische, Nubische, en Hettitische buren met aan zee nog eens met de Zeevolken. Dus rondom hem strijd. Maar geen woord over deze strijd, en wel over de fraaie verbeelding daarvan. Het is dus vooral een mooi boek. In het Hoofdstuk: Seti vandaag, wordt wel gewag gemaakt van de vele (!) films die er gemaakt zijn over de Exodus, met voornamelijk fantasieverhalen, maar die vrijwel allemaal plaatsvinden in de tijd van Seti, maar wordt de Exodus historisch geplaatst in de tijd van zijn zoon en opvolger: Ramses de Grote.
Zondag 14 juli 2024. De Romeinen, Clovis en Luit van der Tuuk.
Intussen begonnen met weer een volgend boek: Dorestad Onthuld, van een van mijn favoriete schrijvers : Luit van der Tuuk. Ik heb al heel wat boeken van hem. Deze Van der Tuuk is specialist in de vroeg-middeleeuwse geschiedenis van Nederland en directe omgeving. Ik weet nog goed dat ik op de HBS leerde dat na de val van het (West)Romeinse Rijk in 476 nChr ‘onze streken’ werden bestuurd door Clovis, een Merovingische vorst. Het was allemaal onwaar, zo heb ik van Van der Tuuk inmiddels wel geleerd. De Romeinen zijn in of omstreeks het jaar 270 al uit ‘onze streken’ vertrokken. Dat las ik voor het eerst op gedenktekens in Park Arentsburg te Voorburg, toen Forum Hadrianum geheten. Na het jaar 270 toen de Romeinen waren vertrokken werden ‘onze streken’ helemaal niet bestuurd, vanaf een zekere zuidgrens van waar de Friezen woonden. Die zuidgrens van de Friezen, grofweg de grote rivieren, was er ook al in de Romeinse tijd. Bovendien heette de eerste vorst niet Clovis, maar Chlodovech, aldus Van der Tuuk. Zo staat zijn naam in alle originele bronnen. De Fransen en de Engelsen, die maar moeilijk tweemaal achter elkaar een harde G kunnen uitspreken hebben zijn naam dus verbasterd tot Clovis. Maar in Nederland kunnen wij zijn naam wel netjes uitspreken, dus er is geen enkele reden voor ons om voor één of andere verbastering te kiezen. Tenslotte is het zeer de vraag of Chlodovech ooit in wat nu Nederland is geweest is. Zijn invloedssfeer liep vanaf Parijs tot ongeveer de huidige taalgrens in België. In ‘Nederland’ was hij nooit. Waar liggen dan ‘onze streken’ ? Ik ben maar net met het nieuwe boek begonnen, en het is me al duidelijk dat Dorestad (tegenwoordig Wijk bij Duurstede) al in de Romeinse tijd (dus van plm 50 vChr tot circa 270 nChr) een handelsplaats is geweest, nabij een Romeinse versterking. Toen de Romeinen wegtrokken, trokken alle bewoners (enkele duizenden personen) met ze mee en raakte het hele gebied ontvolkt. Pas vanaf ca 660 werd Dorestad opnieuw bevolkt en verscheen ook voor het eerst zijn naam. Ik veronderstel binnen het gezag van de Friese koningen, maar zover ben ik nog niet in het boek. Wordt vervolgd dus. Ik neem me wel voor toch eens Wijk bij Duurstede te gaan bezoeken, uiteraard ook het plaatselijke museum, waar ze de vele bodemschatten van Dorestad hebben tentoongesteld.
Donderdag 18 juli 2024. De opmars van het Engels in ….. Frankrijk.
Verder heb ik me vandaag verbaasd over de Fransen. De taal Frans is op zijn retour, zelfs in Frankrijk. Althans volgens een bericht van de Chinezen. Ik verbaas/erger me al decennia aan de Franse arrogantie als het om hun taal gaat. En over de wereldpositie die het Frans al vele jaren wat mij betreft geheel ten onrechte – heeft. Bij de afgelopen NATO-topconferentie staat overal op bordjes NATO/OTAN, Engels en Frans dus, allemaal uit een ver verleden, toen het Frans als taal nog iets voorstelde. De komende Olympische Spelen in Parijs, vraagt uiteraard om een enorme organisatie, om alles en iedereen op tijd op duizenden plekken te hebben. Nu blijkt dat dit centrale commandocentrum in Parijs, met honderden medewerkers, helemaal Engelstalig is. Dat blijkt uit vele foto’s op de website www.xinhuanet.com, zoals onder andere de volgende:

Ik moet er nog helemaal van bijkomen. In Parijs is bij een enorm organisatorisch project als de Olympische Spelen, het Engels de voertaal. Dat had ik in mijn stoutste dromen niet durven hopen.
Zaterdag 20 juli 2024. Medische techniek.
Verder is het me deze week gelukt om de röntgenfoto’s die van het onderbeen van mijn broer gemaakt zijn van zijn val op 1 januari 2024 en de behandeling in de maanden daarna, op mijn computer te toveren. En vervolgens naar hem en een adviseur door te mailen. Het is zulke aparte software dat ik het bijna een wonder vind, dat het me uiteindelijk nog zo goed gelukt is. Het heeft heel wat gezucht en gesteun gekost en wanhoopsgebaren, maar het is uiteindelijk uitstekend gelukt. Niet veel mensen weten dat röntgenfoto’s van jou zijn, want je hebt ze ook – via de verzekering – betaald. Nu ben ik dus een medische superleek, dus ik kan het nauwelijks beoordelen, maar Jan heeft een leven lang in de techniek gewerkt en hem vielen dus wel ’technische’ zaken op, waarvan hij vindt dat het broddelwerk is geweest. Twee paralelle, schroeven waarvan de ene er duidelijk niet helemaal in is gegaan en de andere misschien wel juist te strak is aangetrokken. Precies op de plek waar het ijzer er niet tegen kon en (dus) brak. Het waren ook schroeven met een verzonken kop. Dan moet je toch echt heel goed kijken, want mij was dat niet opgevallen. Ook zag hij meteen dat één van de twee schroeven met een heel flauw bochtje in het bot is gegaan. Hij moest het drie keer aan me uitleggen, toen ik het plots ook zag. Hij heeft dat soort zaken in zijn werk duizenden keren gezien, maar dan uiteraard niet in het medische, en ik eigenlijk nooit. Pas na 77 jaren valt me op dat hij in zijn werk ook heel precies moet zijn geweest. Ook waar hij anderen moest beoordelen en daar dus zeker niet mild in was. Het moest gewoon goed zijn en niet ‘als het maar vast zit’. Tjonge. Toch weer wat geleerd over mezelf en mijn naaste familie.
Woensdag 24 juli 2024. Mijn kapster Angela.
Weer eens een bezoek aan mijn kapster. Elke keer weer en nu al jaren, sinds ik klant ben, begint ze weer, zodra ik zit, mijn haardos te prijzen, tegelijk haar handen door mijn haardos woelend. Ze mag. Als ik iemand met zo weinig moeite een plezier kan doen, dan doe ik het graag. Weer helemaal opgeknapt heb ik de rest van de dag besteed aan het gebruikelijke: opruimen, boodschappen en van alles en nog wat bijhouden.
Zaterdag 27 juli 2024. De Zwitserse horlogemaker.
Gisteren weer eens een technisch hoogstandje uitgevoerd. Van het keukenweegschaaltje dat ik al vele jaren heb, was eindelijk eens het batterijtje op. Ik gebruik het ook elke dag, al is het soms naar kort, en dan nog gaat hij jaren mee. Maar aan alles komt een keer een eind. Achterop zag ik wel waar het batterijtje moest zitten, maar hoe je dat schuifje openkreeg, daar had ik geen idee van. En wat ik ook probeerde er kwam geen beweging in. Zou het dan toch dat kleine zilverkleurige puntje zijn? Maar wat moet je daar dan mee?

Bovenstaande foto is wel een forse uitvergroting, want in werkelijkheid is het maar een stipje, van nauwelijks 2 millimeter. Met een vergrootglas zag ik ook dat het een schroefje was. Maar heb ik wel zo’n klein schroevendraaiertje? Eronder zit nog een drukknopje, maar waar dat voor was/is heb ik nog altijd niet door. Vraag niet hoe precies, maar het lukte me inderdaad het schroefje los te krijgen en te verwijderen. Het is dan zo ontzettend klein, dat je na het batterijtje te hebben verwisseld, het een hele opgave is, om het weer recht boven het gaatje te krijgen. En dan de schroevendraaier erop en hopen dat het niet omvalt. Het is haast niet te doen. Na een hoop gepriegel lukte het me toch. Ik vind dat ze zulke oplossingen zouden moeten verbieden. Gewoon een schroefje dat je normaal kunt vasthouden en met een huis- tuin- en keukenschroevendraaier erin en eruit kan draaien. En niet zoal nu, dat je de fijne motoriek van een Zwitserse horlogemaker moet hebben om een batterijtje te vervangen.
Maandag 29 juli 2024. De Slag op de Zuiderzee.
Hoewel ik het boek “De Slag op de Zuiderzee 1573” nog niet uit heb, ben ik intussen wel voorbij het hoofdstuk waarin wordt uitgelegd waar vele voorwerpen, tot aan hele schepen toe, van deze slag te bewonderen zijn. En dan komt het spijtige: het is op vele plaatsen terecht gekomen. Alleen al in West–Friesland, waar alle geuzenschepen (plm 40) vandaan kwamen, pronken verschillende musea met die spullen. Ook sommige kerken hebben bezienswaardigheden, al was het maar de (pronk)graven van de voornaamste deelnemers. En ook sommige (oude) Westfriese stadhuizen zijn de moeite waard. Maar ook buiten de regio zijn zaken terechtgekomen. Zoals in het Maritiem Museum Rotterdam. Rotterdam is uiteraard een zeer toepasselijke bestemming voor een tentoonstelling over de “Slag op de Zuiderzee”. De Spaanse vloot stond onder leiding van admiraal Bossu. Geen Spanjaard, maar een Waal. Wallonië stond namelijk toen al en staat nog steeds bekend om zijn machtige oorlogsvloten. Zeker zo machtig als de Zwitserse marine. Bossu’s vlaggeschip heette “De Inquisitie”. Wat een ongelooflijk cynische en wrede naamgeving. Door de Spaanse inquisitie (niet te verwarren met de pauselijke), hebben duizenden Nederlanders het leven gelaten, op de brandstapel of op een andere manier. Bossu zelf werd gevangen genomen en bleef ook jaren gevangene. Een groot deel van de inventaris van De Inquisitie is in de diverse musea terechtgekomen. Waaronder het eetgerei van Bossu. De geuzen stonden onder leiding van admiraal Cornelis Dircksz, die op dat moment tevens burgemeester van Monnickendam was. Admiraal en burgemeester zijn twee functies die je dus blijkbaar heel goed kunt combineren. En beide met succes! Het vlaggeschip van de geuzen was “De Eendracht”. Een veel sympathiekere naam. Ook van De Eendracht liggen spullen in musea. Een vakantieplan wordt vast nog eens een bezoek aan West-Friesland. Daar moet ik dan wel enkele dagen voor uittrekken. nDe laatste hoofdstukken gingen over in welke kerken gebrandschilderde ramen zijn over die zeeslag en over welke schilderijen er over de slag gemaakt zijn en waar die naartoe zijn gegaan. Volgens de schrijver zijn de mooiste gebrandschilderde ramen van deze slag te vinden in de kerk van Bloemendaal. Bloemendaal ligt tenslotte ook niet ver van de zee af, al is het de verkeerde zee. In de streek zelf hebben meerdere kerken dit ook, al zouden ze minder fraai zijn. Schilderijen van de slag zijn er vele geweest, van meerdere schilders. Een exemplaar is geschonken aan de Keizer van Japan, nadat de Japanners eerst de Spanjaarden en de Portugezen het land hadden uitgegooid en Nederland het alleenrecht kreeg van de handel met Japan vanaf een Japans eilandje: Decima. De Spanjaarden en de Portugezen hadden geprobeerd Japanners te bekeren en dat werd niet gewaardeerd. Dat deden de Nederlanders niet en bovendien was Nederland ook in oorlog met Spanje. Het schilderij stelde dan ook een zeeslag tussen Spanje en ‘Nederland’ voor, door de Spanjaarden smadelijk verloren. Dat kon de Japanse keizer wel waarderen, dachten de Nederlanders. We kennen de mening daarover van die keizer echter niet. Een ander exemplaar werd op een veiling gekocht door het Deutsch Historisches Museum in Berlijn. Ik kan maar niet bedenken wat de Slag op de Zuiderzee 1573 nu met de Duitse geschiedenis te maken heeft. Wellicht vanuit de gedachte van een Groot-Duitsland?
Vrijdag 16 augustus 2024: nog meer treinperikelen.
De app van Arriva, die het OV tussen Groningen en Leer verzorgt, maakte niet echt duidelijk hoe het nu vanaf Nieuweschans verder gaat en ook de OV-app, die altijd heel actueel is, en sneller dan wat in de trein wordt omgeroepen of op de stations wordt gemeld, gaven allerlei tegenstrijdige berichten. Er gaan namelijk, behalve de treinvervangende bussen van Nieuweschans via Weener naar Leer, ook nog de reguliere Duitse streekbussen, die onderweg nog bij talloze haltes stoppen. Ik ging dus naar de Arrivabalie op station Groningen, om te horen hoe het nu werkelijk gaat. Ik trof een iets oudere heer, bij wie de ervaring uit zijn ogen en lichaamshouding straalde. Geconfronteerd met al die tegenstrijdige berichten vertelde hij met veel gezag: allemaal niets van waar. Op station Nieuweschans staat een bus klaar die u in één keer naar station Weener brengt. In- en uitchecken zoals altijd. Niks aan de hand. Dus ik stapte opgelucht in de Arrivatrein naar Nieuweschans. In de trein bleek al dat in het overzicht van vertrektijden voor Nieuweschans een andere vertrektijd stond (namelijk 11.38 uur) dan in de planner, namelijk 11.08 uur. Aangekomen in Nieuweschans, kwam het volgende probleem. Er is weliswaar een bushalte vlak voor het station, bestemd voor de gewone streekbussen, maar erbij stond een groot geel bord, waarop stond dat de treinvervangende bus naar Weener, zou stoppen bij de halte bij het hotel. Eerst even zoeken dus waar het hotel is. Dat had ik snel gevonden en ik was nog ruim op tijd voor de bus van 11.08, als die er al zou zijn. En inderdaad: die bus kwam dus niet. De planner en de Arrivaman in Groningen hadden dus geen gelijk en de vertrekstaat wel. Om 11.30, dus acht minuten te vroeg, kwam er een bus, die meteen de parkeerplaats voor het station opreed, naar de halte voor de streekbus. Dus toch. Dus ik toch maar weer van de halte bij het hotel naar de halte bij het station lopen. En dit zou dan wel eens een bus kunnen zijn die ook nog op meer dan tien haltes onderweg gaat stoppen. Hij vertrok om 11.34 uur, dus ook nog 4 minuten te vroeg. En inderdaad kwam in de bus het informatiepaneel tevoorschijn met alle haltes waar hij onderweg zou stoppen. En dat deed hij dan ook. Conclusie: er is dus helemaal geen treinvervangende bus en alleen de Duitse streekbus. Je kun dan onderweg uiteraard niet uitstappen en ook niet instappen, want bij die haltes staat geen OVchipkaartpaal. Vervolgens viel het infomatiepaneel in de bus uit (gebeurt in Nederland ook regelmatig), maar gelukkig kon ik met een andere app volgen waar we waren en merkte ik ook dat de bus de weg naar het station hard voorbijreed. Wat nu weer? Ik meteen op de knop gedrukt en bij de volgende halte ging ik er uit. Nu eerst naar het station teruglopen om uit te kunnen checken. Maar halverwege die wandeling begon ik de buurt te herkennen en was ik plots vlakbij de winkel waar ik naartoe wilde: de Combi supermarkt. Dan eerst maar de boodschappen gehaald. Daarna moest ik dan eerst terug naar het station om eerst uit te checken en meteen weer in te checken, en dan eens uitzoeken waar de bus naar Nieuweschans dan zou stoppen, als het niet bij het station Weener is. Bij de bushalte van station Weener stonden meerdere mensen bij de bushalte te wachten, en het duurde dus een tijdje totdat ik doorhad dat er wel diverse bussen stopten, maar niet de bus naar Nieuweschans. Dus al vragend, meestal met als reactie ‘bij de kerk’ terwijl ik uiteraard niet wist waar die kerk dan stond, kwam ik uiteindelijk bij de juiste halte aan. Daar had ik de bus naar Nieuweschans dus uiteraard net gemist en dat betekende een uur wachten. De volgende bus had er om 15.53 moeten zijn, maar kwam een minut of acht later. Die bracht me toch precies op tijd in Nieuweschans en vandaar met trein en bus naar huis. Waar ik dan tegen zessen aankwam. Eerst meteen maar even naar de Chinees. Om half acht of zo viel ik daarna op de bank in slaap. Bekaf.
Vrijdag 23 augustus 2024. Hoe kwam je aan de overkant?
Het wordt met de Merovingen steeds interessanter. Vooral de drie recente boeken die ik las, de Historische Wegenatlas NL en nu het boek van Annemarieke vergeleken, alsook met het boek van Luit van der Tuuk over Dorestad. Annemarieke meldt dat ze in de Merovingische vestigingen van die tijd en dat waren er vele, geen waterputten hebben aangetroffen en dat betekent – volgens Annemarieke dan – dat ze het water uit de rivier dronken. Zou dat werkelijk zo zijn gegaan ? Dronken ze dan hetzelfde water dat eerst langs de stroomopwaartse gelegen vestiging ging, waarin de burgers eerst hun behoefte hadden gedaan en de was? Luit meldt daar helemaal niets over en in de Historische Atlas komt het ook niet voor, maar dat was daar ook niet te verwachten. Dan de vraag die ik zelf al eerder stelde, “Hoe kwam je aan de overkant?”. Volgens de Historische Wegenatlas NL kwam het eerste pontveer in Nederland in de dertiende eeuw in gebruik. Tenminste 500 jaar na de Merovingen dus. Dus een pontveer hadden ze niet. Dan de bruggen. De Romeinen hebben, voor zover mij bekend, de eerste brug gelegd, over de Maas in Maastricht. Nieuw voor mij was dat – volgens de Historische Wegenatlas NL – diezelfde Romeinen ook een brug over de Maas sloegen bij Cuijk. Maar over eventuele andere bruggen melden alle drie boeken verder helemaal niets. En dat zou ik van de Historische Wegenatlas NL niet verwacht hebben. De laatste mogelijkheid is dan: via doorwaadbare plaatsen. Dat betekent dan wel dat de scheepvaart over Lek en Rijn toen blijkbaar ging met platbodems. Bovendien hadden de burgers dan regelmatig natte, maar ook relatief schone voeten. Dat zouden we vandaag de dag toch iedereen afraden. De rubberen laars was vast nog niet uitgevonden.
Augustus 2024. Oud(er) worden.
Dezer dagen las ik het verhaal van wat thans de oudste man op aarde zou zijn: een 112-jarige Engelsman. Enkele vrouwen zijn nog ouder. Op de beroemde vraag, wat hij heeft gedaan of gelaten om zo oud te worden zei hij, anders dan zijn voorgangers: niets. Hij heeft in zijn jonge jaren veel gewandeld, maar dat doet hij al heel lang niet meer. Ook eet hij altijd ‘wat ze me voorzetten’ (blijkbaar woont hij in een of ander tehuis, niet zo gek voor iemand van zijn leeftijd). Behalve op vrijdag. Zo lang hij het zich kan herinneren heeft hij op vrijdag altijd fish and chips. Maar hij gelooft niet dat hij daarom zo oud is geworden. Zijn mening hierover is: de één wordt gewoon ouder dan de ander. Ingewikkelder is het niet. Nu heb ik, direct na mijn thuiskomst uit het ziekenhuis, toen ik een jaar of 11 was, me al voorgenomen om tenminste 100 te willen worden. En daar heb ik vanaf die start ook aan gewerkt. Zeker vanaf het moment dat ik ging werken, in 1967. Het uiteindelijke doel van werken was voor mij eigenlijk alleen maar, om vanaf mijn 65e, qua geld een zorgeloos leven te hebben. Ik heb dus op ieder moment dat dat ging de loopbaankeuze gemaakt en andere zaken geregeld die mij het beste pensioen zouden opleveren. Toen ik in 1994 op 47-jarige leeftijd stopte met een vaste baan en dus slechts 27 dienstjaren had, wist ik al dat ik nu nog ‘alleen maar’ de 65 moest halen en zeker wist dat ik vanaf dat moment genoeg inkomen zou hebben, om tot aan het eind van mijn leven rustig te kunnen leven. En zo is het ook gegaan. En ook in die tussentijd zonder vaste baan, 1994 – 2011, had ik doorgaans genoeg inkomen om zelf genoeg te hebben en ook voor vrouw en kinderen te kunnen zorgen. Nu ben ik 77, voel me kiplekker, heb geen problemen van enige betekenis, beweeg veel en eet en drink gezond en heb nu dus nog een dikke 22 jaar te gaan. Maar zoals de oude man aan het begin van dit verhaal al zei: uiteindelijk gaat het er ook om dat de één nu eenmaal ouder wordt dan de ander.
Dinsdag 27 augustus 2024. De eerste bruggen.
Enigszins tot mijn verrassing begon gisteravond Annemarieke Willemsen het toch te hebben over bruggen in de Merovingische tijd. Maar veel wijzer werd ik er niet van. Zij stelt dat er in de Merovingische tijd bruggen waren, geërfd uit de Romeinse tijd en noemde daarbij als voorbeelden Maastricht en Utrecht. Maastricht wist ik al en Cuijk ook, dat ze overigens niet noemt, maar de stad Utrecht met een brug uit de Romeinse tijd? Over welke sloot dan? Ik ga toch eens oude kaarten van Utrecht bestuderen. Wellicht de Oude Rijn? Je kon ook over varen, aldus Annemarieke. Met een boot(je) dus. Weliswaar kwamen pontveren in Nederland pas in de dertiende eeuw in gebruik, maar bedoeld is dan waarschijnlijk: regelmatig, met een soort dienstregeling. Met een privébootje, dat op afspraak ook de buurman wel mocht gebruiken, zou het natuurlijk ook gekund hebben.
Donderdag 29 augustus 2024. Geschiedschrijving en archeologie.
Intussen heb ik het boek over de Merovingen van Annemarieke Willemsen uit. En ook van haar heb ik weer heel wat opgestoken. Waar Luit van der Tuuk zijn verhalen meer baseert op documenten dan op archeologie, werkt Annemarieke meer vanuit de archeologie en veel minder op teksten. Die vullen dus voor mij elkaar mooi aan, hoewel ik toch iets meer naar Luit neig. Op den duur ga ik ernaar neigen om delen van de tekst van Annemarieke over te slaan, als ze gaat uitleggen dat een gevonden kunststukje enkele millimeters afwijkt, of zelfs een enkele millimeter, van een verderop gevonden soortgelijk kunststuk. Dat is voor de superdeskundige mogelijk wel interessant, maar mij zegt dat vaak weinig tot niets. Een mooie mix van deze twee wetenschappen waardeer ik toch nog het meest. Zoals het boek van Yonathan Adler over het ontstaan van het Jodendom. Die somt eerst op welke onderwerpen typisch zijn voor het Jodendom en gaat dan per onderwerp in de geschreven bronnen raadplegen wanneer dat opkwam, en vergelijkt dat met wat bij opgravingen gevonden is. En daarna onderwerp na onderwerp. Onder andere het niet-eten van varkensvlees, de Joodse bewassing, de achtarmige kandelaar, de synagoge, de besnijdenis. Zo krijg je een compleet en afgewogen oordeel. Het Jodendom, ontstond volgens Adler met deze aanpak, eerst rond 200 jaar vóór Christus, zowel ‘op papier’ als wat bij opgravingen is gevonden. Ik raakte bij zijn analyse alleen in de knoop met de vraag wanneer dan het Oude Testament is ontstaan (of de Pentateuch bij de Joden.). Want als het O.T. volgens sommige bronnen 1000 jaar vChr ontstond, hoe verklaar je dan dat de voorschriften van het O.T. al achthonderd jaar bestonden, voordat ze werden nageleefd. Een e-mailtje naar schrijver Adler hierover, beantwoordde hij meteen. Volgens hem is het dus ook maar de vraag of het O.T. al zou oud is. Volgens hem is het O.T. in zijn huidige vorm niet ouder dan van 400 jaar vChr. Dan hebben we de wachttijd tussen tekst en uitvoering wel teruggebracht van 800 naar 200 jaar, maar dat zijn nog altijd 6 – 8 generaties, die de Joodse voorschriften wel kenden, maar ze niet naleefden.
Zaterdag 31 augustus 2024. Het kleedje voor Hitler.
Bijna altijd koop ik een boek dat ik ook echt wil hebben. In veel gevallen juist omdat ik van het betreffende onderwerp weinig weet. Qua lezen ben ik toch een soort veelvraat. Ook al omdat ik zoveel zaken interessant vind. Heel af en toe, één of twee keer per jaar, koop ik een boek waarvan ik me achteraf afvraag wat ik nou heb opgestoken en of dit nou zo’n goede koop was. Het nieuwste boek, waar ik dan nu mee bezig ben, heb ik inderdaad in een opwelling gekocht, zonder me echt af te vragen waar dit boek nou over zou gaan. En de hele tijd dat het lag te wachten tot het aan de beurt was, begon ik me steeds vaker af te vragen of dit nou zo’n goede keus was. Het gaat om: “Het kleedje voor Hitler” van Bas von Benda – Beckmann. Het is een dikke familiegeschiedenis (622 pagina’s), van de familie van de schrijver, vanaf vier of vijf generaties terug. Voor het overgrote deel Duitsers, en een klein deel Nederlanders, waaronder de schrijver. Je ziet het ook aan zijn naam: de familienaam is typisch Duits, met mogelijk nog een scheutje adel erin, maar de voornaam Bas zul je in Duitsland niet zo vaak aantreffen. Het is ook niet in of uit het Duits vertaald, althans niet volgens het colofon. Nu ik met het boek kort onderweg ben, blijkt het toch erg interessant te zijn. Von Benda is inderdaad een oud Duits of zelfs Pruisisch adelsgeslacht. Gelukkig voor de schrijver hebben heel wat voorouders van hem hun leven zwart-op-wit gezet. Zodat hij veel materiaal heeft om uit te citeren. Ook zijn er veel foto’s vanaf het begin van de fotografie en zelfs enige schetsen, als men niet zo snel een fototoestel in de buurt had. Het boek begint met de betovergrootouders van schrijver. Qua tijd zitten we tegen 1848 aan. De tijd van Bismarck dus ook. De eerste Von Benda’s die het boek beschrijft hadden ook veel contacten met de Pruisische koningen en de eerste Duitse keizers. Ze kwamen regelmatig bij elkaar over de vloer. Over de geboorte van Duitsland in de negentiende eeuw heb ik eigenlijk nooit iets gelezen of geweten. Ook niet op school. Een schoondochter riep me onlangs nog toe dat ik af en toe citeer uit wat ik ergens van op school heb geleerd, maar dat zij dat helemaal niet heeft. Ze heeft eigenlijk geen idee wat ze daar allemaal geleerd heeft. Ik weet nog dat toen de stijl was, dat je zoveel informatie kreeg met de mededeling erbij dat je al die kennis voor het latere leven nodig had. En daarom moest je het allemaal ook goed onthouden. Dat heb ik blijkbaar ook gedaan. Pas nu begin ik te snappen hoe Duitsland ontstond vanaf 1848 uit al die koninkrijken en -kjes. Erg interessant dus, als je daar niets van weet. Inmiddels ben ik rond 1900 aangekomen en het blijft boeien. Aan Hitler zijn we dus nog lang niet toe. Maar dat komt nog wel.

Maandag 2 september 2024. Schieten.
Gisteren dus de verkiezingen in twee Oost-Duitse landen. Verder Oost-Duitsland genoemd. Met een flinke winst voor de AfD, algemeen bekend als een rechts-extremistische partij. Niet meer dan 10% van de kiezers stemde op een van de partijen van de huidige bondsregering (SPD, FDP en Groenen). Die regering heeft dus in Oost-Duitsland vrijwel geen enkele steun van de bevolking. Ik ben meteen maar eens even gaan opzoeken welke extreemrechtse standpunten die AfD nu heeft. Veel mensen en ook veel journalisten plakken maar een etiket ergens op, en dat hoeft dan niet te worden uitgelegd, maar het hoeft nog niet veel te zeggen. In Nederlandse bronnen, zoals Wikipedia is er niets over de standpunten van de AfD te vinden, behalve dan dat ze extreem-rechts zijn. Dus dan toch maar naar de website van de AfD zelf gegaan en het programma gelezen. Ik vind dat extreme erg meevallen. Zij ondersteunen de Duitse Grondwet en de rechtstatelijkheid, dus daarover hoeft het daar niet te gaan, zoals wel in Nederland moest. Ze ondersteunen ook de democratie: de meerderheid bepaalt. Voor sommige standpunten zullen ze volgens mij nooit een meerderheid krijgen, dus daar hoef je ook niet bang voor te zijn. Over bijna alles kun je volgens mij verder gewoon praten. Het enige dat me echt niet bevalt is dat ze voor een forse uitbreiding zijn van wapenbezit. Daar ben ik nou mordicus op tegen. Het lijkt wel een Republikeinse zienswijze. Uit Amerika overgewaaid. We moeten niet naar een maatschappij waarin burgers al schietend hun gelijk proberen te krijgen.
Dinsdag 3 september 2024. De opkomst van Hitler.
Met het boek “Het kleedje voor Hitler” ben ik nu op ongeveer eenderde, en aangekomen bij 1920. Ik heb al heel wat geleerd. Ik heb altijd – puur gevoelsmatig, niet echt over nagedacht – gedacht dat op zekere dag in Duitsland een of andere gek, tevens volksmenner, opstond, geheten Adolf Hitler, die allerlei absurde en ronduit idiote opvattingen uitkraamde, en zelfs ook in een boek opschreef, en die er ook nog de handen voor op elkaar kreeg. Ik kom er met dit boek nu dus achter dat het heel anders is gegaan. Er was in Duitsland al veel eerder dan vanaf de opkomst van Hitler een zeer anti-Joodse (en antidemocratische en anti-socialistische) stemming, zeker onder de adel, de legerleiding en in de verdere bovenlaag van de maatschappij. De nederlaag van Duitsland bij WO I werd in brede kringen al geweten aan de Joden, de socialisten en de democraten. De Deutsche Adelsgenossenschaft, DAG, de vereniging van Duitse adellijken, had al in 1920 een bepaling dat de leden Ariër moesten zijn en moesten kunnen aantonen dat zoveel generaties terug er geen enkele Jood in hun stamboom zat. In 1920 al!! Anders konden ze geen lid worden. Hitler was nog in geen velden of wegen te bekennen. Hitler heeft uitgekraamd wat heel veel Duitsers – vooral in de bovenlaag – al vonden. Zijn mening viel op vruchtbare bodem. Ik lees dat allemaal in de correspondentie tussen de familieleden van schrijver Bas von Banda-Beckmann, en de dagboeken die ze bijhielden. We zijn inmiddels aangekomen bij zijn grootouders, die gewoon van hetzelfde soort waren, als de DAG voorstond. De splitsing van de familie in een Duitse en een Nederlandse tak, zijn we nog niet aan toe. Vraagje: zou Prins Bernhard, man van Juliana, ook lid van de DAG zijn geweest? Waarschijnlijk wel, maar in de diverse boeken over hem ben ik dat niet tegengekomen.
Woensdag 4 september 2024. Aftakelen?
Vaak let ik er op of ik niet aftakel. Dat ik iets heel gewoons vergeet, of iets niet heb onthouden, wat ik anders moeiteloos bijhield. En gisteren had ik weer zoiets. Ik ging op weg naar de Oostwijk, omdat mijn groentes, fruit en lekkere hapjes aanvulling nodig hadden. Hoewel het warm was, nam ik ook niet de kortste weg. En het was ook geen bekende weg voor me. Op driekwart van de wandeling, na zo’n 3,8 kilometer, voelde ik plots in mijn zakken. En tot mijn schrik bemerkte ik dat ik geen portemonnee bij me had. Of was ik die weer verloren, net als enkele maanden geleden? Mijn verstand zei me, dat ik hem bij het vertrek van huis niet in mijn broekzak had gestopt. Maar 100% zeker wist ik dat toch ook niet. Dus ik besloot niet verder te lopen, omdat ik immers niets kon betalen, en precies dezelfde weg weer terug te lopen. Het was een superstille route, waar ik geen mens was tegengekomen, dus als hij uit mijn zak was gevallen, dan kon hij nog gewoon op straat liggen. Halverwege de terugweg realiseerde ik me dat ik ook nog met mijn telefoon had kunnen betalen, maar nu was ik alweer bijna thuis. De hele terugweg lag de portemonnee nergens. Meteen bij binnenkomst had ik mijn portemonnee meteen. Mijn eerste gedachte, dat ik hem gewoon niet in mijn zak had gestopt, klopte dus. Ik had geen puf meer om nog een keer te gaan. Morgen is er weer een dag.
Zaterdag 7 september. Het uitje.
Eerste bestemming was de Gulle Smid in Winterswijk. Een op een bijzonder fraaie locatie gelegen horeca-etablissement. Ik had overnacht in hotel Mondriaan, ongeveer een kilometer van de bestemming. De overnachting van vrijdag op zaterdag ging goed, heel goed zelfs, en ik bereikte de Gulle Smid ruim op tijd. Het weer was ook zonnig en zelfs vrij warm. Een graad of 27 / 28. Na koffie met iets erbij, stapten we in een ouderwetse bus uit de vijftiger jaren.

Met vóór de ingang en helemaal achter de uitgang. Waarom nou later is besloten om de uitgang in het midden te plaatsen, begrijp ik achteraf bezien niet. Achterin de uitgang bevordert in elk geval het doorlopen naar achteren, als het druk is. Bij drukte blijft iedereen staan waar ie staat en daar verandert geen busschaufeur in de bus of conducteur in de trein iets aan. Het was ook een ouderwetse schakelbak, en er was nog geen stuurbekrachtiging en rembekrachtiging. Een mooi ouderwets gebrom van de motor, en een klein schokje bij elke op- en afschakeling. En toch wat moeizaam de vele rotondes die er tegenwoordig zijn nemend, die in de vijftiger jaren ook niet of amper bestonden. Ruimschoots de omgeving van Winterswijk verkend, met een uitgebreide toelichting van een gids. Die helaas niet op elke plek altijd even goed overkwam in de bus. Het meeste begrepen we wel. Met een andere gids in de middag bleek, dat het moet gelegen hebben aan de microfoonvaardigheid van de eerste gids, want de tweede was luid en duidelijk verstaanbaar. Na de middag gingen we naar een Museum voor oude voertuigen voor het openbaar vervoer. De oudste ‘bus’ was er een met T-Fordchassis (twintiger jaren, dus plm 100 jaar oud, maar zag er uit als nieuw) en een opbouw van kort na de oorlog. Er konden maximaal 8 passagiers worden vervoerd, en het ding rijdt nog steeds!! Weliswaar met een startmotor, hoewel de slinger voorop er nog aan zat. We waren met zijn twaalven, dus dat was geen optie. Een andere- grotere – bus, was uit de dertiger jaren (1936 meen ik) met een Krupp-chassis. Dat gaf later veel heisa, want Krupp had toch vlijtig meegedaan met de nazi’s. Ook waren er enkele oude treinstellen, en was er een heel grote modelbaan met treintjes die permanent heen en weer reden. Aan het eind van een baan, doken ze een donkere tunnel in, om er dan ergens anders op de baan weer uit te komen. Er waren wel zes van deze tunnels waarin de trein kon verdwijnen of uit tevoorschijn kon komen. Een levendig en leuk geheel. Met allerlei drukknoppen langs de gehele baan, kon je iets in werking zetten, zoals verlichting of de aflevering van een baby door een ooievaar.
NS/Prorail had bedacht dat er deze dag geen treinen mochten rijden van Deventer naar Zutphen, en dat zou een enorme vertraging kunnen opleveren. Want treinvervangers zijn dan niet altijd voldoende beschikbaar. Gelukkig kreeg ik een lift naar Zwolle, maar ook op de autoroute naar Zwolle waren er meerdere grootschalige wegomleggingen, waar alle aanwezige reisplanners op vastliepen. Waarschijnlijk was dat tussen Prorail en Rijkswaterstaat zo afgesproken. Gelukkig redt mijn iPhone me dan, omdat ik daarmee precies kon zien waar we waren en naartoe moesten, en bij een blokkade hoe we het beste om konden rijden. Dat ging uiteindelijk best degelijk, maar het nam wel veel tijd in beslag. Om plm kwart voor elf kwam ik in Zwolle aan. De trein naar Haren van 22.52 bleek er niet te zijn, dus moest ik de trein van 23.15 uur naar Groningen nemen. Uiteraard vertrok deze trein pakweg een kwartier te laat, en was ook heel erg druk. De conducteur riep bij herhaling vergeefs of passagiers door wilde lopen, want dat deed uiteindelijk niemand. Uiteindelijk kwam ik om 00.15 in Haren aan en was ik om 00.40 uur weer thuis. In de laatste trein kwam een andere passagier nog naar me toe, die vroeg of het wel goed met me ging. Terwijl ik alleen maar heldhaftig tegen de slaap vocht. Vanmorgen werd ik om precies 10.00 uur wakker. Dat had ik dus nodig.
Vrijdag 13 september 2024. Een zware tijd.
Na het zware weekend, was het woensdag weer raak. Weer een heel lange dag, met heel vroeg op en weg en meerdere vergaderingen achter elkaar in Enschede. En daarna via Duitsland, dat kon nog één keer, want maandag beginnen de grenscontroles, boodschappen aldaar, naar huis en uitladen, auto wegbrengen, op de weg naar huis, op het nippertje bij de AH nog wat voor het avondeten kunnen kopen, en even na negen uur thuis. Half tien het avondeten. Bijtijds naar bed, en gistermorgen weer laat op. De hele dag was ik nog enigszins van slag en pas vanmorgen stond ik weer helemaal fris op. Ik kan er weer tegen. Ik vraag me wel af of die enorme vermoeidheden na twee dagen fors inspannen met de leeftijd te maken heeft. Of had ik dat nou altijd al ? Voorlopig heb ik zeker een dikke week weer een vrij rustig programma. Maar wandelen en fietsen blijf ik wel volhouden. Ik wil wel zo lang mogelijk in beweging blijven.
Zondag 15 september 2024. Bij de tijd blijven.
De komende dagen ga ik me weer eens oriënteren op nieuwe elektronica: computer, telefoon en horloge. Ik hoor niet bij het soort mensen, die jaarlijks weer het nieuwste model van een apparaat willen hebben. Zo ben ik van een iPhone 3, naar een iPhone 7 en een iPhone 11 gegaan. En intussen is er dan alweer de iPhone 16. Eens kijken wat die nu meer biedt dan mijn huidige apparaat. Zo heb ik een Apple Watch 5, mijn eerste, terwijl er inmiddels een Apple Watch 10 is. Wie weet wacht ik nog een extra jaar, of als ik daarvan overtuigd ben, koop ik meteen een volgend exemplaar. Een reden is, maar niet doorslaggevend, in elk geval dat ik ook zo lang mogelijk met de jongste technische ontwikkelingen bij wil blijven. Want vroeg of laat haak je daarvan – met de leeftijd – af. En ik wil uiteraard nog zo lang mogelijk met mijn (klein)kinderen blijven communiceren over waar zij mee bezig zijn. Verder bevalt de huidige rustperiode me uitstekend. Er komen nog genoeg drukke dagen aan.
Donderdag 26 september 2024. Het boek “Een kleedje voor Hitler” heb ik uit.
Een zeer indrukwekkend boek. De schrijver, Bas von Benda-Beckmann, een Nederlander woonachtig in Haarlem, stamt af van een Duitse adellijke familie. Hij beschrijft in het boek – te beginnen bij zijn overgrootvader – waar zij stonden in de Duitse geschiedenis en met name in de Hitlerperiode (plm. 1923 – 1945). Een nicht van hem, een zekere Luise, was getrouwd met generaal Alfred Jodl, een naaste medewerker van Hitler, die ook in Nederland de overgave van de Duitsers op 5 mei 1945 tekende. Jodl werd na de oorlog ter dood veroordeeld en opgehangen. Hij bleef beweren dat hij niets van de Holocaust geweten heeft, hoewel hij jarenlang elke dag bij Hitler was. Wat hij van alle ellende na de oorlog gezien heeft, vond hij afschuwelijk en Duitsland en de Duitsers onwaardig. Luise bleef in hem geloven: hij heeft van alle ellende niets geweten en was ook nergens schuldig aan. Ieder familielid was wel bij de nazi’s betrokken, op zijn minst als meeloper, maar vaker als (mede)dader. Hijzelf is geboren in 1977 in Nederland en heeft uiteraard er helemaal niets mee te maken gehad. Indrukwekkend hoe hij zijn eigen familie beschrijft: zorgvuldig zijn woorden kiezend, maar ook glashelder in zijn eigen standpunten. Het zal je familie maar wezen. Dit zal nog lang bij me nasudderen.
Dinsdag 15 oktober 2024. Een luchtzuiveraar.
Sinds kort ben ik gaan twijfelen over de aanschaf van een luchtreiniger. Ik was al eerder, deze zomer pas, tot de gedachte gekomen om een waterzuiveraar aan te schaffen. Een buurvrouw heeft een kan die water zuivert, maar ik kwam tot de ontdekking dat dit soort kannen meestal wel van kalk, maar meestal niet het water van microplastics zuivert. En bij alles dat ik weet zou dat toch in elk geval moeten, áls je er al aan begint. Microplastics zitten werkelijk overal: in de lucht die we ademen, in het water dat we drinken, in het eten en drinken dat we gebruiken en in de bodem. En ook nog in je lijf, zelfs bij pasgeboren baby’s. Dat komt omdat we al decennia bij bijna elk product plastic hebben gebruikt, al was het maar voor de verpakking. De Consumentenbond heeft, met een update van augustus dit jaar, luchtzuiveraars getest. En de besten zuiveren de lucht inderdaad ook op microplastics, van het formaat PN2.5 om precies te zijn. Dat zijn de kleinste. Het was me al eerder opgevallen dat de lucht buiten bij mijn woning op een schaal van 1 – 10 (van uitstekend tot slecht), nooit op 1 komt, zelden op 2, slechts af en toe op 3, en doorgaans op 4 en 5. En nooit op 6 of hoger. Dan is de luchtkwaliteit van 5, ook meteen ‘matig’. En die kwaliteit is het dan ongeveer 7 dagen per maand. Nu woon ik tamelijk landelijk, met heel veel groen nabij, maar ook hier is de lucht dus lang niet altijd echt schoon. Dat zal (ook) wel te maken hebben met het toch tamelijk drukke verkeer op de Rijksstraatweg, hier vlakbij. Dus ik vraag me wel eens af hoe slecht de lucht moet zijn in binnensteden van grote plaatsen. Maar de meeste tijd verbreng ik toch thuis. Dus daar zouden lucht en water toch goed moeten zijn. Wordt vervolgd.
Vrijdag 18 oktober 2024. Alternatieven voor D-Day.
Opnieuw heb ik een boek besteld. En dat terwijl ik er nog 8 heb liggen die ik nog moet lezen. En bij die acht zitten er zeker nog drie met meer dan 600 pagina’s en waarvoor ik dus makkelijk drie weken voor nodig heb. Ben nu dus bezig met de memoires van Eisenhower: A Crusade in Europe. Het verscheen al in 1948 en hoewel de man al meer dan 50 jaar dood is (1969), worden zijn memoires over WO II nog altijd als nieuwe uitgave verkocht. Laatste herdruk is dan van 2021. WO II is nog springlevend. Ik vraag me namelijk al jaren af waarom de geallieerden toen Duitsland moest worden verslagen, begonnen met de bevrijding van Frankrijk (en en passant ook nog Nederland, België, Italië en nog wat landen.) Het ligt toch voor de hand dat als je Duitsland wil verslaan dat dan Duitsland het eerste aan de beurt komt. Maar Duitsland kwam zelfs als laatste (in Europa) aan de beurt. Ik heb intussen in andere boeken gelezen, waarom er ook heel andere scenario’s waren, en welke dat dan waren en waarom. Ik ben inmiddels voorbij de helft van zijn Memoires, maar het is me nu al duidelijk dat Eisenhower nooit een gedachte heeft geweid aan hoe het ook anders kon. Het is voor hem vanaf dag 1 dat hij erbij betrokken raakte 100% vanzelfsprekend geweest dat ze zouden beginnen met Frankrijk en in het bijzonder in Normandië. In de strijd tegen Japan is er wel voor gekozen om als eerste Japan aan te vallen. En niet eerst Nederlands Indië en het Aziatische vasteland te gaan bevrijden. Maar voor Europa werd dus gekozen voor de veel langere omweg, die ook nog eens veel meer mensenlevens heeft gekost. Ik kan daar maar één reden voor bedenken. Generaals zijn namelijk altijd bezig met de vorige oorlog over te doen, zegt men. En ze deden dus de Eerste Wereldoorlog over. Daarom ging het tegen Japan anders en werd dit land als eerste aangevallen, en niet eerst alle door Japan bezette gebieden, omdat Japan niet aan de Eerste Wereldoorlog meedeed. Dat inzicht kwam toen Eisenhower in zijn boek het verschil ging uitleggen tussen de verliezen bij de infanterie in WO I en in WO II. Bovendien maakte hij een vergelijking hoe de troepen in WO I en WO II werden vermaakt. En dat gaf voor mij de doorslag. Hij was 1941 – 1945 inderdaad bezig met het opnieuw voeren van WO I: eerst Frankrijk bevrijden.