Mijn muziekkeus.

Wie poogt om aan mijn muziekkeus mijn persoon te kunnen bepalen moet ik helaas teleurstellen. Hij is nogal of eerder flink divers en ik kan er ook zelf geen lijn in ontdekken.

Eest maar even mijn keus voor klassieke muziek.

Voor mij staat zonder enige aarzeling de muziek van Johann Sebastian Bach met afstand bij elk lijstje bovenaan. De Mattheus Passion natuurlijk en dan daaruit een hele reeks aria’s en koren, zoals Erbarme dich, Aus Liebe, Sind Donner etc. en nog een rijtje. Van Bach ben ik dan noch het meest dol op zijn composities voor dwarsfluit. Die zijn tegenwoordig nog maar nauwelijks te koop of op YouTube te vinden, maar ik blijf ‘verliefd’ op de fluitmuziek van o.a. Frans Brüggen en Jean-Pierre Rampal. Maar ook allerlei cantates, fuga’s, en noem ze maar op van Bach, uiteraard ook met andere instrumenten, waardeer ik hoog.

Dan krijg je eerst een tijdje niets en dan volgen andere barokke componisten: zoals Telemann, Rameau, Albinoni, Händel en nog meer.

Dan weer een tijdje niets en dan de andere beroemde componisten van Mozart tot Van Beethoven en een heleboel anderen.

Met opera en operette heb ik veel minder of zelfs nauwelijks iets enkele deelstukken daargelaten.

Van de moderne(re) muziek ga ik dan eerst naar de Jazz en dan in het bijzonder naar de Boogie Boogie.

Van de muziek uit ‘mijn’ tijd de voorlopers van de Rock ’n Roll: Chuck Berry, Little Richards.

Big Bands: zoals Glenn Miller en andere.

Koormuziek, maar vooral geen Nederlandse. Zodra twee Nederlanders namelijk samen gaan zingen, kun je niet meer verstaan wat ze zeggen, zelfs niet in het Nederlands. De kunst van het articuleren en gelijk zingen is hier al heel lang uitgestorven. Jasperina de Jong was zo ongeveer de laatste die goed articuleerde. Als ander uiterste noem ik het Mormon Tabernacle Choir, waar enkele honderden mensen tegelijk zingen en je nog steeds de tekst kunt verstaan.